• Terug

De Waarom vraag - (Antroposoof Köln) De val van de engelen - Zonde ....

Voor de mensen blijft het eeuwig ondoorgrondelijk, wat God beweegt tot Zijn besturen en werken, want het menselijk verstand doorvoelt niet, welke motieven aan het zich ontplooien van God’s krachten ten grondslag liggen; hij begrijpt ook niet de verbanden, omdat hij alleen de uitwerking daarvan kan zien en ondervinden, wat zich in de oertijd afspeelde in het geestelijk rijk, in een wereld, waarvan alle zichtbare scheppingen slechts een zwakke afspiegeling zijn, die nooit ter vergelijking aangevoerd kunnen worden en die pas geschapen werden als gevolg van datgene, wat zich eertijds afspeelde in het rijk van de door God geschapen geesten.

Dezen waren de zuiverste uitstraling van Zijn kracht, dientengevolge ook machtig en krachtig, en ze waren hoogst volmaakt. God’s wil om vorm te geven was ook overgedragen op zijn schepselen, zodat al Zijn gedachten ook in hen tot uitvoering aandrongen en derhalve een scheppingswil van onvermoede omvang deze wezens bezielde, die nu onbegrensd werkzaam werd, d.w.z. nieuwe scheppingen voortbracht, die zichzelf overtroffen. Deze nieuwe scheppingen echter waren steeds weer bezielde wezens, hoogst volmaakt, dus ook tot denken in staat en begiftigd met een vrije wil.

Het eerste wezen dat van God uitging, overstraalde alles met licht en kracht, want het ontplooide zich uit God Zelf en vond zijn zaligheid in het voortdurend benutten van zijn onbegrensde kracht. Zijn scheppingen vermeerderden zich en zijn zaligheid steeg tot ongekende hoogte, door God waren hem geen grenzen gesteld, maar Hij stelde hem op de proef, omdat Hij wilde, dat het wezen zich zelf zou herkennen als drager van de kracht die van God uitgaat.

Deze proef bestond hieruit, dat het wezen Lucifer .... aan zijn schepselen God als Degene zou voorstellen van Wie zij waren uitgegaan, opdat ook hij zichzelf ervan bewust bleef, steeds van God de kracht te ontvangen, die hem tot zijn scheppende werkzaamheid in staat stelde. Hij moest dus God als Schepper en Bron van kracht erkennen, en zijn zaligheid zou tot in eeuwigheid onbegrensd zijn. Hij werd niet alleen op de proef gesteld omwille van deze erkenning, maar hij werd voor de vrije wilsbeslissing geplaatst, die hem van het geschapen volmaakte wezen tot een uit eigen vrije wil volmaakt wezen verheffen zou, zodat hij nu als waarachtig goddelijk wezen zijn macht en kracht kon gebruiken naar Gods wil En hij faalde.

Hij wilde niet de ontvanger van kracht, maar zelf de krachtbron zijn, en de volheid van de hem tot beschikking staande kracht achtte hij als voldoende bewijs Hij scheidde zich dus wilsmatig af van God, ofschoon een scheiding van Hem niet mogelijk was, omdat hij zonder God niet meer bestaan kon. En omdat door zijn wil met gebruik van de kracht uit God ontelbare wezens ontstaan waren, voelde hij zich als hun schepper, in het bezit van enorme kracht en macht, en zo maakte hij zich opzettelijk los van God, uit hang naar hoogmoed en heerszucht. Daardoor werd hij zondig en hij trok al zijn schepselen met zich mee in de zonde, die weliswaar nu zelf nog onschuldig waren, maar volledig onder invloed stonden van hem, die hen het leven geschonken had.

Hun nu gaf God het zelfbeschikkingsrecht, zij mochten het Licht aanschouwen, zij zagen in hun volmaaktheid ook van waar zij waren uitgegaan in, zij konden derhalve ook bij God wonen en deelhebben aan Zijn heerlijkheid, maar het waren er slecht weinige, die zich bij Hem aansloten, die dus vrijwillig voor God kozen en die als Zijn engelen voortdurend om Hem zijn en voor Hem werkzaam zijn in het geestelijke rijk. De meerderheid echter viel ze sloot zich aan bij haar verwekker, voegde zich uit eigen beweging naar diens wil en belandde zodoende in een toestand van geestelijke duisternis Het besef was hem ontnomen, omdat de werking van de kracht afneemt, zodra het wezen zich van God verwijdert.

Doch alles was en is kracht uit God, dat eeuwig niet verloren kan gaan en daardoor op een door God’s wijsheid als succesvol geziene weg tot Hem terugkeren moet. En deze weg is de gang door de aardse materiële schepping, die God voor het doel van het terugvoeren van het eens gevallen geestelijke liet ontstaan. Door deze schepping gaat het geestelijke in gebonden wil, d.w.z. in de toestand van moeten, de langzame ontwikkelingsgang opwaarts tot aan het stadium, waar het de vrije wil teruggegeven wordt en het nog eenmaal voor de beslissing gesteld wordt, zelf de macht te kiezen, die het wezen toebehoren wil.

Het wezen is belast met de zonde van de toenmalige opstand tegen God, maar kan zich daarvan vrijmaken met gebruikmaking van de kracht uit God, die het eertijds afgewezen had, maar deze kracht moet het zich zelf verwerven door werken van liefde en er bewust om vragen aan God in gebed. Het moet de vrije wil tijdens het leven op aarde op de juiste wijze gebruiken het moet zich weer tot God wenden en Hem als Vader en Schepper van eeuwigheid erkennen Dan treedt het weer binnen in de toestand van Licht, het wordt weer ontvanger van kracht en kan dus weer werkzaam zijn volgens zijn wil, die nu ook Gods wil is Het zal scheppen en vormgeven kunnen tot zijn eigen diepe geluk en daardoor eeuwig zalig zijn.

Amen

VPRAŠANJE "ZAKAJ" .... (Antropozof Köln) PADEC ANGELOV .... GREH ....

Za ljudi ostaja večno nedoumljivo, kaj premika Boga, da odloča in ukrepa tako, kot to dela On, ker človeški um ne more razumeti, kateri motivi so temelj Božjega izraza Moči; niti on ne more razumeti medsebojnih odnosov, ker lahko vidi in občuti le vpliv tega, kar se je izvirno-prvobitno bilo zgodilo v duhovnem kraljestvu, v svetu v katerem so vse vidne stvaritve le šibki odsevi, ki jih nikoli ne moremo vzeti za primerjavo in katere so ustvarjene le kot rezultat tega, kar se je bilo zgodilo davno prej v kraljestvu od Boga ustvarjenih Duhov. Bili so najčistejši izraz Njegove moči, zato so tudi bili polni oblasti in Moči in so bili najvišja popolnost.

Božja ustvarjalna volja se je prav tako prenesla na Njegova ustvarjena bitja, tako, da so vse Njegove misli imele prav tako impulz, sebe izraziti v njih, in zatorej je ustvarjalna volja nepredstavljivega obsega navdihnila ta (duhovna) Bitja, ki so sedaj postala aktivna brez omejitve. To pomeni, bile so ustvarjene nove stvaritve, ki so presegale same sebe. Te nove stvaritve pa so prav tako bile vedno znova navdihnjena Bitja najvišje popolnosti, torej tudi s sposobnostjo razmišljanja in obdarjena s svobodno voljo.

Prvo bitje, ki je izšlo iz Boga, je preseglo vse s svojo Svetlobo in Močjo, ker se je razvilo iz Boga Samega in našlo svojo blaženost v stalni uporabi njegove neomejene Moči. Njegove stvaritve so se množile in njegova blaženost je rasla neizmerno, Bog mu ni vsilil nobenih omejitev. Pa vendar ga je On postavil na preizkus, ker je želel, da Bitje sebe prepozna kot nosilca od Boga izhajajoče Moči.... Ta preizkus je zahteval, da bi Bitje.... Lucifer.... moral prikazati Boga svojim bitjem kot njihov izvor, česar se je tudi on sam zavedal, ker je neprestano prejemal Moč od Boga, ki ga je usposobila za njegovo ustvarjalno aktivnost.

Moral je torej priznati Boga kot svojega Stvarnika in Vir moči, in njegova blaženost bi bila neomejena za vso večnost. On ni bil na preizkušnji samo zaradi tega priznavanja, ampak se je od njega pričakovalo, da sprejme odločitev s svojo lastno svobodno voljo, katere namen je bil dvigniti ga od popolnega ustvarjenega Bitja do popolnega Bitja z njegovo lastno voljo, tako, da bi on sedaj kot resnično Božansko bitje lahko uporabil svojo oblast in moč znotraj Božje volje.... In on je odpovedal.... On ni želel biti prejemnik, temveč sam-osebno izvor moči, in obilje moči, ki jo je imel na razpolago, je za njega izgledalo zadosten dokaz.... Zatorej je on sebe namerno ločil od Boga, čeprav ločitev od Njega ni bila mogoča, ker brez Boga on ne bi mogel obstajati.

In ker so skozi njegovo voljo in ob uporabi moči iz Boga bila ustvarjena nešteta (duhovna) Bitja, se je počutil kot njihov stvarnik v ogromni moči in oblasti; posledično temu se je on namerno ločil od Boga v vzvišenosti (aroganci) in s hrepenenjem po vladanju. S tem je on postal grešen in je s seboj potegnil vsa svoja bitja v greh. Čeprav so oni sami bili še vedno brez krivde, vendar popolnoma pod vplivom njega, kateri jim je bil dal življenje.

In njim je Bog sedaj dal pravico do lastne odločitve, njim je bilo dovoljeno videti Svetlobo, in oni so v njihovi popolnosti prav tako prepoznali svoj izvor, zatorej bi prav tako lahko bili ostali z Bogom in sodelovali v Njegovi slavi. Vendar je bilo le nekaj njih, ki so Mu sledili, to pomeni, da se jih je le nekaj odločilo ostati z Bogom po svoji lastni svobodni volji, in ti so kot Njegovi (nepadli) angeli ves čas z Njim in delajo za Njega v duhovnem kraljestvu. Večji del njih pa je (od) padel.... oni so sledili svojega ustvarjalca (Luciferja), svobodno so se odločili, da sprejmejo njegovo voljo kot svojo lastno in s tem so padli v stanje duhovne teme.... Njegova zavest mu je bila odvzeta, saj se učinek Moči zmanjšuje, ko se bitje oddaljuje od Boga....

Vendar je vse bila in je Moč od Boga, katera večno ne more biti izgubljena, in zato se Mu mora vrniti na način, katerega je Božja modrost ocenila kot učinkovitega. In ta način je napredek skozi zemeljsko materialno stvarstvo, ki ga je Bog ustvaril z namenom vodenja nekoč padlega Duhovnega nazaj k Sebi. Duhovno se giblje skozi to stvarstvo z zavezano voljo, to je v stanju prisile na počasni poti razvoja navzgor, dokler ne doseže stopnje, ko mu bo njegova svobodna volja vrnjena in bo še enkrat postavljeno pred odločitev, da izbere moč (oblast), kateri želi pripadati.

Bitje je obremenjeno z grehom svojega preteklega nasprotovanja Bogu, vendar se tega lahko osvobodi z uporabo Božje moči, katero je nekoč bilo zavrnilo; vendar pa si mora bitje to Moč pridobiti samo skozi dela Ljubezni in tako, da jo bo zavestno zaprosilo od Boga v molitvi. Ono (bitje) mora uporabljati svojo svobodno voljo v času svojega življenja na Zemlji na pravilen način.... ono se mora ponovno obrniti k Bogu in Ga priznati kot večnega Očeta in Stvarnika.... Potem se ono še enkrat vrne v stanje Svetlobe, postane prejemnik Moči in lahko ponovno dela v skladu s svojo voljo, katera pa je sedaj prav tako Božja volja.... in ono bo sposobno ustvarjati in oblikovati za svojo lastno srečo, in s tem bo večno blagoslovljeno (srečno in blaženo). AMEN