Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het onderwerpen van de wil aan de goddelijke wil

Het opgaan in mijn wil heeft onherroepelijk de aaneensluiting met Mij tot gevolg. Want dan streeft de mens naar volmaaktheid. Hij past zich aan mijn oer-wezen aan en wordt nu mijn evenbeeld, zodat elke kloof tussen Mij en hem is overbrugd en hij als helder geestelijk wezen voortdurend in mijn nabijheid kan vertoeven. Het opgaan in mijn wil betekent het opgeven van de vroegere weerstand, het erkennen van Mij zelf als het hoogste en volmaaktste Wezen, het zich schikken in de goddelijke ordening en zich vormen tot liefde omdat Ik de liefde als eerste voorwaarde stel om Mij met mijn schepselen aaneen te sluiten.

Het opgaan in mijn wil betekent verder een zich totaal losmaken van mijn tegenstander, daar deze tracht een volledig tegenovergestelde wil op de mensen over te dragen en de mens nu uit zichzelf heeft beslist zijn wil aan mijn wil te onderwerpen. Dus heeft de tegenstander het recht verloren om over de mens te heersen en deze heeft zich bevrijd uit zijn ketenen.

Het opgaan in mijn wil stelt echter ook kennis van mijn wil voorop en dat geeft weer de reden aan waarom Ik mijn woord naar de aarde moet sturen dat de mensen kennis overbrengt van Mij en mijn wil. Het is dus een daad van liefde en barmhartigheid dat Ik de mensen niet aan hun zelfgekozen lot overlaat, maar hun levenstaak aan hen bekend maak, dat Ik hun de weg toon die ze moeten gaan en dat ik ze dus met mijn wil bekend maak, hoewel Ik hun de vrije keus laat deze te vervullen of te verwerpen.

En nu is het doorslaggevend in hoeverre de mens zich nog openstelt voor de invloed van mijn tegenstander. Hij zelf heeft een vrije wil, wordt dus niet gedwongen om mijn wil aan te nemen of die van mijn tegenstander - die zich door lichamelijke indrukken en gevoelens ook bij de mens gehoor tracht te verschaffen. Zijn middelen zijn vermakelijkheden en vreugden van de wereld, maar mijn middel is een uitstraling vanuit het geestelijke rijk die - als het wordt benut - de ziel van de mens ook het geestelijke rijk binnen trekt, want het opvolgen van mijn woord is al een onderwerpen van de wil aan mijn wil en dus een dichter bij Mij komen, dat eindigt in de algehele aaneensluiting met Mij.

Het onderwerpen van de wil betekent dus het vervullen van mijn wil, mijn geboden die Ik door mijn woord aan de mensen bekendmaak. Maar mijn eerste gebod luidt: bemin God boven alles en de naaste als jezelf. Wie dit gebod vervult, die heeft alles gedaan. Hij verzet zich niet meer tegen Mij, maar erkent Mij van ganser harte, niet onder dwang. Hij is voor eeuwig teruggekeerd naar Mij, van Wie hij is weggegaan. Hij beweegt zich geheel binnen mijn wil die ook zijn wil is en hij ontvangt als mijn kind en erfgenaam alle rechten van een kind en zal aldus vol van kracht kunnen scheppen en vormgeven en eeuwig gelukzalig zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Subordination of the will under the divine will....

Entering into My will inevitably results in union with Me. For then the human being will strive for perfection, he will assimilate himself to My fundamental being and now become My image, so that every gulf between Me and him will be bridged and he will be able to constantly dwell close to Me as a spiritual being full of light. Entering into My will means giving up the former resistance, acknowledging Myself as the highest and most perfect being, inserting Myself into the divine order and shaping Myself into love, because I place love as the first condition in order to unite with My living creations. Furthermore, entering into My will means complete detachment from My adversary, since he tries to transfer completely opposite will onto the human being and the human being has now decided of his own accord to subordinate his will to Mine. Thus the adversary has lost the right to rule over the human being and the latter has liberated himself from his fetters. But entering into My will also presupposes knowledge of My will, and again the reason is given that I must convey My word to earth, which imparts knowledge of Me and My will to people. Hence it is an act of love and mercy that I do not leave people to their self-chosen fate but present their task in life to them, that I show them the path they have to take and that I thus acquaint them with My will, although I leave it up to them to fulfil or reject it....

(11.7.1949) And now it is decisive how far the human being still opens himself to the influence of the adversary of Me. He has free will himself, thus he is not forced to accept My or My adversary's will, which also tries to make itself heard by the human being through physical impressions and sensations. His means are the pleasures and joys of the world, but My means is an emanation from the spiritual kingdom which, if it is used, also draws the human being's soul into the spiritual kingdom, for following My word is already a subordination of the will to Mine and thus an approach to Me which ends in complete unity. Subordinating the will therefore means fulfilling My will, My commandments, which I announce to people through My word.... But My first commandment is: Love God above all else and your neighbour as yourself.... Whoever fulfils this commandment has done everything; he no longer rebels against Me but acknowledges Me with a loving heart.... not under compulsion.... he has eternally returned to Me from Whom he originated, he moves entirely in My will, which is also his will, and as My child and heir he will be placed in all the rights of a child and thus be able to create and shape in fullness of strength and be eternally blissful....

Amen

Vertaler
Vertaald door: Doris Boekers