De Geest die heerst over de oneindigheid is ononderbroken werkzaam, want de uitstraling van Zijn kracht wordt niet minder, zoals Hij ook niet vermoeid raakt, scheppend en vormend de kracht te gebruiken. En zo ontstaan er voortdurend nieuwe scheppingen, geestelijk en stoffelijk.
Hij laat Zijn gedachten materiële vorm aannemen voor de verlossing van het nog onvrije geestelijke, zoals Hij echter ook wonderwerken van geestelijke aard laat ontstaan om de wezens van het licht gelukkig te maken, voor welke alle heerlijkheden van de hemel zijn ontsloten. Zijn scheppersgeest en Zijn wil om te scheppen zijn niet te overtreffen en nooit eindigend en altijd geleid door Zijn overgrote liefde die alles gelukkig wil maken wat uit zijn kracht is voortgekomen. En al gaan er ook eeuwigheden voorbij, het scheppen van nieuwe zaken zal nooit ophouden, omdat Zijn kracht een zodanige uitwerking moet hebben dat het toeneemt.
Het geestelijke, dat aardse - dus materiële - scheppingen bewoont, staat dus in voortdurende verbinding met het krachtcentrum en kan door de ontvangst van kracht weer in de stroomkring van de liefde Gods binnengaan, waarvan het zich eens in vrije wil verwijderde. Het vergroot dus de eigen kracht, evenals het ook het verlossingsproces bevordert van het geestelijke dat zich nog buiten de stroomkring van Gods liefde bevindt. Alle materiële scheppingen zijn middelen om het geestelijke te verlossen. Geestelijke scheppingen echter zijn het eigenlijke doel, dat wil zeggen onuitsprekelijk diepe vreugde van het verloste geestelijke. En Gods wil om te scheppen neemt nooit af, omdat Zijn liefde oneindig is. Maar Hij laat ook scheppingen vergaan, en wel wanneer ze hun doel niet meer nakomen. Wanneer het geestelijke daarin geen impuls meer vindt opwaarts te gaan, wanneer het zich verzet tegen God en zijn wil van Hem afkeert.
Dan lost Hij zelf op wat Hij heeft geschapen om het geestelijke in een andere vorm het doel te laten bereiken. Maar het oplossen van Zijn scheppingen is alleen in afzonderlijke tijdsruimten voorzien, zoals Zijn wijsheid het heeft ingezien als noodzakelijk voor het in de scheppingen gekluisterde geestelijke. Geestelijke scheppingen daarentegen zijn onvergankelijk, alleen worden ze steeds anders en ontstaan er telkens heerlijkere constructies, zoals het menselijk verstand zich niet voorstellen en het menselijk hart zich niet dromen kan. Maar ook elke nieuwe periode in de tijd kan steeds heerlijkere scheppingen laten zien, afwijkend van die uit het verleden en getuigend van de liefde, almacht en wijsheid van God, die zich in alle scheppingen openbaart. Onoverwinnelijk is de Kracht en daarom zal Hij nooit ophouden scheppend en vormgevend werkzaam te zijn. Maar de omvang van Zijn scheppingen kan de ziel pas beseffen in een bepaalde toestand van rijpheid, als ze bij machte is geestelijke en aardse scheppingen te schouwen. Dan pas zal ze van eerbied en liefde vervuld zijn tegenover haar Schepper, wiens liefde ook haar heeft geschapen om haar voor eeuwig gelukkig te maken.
Amen
VertalerO espírito, que controla o infinito, está em contínua actividade, pois a sua emanação de força nunca diminui, tal como nunca se cansa de usar a força na criação e na modelação. E assim surgem constantemente novas criações, espirituais e terrestres.... Ele deixa que os Seus pensamentos assumam forma material para a redenção do espiritual ainda não livre, mas deixa também que surjam obras milagrosas de natureza espiritual para fazer felizes os seres de luz, aos quais todas as glórias do céu são acessíveis. O seu espírito criativo e vontade criativa são insuperáveis e sem fim e sempre guiados pelo Seu amor maior do que grande, que quer fazer feliz tudo o que emergiu da Sua força. E mesmo que as eternidades passem, não haverá fim para as novas criações porque a sua força tem de ter efeito para aumentar em si mesma. O espiritual, o terreno.... portanto material.... As criações estão portanto em constante contacto com o centro da força e, através da recepção da força, podem entrar novamente no fluxo de amor de Deus, do qual uma vez se afastou por sua própria vontade. Por conseguinte, aumenta a sua própria força, bem como favorece o processo de redenção do espiritual, que ainda está fora do circuito do amor de Deus. Todas as criações materiais são meios para a redenção do espiritual, mas as criações espirituais são o propósito final, ou seja, a felicidade indizível do espiritual redimido. E a vontade de Deus de criar nunca diminui, porque o Seu amor é infinito. Mas Ele também deixa passar as criações, e isto acontece quando elas já não cumprem o seu propósito.... quando a substância espiritual já não tem qualquer impulso para ascender, quando resiste a Deus e vira a sua vontade para longe d'Ele.... Então Ele próprio dissolverá o que Ele criou a fim de deixar a substância espiritual alcançar o seu objectivo de uma forma diferente. Mas a dissolução das Suas criações destina-se apenas a intervalos periódicos, uma vez que a Sua sabedoria tem reconhecido desde a eternidade como necessária para o limite espiritual nas criações. As criações espirituais, por outro lado, são imperecíveis, só que mudam constantemente, e surgem formações cada vez mais gloriosas, como o intelecto humano não pode imaginar e o coração humano não pode sonhar com isso. Mas cada novo período de tempo tem também criações cada vez mais gloriosas para mostrar, desviando-se das do passado e testemunhando o amor, omnipotência e sabedoria de Deus, que se revela a si próprio em todas as criações. A sua força é invencível e por isso nunca deixará de ser activo na criação e moldagem, contudo a alma só pode reconhecer a extensão das suas criações num certo estado de maturidade quando é capaz de ver criações espirituais e terrenas. Só então será cheio de reverência e amor para com o seu Criador, cujo amor também o criou para o tornar eternamente feliz...._>Ámen
Vertaler