• Terug

Opheldering over het proces van het schrijven - Waarheid

Het aanbieden van Mijn Woord is een zuiver geestelijk proces dat alleen kan worden verwezenlijkt door een mens die de innige verbinding met Mij tot stand brengt en nu bewust naar zijn innerlijk luistert. Want daar de mens zelf niet bezig hoeft te zijn, maar alleen ontvanger is van uitstralingen van gedachten, moet hij zich in een toestand verplaatsen, zodat de uitstralingen hem kunnen treffen. En deze toestand is die van het volledig losgemaakt zijn van de aardse wereld en een verzinken in het geestelijke rijk. Dat wil zeggen: een bewust zich afwenden van het aardse en de zinnen richten op Mijn rijk dat niet van deze wereld is.

De geestelijke uitstralingen treffen nu het hart van de mens in de vorm van gedachten die de ontvanger nu kan opschrijven. Hoe gemakkelijker de mens in staat is zich los te maken van zijn aardse omgeving, met des te minder belemmering vindt het overbrengen van geestelijke leringen plaats. De strijdvraag, van welke geesten de overdracht van gedachten uitgaat, wordt vanzelf beantwoord door de inhoud ervan. Waar liefde wordt onderricht, waar Mijn verlossingswerk diepgaand wordt behandeld, kan alleen Ik de bron zijn en moeten de overgebrachte gedachten als Mijn Woord worden herkend.

Aan elke aanbieding van Mijn Woord moet het innige gebed voorafgaan, daar anders dit proces niet kan plaatsvinden, daar anders de mens een zuiver aardse arbeidsverrichting zou moeten volbrengen. Maar die zou ook dan nog zonder dwaling zijn, omdat ook de gedachten van de mens geleid worden door de wezens van het licht, om te verhinderen dat het Woord dat de mensen zal worden toegestuurd, wordt aangetast. Dit betreft alleen gevallen waar de verbinding met Mij minder diepgaand is.

Want een mens die door Mij geroepen is om te werken voor Mijn rijk, die geroepen is om tussenpersoon te zijn tussen Mij en de mensen die niet op Mij aansturen, is door Mij beproefd. En zijn denken zal zich niet vergissen, omdat zijn wil goed is en hij Mij dus dienen wil. Dat geesten van leugen en bedrog zich van zijn wil en hand bedienen, verhoed Ik, zoals ook voor elk onwetend wezen de toegang tot hem verboden is, als hij voor Mij werkzaam wil zijn.

En elke opname is een daad van wilsvrijheid. Het is het betuigen van zijn wil om Mij dienstbaar te zijn. En zo pak Ik zijn wil vast en leid hem. En dan voert de mens alleen Mijn wil uit. Deze geestelijke onderrichtingen zijn niet te vergelijken met menselijke opvattingen die door eigen nadenken verworven worden, zonder de bewuste overgave van de wil aan Mijn wil. Want omdat de mens een vrije wil heeft, kan hij zijn gedachten ook de richting geven die hij belieft.

Hij wordt niet door Mij gedwongen om juist te denken, zoals hem ook niet wordt belet verkeerd te denken. En dus hebben ook alle geestelijke krachten toegang tot hem, die hij nu begunstigt door zijn wil. Maar geeft de mens zijn wil bewust aan Mij over, dan kan hij alleen nog Mijn wil in zich hebben. Want nooit zal Ik hem overlaten aan de krachten die nog een aan Mij tegengestelde wil hebben.

Wat naar Mij verlangt, dat neem Ik in bezit en Ik laat het eeuwig niet meer van Mij weggaan. En pas als een mens zich bewust bij Mij aanbiedt, dus zijn wil aan Mij overgeeft, kan Ik hem beroepen tot een ambt op aarde, waarin hij voor Mij werkzaam moet zijn. Maar dan is hij ook beschermd tegen verkeerd denken, tegen verkeerde geestelijke invloed. Want het gaat erom Mijn Woord dat Mijn Liefde naar de aarde stuurt, te ontvangen en te verbreiden. En Ik zal waarlijk Mijn Woord beschermen tegen onzuivere, onware inhoud die de tegenpartij de mensen wil voorhouden.

Waar Mijn Woord ontvangen wordt, daar is waarheid. En verkeerde leren worden uitgeschakeld, omdat verkeerd denken de invloed is van slechte krachten die geen toegang hebben tot een mens die Mij dienen wil, zolang hij voor Mij werkzaam is.

Een zuiver geestelijk proces kan alleen maar zuiver geestelijk verlopen. Er moet onvoorwaardelijk een overdracht van gedachten plaatsvinden, omdat eigen denken, dat wil zeggen het gebruik van de werkzaamheid van het verstand, langere tijd vergt om geestelijke resultaten in deze vorm op te leveren.

Er is dus een uiting van kracht herkenbaar die steeds alleen kan uitgaan van gevers van kracht, dus lichtwezens die ontvangers van kracht zijn. En dit garandeert ook zuivere waarheid. Want al het lichtvolle staat vast in de waarheid en de eeuwige waarheid ben Ik Zelf.

Amen

Erklärung des Vorganges des Schreibens.... Wahrheit....

Die Darbietung Meines Wortes ist ein rein geistiger Vorgang, der nur von einem Menschen getätigt werden kann, der die innige Verbindung mit Mir herstellt und nun bewußt lauschet nach innen. Denn da der Mensch selbst nicht gedanklich tätig zu werden braucht, sondern nur Empfänger von gedanklichen Ausstrahlungen ist, muß er sich in einen Zustand versetzen, daß diese Ausstrahlungen ihn berühren können, und dieser Zustand ist der des völligen Losgelöstseins von der irdischen Welt und ein Versenken ins geistige Reich, d.h. eine bewußte Abkehr vom Irdischen und Hinlenken der Sinne auf Mein Reich, das nicht von dieser Welt ist. Die geistigen Ausstrahlungen berühren nun das Herz des Menschen in Form von Gedanken, die der Empfänger nun niederschreiben kann. Je leichter sich der Mensch zu lösen vermag von seiner irdischen Umgebung, desto ungehinderter geht das Übermitteln geistigen Gedankengutes vonstatten. Die Streitfrage, von welchen Geistern die Übertragungen der Gedanken ausgehen, beantwortet sich von selbst durch den Inhalt jener. Wo Liebe gelehrt wird, wo Mein Erlösungswerk eingehend behandelt wird, kann nur Ich Selbst der Ausgang sein, und es müssen die gedanklichen Übermittlungen als Mein Wort erkannt werden. Jeglicher Darbietung Meines Wortes muß das innige Gebet vorangehen, ansonsten der Vorgang nicht stattfinden kann, ansonsten der Mensch eine rein irdische Arbeitsleistung vollbringen müßte, die aber auch dann noch irrtumsfrei wäre, weil auch die Gedanken des Menschen gelenkt werden von den Wesen des Lichtes, um eine Gefährdung des Wortes, das den Menschen zugeleitet werden soll, zu verhindern. Es gilt dies nur für Fälle, wo die Verbindung mit Mir weniger tief ist, denn ein Mensch, der von Mir berufen ist zur Arbeit für Mein Reich, der dazu berufen ist, Mittler zu sein zwischen Mir und den Menschen, die Mich nicht anstreben, der ist von Mir geprüft, und sein Denken wird nicht in die Irre gehen, weil sein Wille gut ist und er Mir also dienen will. Daß sich Trug- und Lügengeister seines Willens und seiner Hand bedienen, verhüte Ich, wie auch jeglichem unwissenden Wesen der Zugang zu ihm verwehrt ist, so er für Mich tätig sein will. Und es ist jede Aufnahme ein Akt der Willensfreiheit, sie ist die Bezeugung seines Willens, Mir dienstbar zu sein, und so erfasse Ich seinen Willen und lenke ihn, und es führt dann der Mensch nur Meinen Willen aus. Es ist dieses geistige Gut nicht zu vergleichen mit menschlichem Gedankengut, das durch eigenes Nachdenken, ohne die bewußte Hingabe des Willens an Meinen Willen, erworben wird. Denn da der Mensch freien Willen hat, kann er seinen Gedanken auch die Richtung geben, die ihm beliebt. Er wird nicht von Mir gezwungen zu rechtem Denken, wie er auch nicht gehindert wird, falsch zu denken. Und also haben auch alle geistigen Kräfte zu ihm Zutritt, die er nun begünstigt durch seinen Willen. Gibt aber der Mensch bewußt seinen Willen Mir hin, so kann er nur noch Meinen Willen in sich tragen, denn niemals werde Ich ihn den Kräften überlassen, die noch im Mir entgegengesetzten Willen stehen. Was zu Mir verlangt, das nehme Ich in Besitz und lasse es ewiglich nicht mehr von Mir. Und erst, so sich ein Mensch Mir bewußt anträgt, also seinen Willen Mir hingibt, kann Ich ihn berufen zu einem Amt auf Erden, wo er für Mich tätig sein soll. Dann aber ist er auch geschützt vor irrigem Denken, vor schlechtem geistigen Einfluß, denn es gilt, Mein Wort, das Meine Liebe zur Erde leitet.... zu empfangen und zu verbreiten, und Ich werde wahrlich Mein Wort schützen vor unreinem, unwahren Inhalt, das von gegnerischer Seite den Menschen unterbreitet werden will. Wo Mein Wort empfangen wird, dort ist Wahrheit, und irrige Lehren scheiden aus, weil irriges Denken Einfluß schlechter Kräfte ist, die zu einem Menschen, der Mir dienen will, keinen Zutritt haben, solange er für Mich tätig ist. Ein rein geistiger Vorgang kann nur rein geistig sich abwickeln, es muß unbedingt eine Gedankenübertragung stattfinden, weil eigenes Denken, d.h. Nützen der Verstandestätigkeit, längere Zeit erfordert, um geistige Ergebnisse zu zeitigen in dieser Form. Es ist also eine Kraftäußerung erkennbar, die immer nur von Kraftspendern, also Lichtwesen, die Kraftempfänger sind, ausgehen kann. Und dies garantiert auch reine Wahrheit, denn alles Lichtvolle steht in der Wahrheit, und die ewige Wahrheit bin Ich Selbst....

Amen