Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De Liefde van GOD - Kan GOD lijden?

HIJ DIE Zich aan u bekendmaakt uit overgrote Liefde, tracht u met alle volharding te winnen en HIJ geeft u niet op, omdat u van HEM bent sedert eeuwigheid. Zijn Liefde is onveranderlijk, Ze is echter ook wet in zichzelf, d.w.z. alleen Liefde kan zich voegen bij liefde en daar GOD de eeuwige LIEFDE Zelf is, verlangt HIJ ook naar liefde en tracht daarom al Zijn schepselen te vormen tot liefde, opdat HIJ Zich met hen kan verenigen. En dus tracht HIJ de liefde van Zijn schepselen te winnen en heeft eeuwig geen ander doel, omdat de vereniging in liefde gelukzaligheid betekent voor het schepsel en ook de vreugde van GOD voortdurend verhoogt.

GOD is Volmaakt en als volmaakt Wezen in staat onbegrensde gelukzaligheid te geven, zoals HIJ echter omgekeerd deze ook van Zijn schepselen wil ontvangen, die uit de Kracht van Zijn Liefde zijn voortgekomen. Gelukzaligheid bereiden stelt echter steeds liefde voorop. Als dus GOD naar de liefde van zijn schepselen verlangt, omdat HIJ Zich aan hen wil schenken, moet het ontberen van de liefde ook de gevende Liefde beperken, dus hoewel Ze niet kan afnemen, wordt haar Kracht toch begrensd, wat ook verminderd geluk betekent, bij de volheid van de goddelijke Liefde pas dan vermeldenswaard wanneer nagenoeg alle schepselen zich van HEM afkeren, dus HEM hun liefde onthouden, een toestand die zich aan het einde van een verlossingsperiode in de schepping voordoet.

(28 sept.) Dan neemt een onvergelijkbaar verlangen de plaats in van vreugde, dat weliswaar niet, zoals op aarde vol leed is, evenwel vergrote wil om te helpen en overgrote barmhartigheid in werking zet. GOD kan nooit lijden, toch zal de zich vergrotende verwijdering van Zijn wezens van HEM toenemende ontplooiing van Zijn Kracht tot gevolg hebben, dus onophoudelijk zal de Liefde GOD's de liefde van Zijn schepselen trachten te winnen, omdat HIJ hen niet opgeeft, al gaan daar eeuwigheden overheen, tot ze zich in liefde naar HEM toekeren.

Een toestand van lijden zou zich alleen dan voordoen, wanneer, wat eens uit de Liefde van GOD zijn oorsprong had, voorgoed aan Zijn tegenstander verloren zou zijn, wat echter nooit mogelijk is, omdat de volheid van de goddelijke Liefde niets verloren laat gaan, ja zelfs Zijn tegenstander zelf (terug) wint, al is het ook na eindeloos lange tijd, waar menselijk geen schatting meer voor mogelijk is.

Dat de Liefde van GOD ooit minder wordt, moet helemaal terzijde worden geschoven, want liefde is zo iets geweldigs dat ze alles voor elkaar krijgt en de Kracht van de goddelijke Liefde voldoende zou zijn, Zijn schepselen meteen aan Hem te binden als HIJ Ze in totale volheid werkzaam zou laten worden. Maar Zijn vreugde wordt groter als Zijn schepselen zelf naar HEM komen en HEM hun liefde aanbieden. En daarom werkt HIJ slechts in geringste mate op hen in, steeds trachtend de wil aan te sporen dat deze ernaar streeft op HEM gericht te zijn.

Keert de wil van de mens zich van GOD af, dan vermindert ook de Kracht van GOD's Liefde, maar geeft hem toch niet op. Het dingen naar de liefde van Zijn schepselen is eveneens een daad van geluk, wat de mensen weliswaar pas dan begrijpelijk is wanneer ze zelf de liefde beantwoorden, die ook nooit zal ophouden te trachten de liefde van de ander te winnen.

Vervulde liefde is gelukzaligheid, maar onbeantwoorde liefde een toestand van vereenzaming die zich doet gevoelen als krachteloosheid of een grotere kracht voortbrengt, al naar de sterkte van de liefde, om welke reden de wezens van het lichtrijk voortdurend in liefde werkzaam kunnen zijn, ofschoon ze vaak op weerstand stuiten van de kant van de mensen; omdat ze vervuld zijn van Liefde en ook onbeantwoorde liefde geen vermindering van hun kracht is, veeleer een verhoogde aansporing om actief te zijn. De mensen op de aarde hebben nog toevoer van kracht nodig, die tot hen komt door liefde en daarom betekent voor hen gebrek aan liefde ook gebrek aan kracht en energie en wordt dus als toestand van lijden ondervonden. Maar het bewustzijn blijft de mens altijd bij dat hij steeds zeker is van de Liefde van GOD, dat de liefde van de mens altijd wordt beantwoord als ze uitgaat naar HEM en dat Zijn Liefde de ware gelukzaligheid is voor ieder die Ze begeert.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

(Pode Deus sofrer?) Amor de Deus....

Aquele que se faz conhecer por amor imenso, Ele corteja-vos com toda a perseverança e não vos entrega porque fostes Seus por toda a eternidade. O seu amor é imutável, mas é também lei em si mesmo, ou seja, só o amor pode unir-se ao amor, e como Deus é o próprio amor eterno, Ele também deseja o amor e por isso procura moldar todas as Suas criações em amor para que Ele possa unir-se a elas. E assim Ele procura ganhar o amor das Suas criações e não tem outro objectivo para sempre, porque a união no amor significa beatitude para a criatura e também aumenta constantemente a beatitude de Deus. Deus é perfeito e, como um Ser perfeito, capaz de dar uma beatitude ilimitada, mas, inversamente, Ele também quer recebê-la das Suas criações que emergiram da Sua força de amor. Mas a preparação da beatitude pressupõe sempre o amor. Assim, se Deus deseja o amor das Suas criações vivas porque Ele quer dar-se a elas, a falta de amor também deve restringir a oferta de amor, assim, embora não possa diminuir a si mesmo, a sua força será limitada, o que também significa uma diminuição da felicidade.... na abundância do amor divino só vale a pena mencionar quando quase todas as criaturas se afastam Dele, negando-lhe assim o seu amor.... um estado que ocorreu no final de um período de redenção na criação.... (28.9.1948) Então um anseio incomparável toma o lugar da beatitude, que, embora não sofra como na terra, traz no entanto uma vontade crescente de ajudar e uma misericórdia excessivamente grande a ser libertada. Deus nunca poderá sofrer, contudo, a distância crescente dos Seus seres em relação a Ele resultará num maior desenvolvimento de força, assim o amor de Deus cortejará constantemente o amor das Suas criaturas vivas porque Ele não as abandonará, mesmo que as eternidades passem até que elas se voltem para Ele em amor. Um estado de sofrimento só ocorreria se.... o que uma vez teve origem no amor de Deus fosse irremediavelmente perdido para o Seu adversário.... o que, no entanto, nunca é possível porque a abundância do amor divino não permite que nada se perca, de facto, ele próprio ganha o Seu adversário, embora num tempo infinitamente distante para o qual já não é possível qualquer estimativa humana. O facto de o amor de Deus diminuir sempre é completamente eliminado, porque o amor é algo tão poderoso que força tudo e o poder do amor divino seria suficiente para fazer imediatamente com que as Suas criaturas se inclinassem para Si próprio se Ele quisesse deixá-lo trabalhar em toda a sua plenitude. Mas a sua beatitude aumenta quando as suas próprias criaturas vêm ter com Ele e lhe oferecem o seu amor. E é por isso que Ele apenas os influencia ao mínimo grau, tentando sempre estimular a vontade de modo a que ela o empurre para Ele. Se a vontade do ser humano se afasta de Deus, a força de amor de Deus também diminui, mas no entanto não o abandona. Cortejar o amor das Suas criaturas é igualmente um acto de beatitude, que só é compreensível para as pessoas quando elas próprias estão em amor recíproco, que também nunca deixará de cortejar o amor do outro. Amor cumprido é felicidade, amor não correspondido, no entanto, um estado de solidão, que tem o efeito de uma falta de força ou de uma maior geração de força.... dependendo da força do amor, razão pela qual os seres do reino da luz podem trabalhar constantemente no amor, ainda que muitas vezes encontrem resistência por parte das pessoas.... porque estão cheios de amor e mesmo o amor não correspondido não é uma diminuição da sua força, mas apenas um maior incentivo à actividade. As pessoas na terra ainda precisam de um influxo de força que lhes chega através do amor e, portanto, a falta de amor também significa falta de força e vontade de serem activas por elas, pelo que se sente como um estado de sofrimento. No entanto, o ser humano permanece sempre consciente de que está seguro do amor de Deus, que o amor do ser humano é sempre recíproco se for destinado a Ele, e que o Seu amor é a verdadeira bem-aventurança para todos os que o desejam...._>Ámen

Vertaler
Vertaald door: DeepL