In de christelijke naastenliefde ligt de beweegreden voor de vrede en de eendracht, zowel in het groot als in het klein. Dat wil zeggen: volkeren en staten zullen met elkaar in vrede leven, zoals echter ook de mensen onderling eendrachtig samen zullen leven, als hun gedrag uitgaat van het beginsel van de naastenliefde, ze elkaar alleen het goede ten deel willen laten vallen en hun best doen van de medemens leed en zorg verre te houden. Dan zal er op aarde werkelijk vrede zijn.
Maar hoe ver zijn de mensen daar nu van verwijderd. Ze krenken elkaar en zijn totaal meedogenloos, ofschoon ze ook niet bewust de mens schade willen berokkenen. Maar van liefde voor elkaar is niets te merken. En daarom is ook het grote geestelijke verval zo duidelijk zichtbaar. Want zonder liefde kan de mens ook niet geestelijk streven. Zonder liefde is er geen geestelijke vooruitgang. De mensen bereiken het doel niet. Slechts weinigen laten nog de wet van de liefde gelden, die echter moet worden nagekomen, daar er anders geen vrede kan zijn.
En zo moet ieder afzonderlijk zich ernstig afvragen, hoe hij zich gedraagt tegenover deze wet. Hij moet zich afvragen of hij alles doet wat in zijn vermogen ligt om iemand een plezier te doen, om leed te lenigen en de nood tegen te gaan die hem duidelijk wordt en zijn hulp vereist. De mens moet meer aan anderen denken dan aan zichzelf, dan zal hij ook zien waaraan het ontbreekt en hulp kunnen verschaffen. De mens moet alles vermijden waardoor hij zijn medemensen krenkt, daarentegen alles doen waarmee hij hun een plezier doet. Vraag u serieus af of u zich zou kunnen rechtvaardigen als er zo'n rechtvaardiging van u gevraagd zou worden, en u zult veel nalatigheden ontdekken die een zonde zijn, wanneer de medemens daardoor leed ondergaat of gebrek lijdt, hetzij geestelijk of lichamelijk.
Help waar u kunt helpen en behoed de naaste voor leed waar het in uw vermogen ligt. Laat nooit de eigenliefde overheersen. Laat nooit de naaste honger lijden als u het uzelf goed laat gaan. Dit is letterlijk en ook figuurlijk te verstaan, want ook een vriendelijk woord, een aardige blik, een behulpzame daad kunnen de medemensen verkwikken en sterken. Laat het daarom daar niet aan ontbreken. Beoefen de naastenliefde en uw aards bestaan zal harmonieus verlopen. Er zal vrede zijn en eendracht in en om u. En als alle mensen overeenkomstig dit gebod zouden leven, zou waarlijk het paradijs op aarde zijn. Maar hoe ziet het er in de wereld uit?
Alle slechte eigenschappen, hebzucht, haat, nijd, tweedracht, onoprechtheid en eigenliefde, beheersen de mensen. Ze zijn geen vrienden van elkaar, maar vijanden. Ze hebben geen achting voor elkaar, maar trachten zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Ze leggen geen verzachtende hand op wonden, maar slaan nieuwe. En dus neemt het kwaad steeds toe en stort het de mensen in het verderf. De liefde onder de mensen is bekoeld en dat is het einde. Want waar geen liefde meer is, wordt elke substantie hard. Waar het hart geen liefde meer kan voelen, daar gaat ook elk inzicht verloren. Dus zal ook al het leven sterven, want alleen de liefde is leven.
U mensen zult daarom nog wel lichamelijk kunnen leven, maar geestelijk bent u dood als u helemaal zonder liefde bent. Steeds weer wordt u de liefde gepredikt, laat deze aansporingen niet voor uw oor wegsterven. Weet veeleer dat het de laatste aanmaningen zijn van boven. Weet dat er niet veel tijd meer is tot aan het einde, maar dat u geoordeeld wordt naar uw liefde. Zorg er daarom voor dat u het oordeel niet hoeft te vrezen. Oefen u in naastenliefde en verwerf daardoor de eeuwige vrede.
Amen
VertalerNell’amore cristiano per il prossimo è il fondamento della pace e dell’armonia, sia nel grande come anche nel piccolo, cioè dei popoli e degli stati vivranno insieme in pace, come anche gli uomini vivranno insieme nell’armonia, se il loro comportamento procede dal principio dell’amore per il prossimo, se vogliono dimostrarsi reciprocamente soltanto il bene e si sforzano, di tenere lontano dal prossimo sofferenza e preoccupazione. Perciò vi sarà davvero pace sulla Terra, ma quanto distanti si trovano gli uomini. Si offendono l’un l’altro e sono pieni di mancanza di riguardo, benché non vogliano causare coscientemente del danno all’uomo, ma non si sente nessun amore reciproco, e per questo è anche così evidente la grande decadenza spirituale, perché senza amore l’uomo non può tendere verso lo spirituale, senza amore non esiste nessun progresso spirituale, gli uomini non arrivano alla meta. Pochi soltanto lasciano ancora valere la legge dell’amore, che però deve essere osservata, altrimenti non può esserci pace. E così ogni singolo deve domandarsi seriamente, come si comporta verso questa legge, si deve domandare, se fa tutto ciò che è nelle sue forze, per dare gioia, per lenire la sofferenza e guidare la miseria, che gli diventa evidente e che richiede il suo aiuto. L’uomo deve pensare di più agli altri che a sé stesso, allora vedrà anche che cosa manca per poter aiutare. L’uomo deve evitare tutto ciò che offende il suo prossimo, invece di fare di tutto, che possa dargli gioia. Domandatevi seriamente, se potete giustificarvi, se venisse pretesa da voi una tale giustificazione. E scoprirete molte manchevolezze, che poi sono un peccato, se il prossimo ne soffre o langue, sia nell’anima che nel corpo. Aiutate dove potete aiutare e preservate il prossimo da sofferenza, dove vi sia possibile. Non lasciate mai predominare l’amore dell’io, non lasciate mai il prossimo nella fame, se voi stessi state bene. Questo è da intendere verbalmente ed anche figurativamente, perché anche una parola gentile, uno sguardo buono, un’azione d’aiuto possono saziare e fortificare il prossimo, perciò non fateli mancare. Esercitatevi nell’amore per il prossimo, ed la vostra vita terrena scorrerà armoniosamente, ci sarà pace ed armonia in e intorno a voi, e se tutti gli uomini vivessero secondo questo Comandamento, ci sarebbe davvero il Paradiso sulla Terra. Ma come stanno le cose nel mondo? Tutte le cattive caratteristiche, avarizia, odio, invidia, discordia, disonesta ed amor proprio dominano gli uomini, e non sono reciprocamente amici, ma nemici, non si rispettano, ma cercano di elevare sé stessi, non mettono nessuna mano per lenire le ferite, ma ne fanno delle nuove, e così il male diventa sempre più grande e precipita gli uomini nella rovina. L’amore si è raffreddato fra gli uomini, e questa è la fine. Perché dove non vi è più l’amore, ogni sostanza s’indurisce, dove il cuore non può più sentire l’amore, là va perduta anche ogni conoscenza, quindi ogni vita morirà, perché l’amore unicamente è Vita. Voi uomini potete bensì vivere ancora corporalmente, ma spiritualmente siete morti, se siete privi d’ogni amore. Vi viene sempre di nuovo predicato l’amore, non lasciate risuonare a vuoto quest’ammonimento dal vostro orecchio, ma sappiate, che sono le ultime chiamate dall’Alto; sappiate, che non c’è più molto tempo fino alla fine, ma voi verrete giudicati secondo il vostro amore. Perciò provvedete, che non abbiate a temere il Giudizio. Esercitatevi nell’amore per il prossimo e conquistatevi con ciò l’eterna pace.
Amen
Vertaler