• Terug

Zalig zijn zij die barmhartig zijn

Zalig zijn zij die barmhartig zijn, die in nood en tegenspoed de naaste bijstaan en hem helpen ze te overwinnen.

Mijn genade rust zichtbaar op hen, want ze vervullen mijn geboden. Ze hebben Mij zelf lief, daar ze de naaste, mijn schepsel, liefde betonen.

Wie hulpeloos en verlaten is, zal de liefde die hem wordt betoond, in dankbaarheid ervaren. Ze zal wederliefde opwekken en wat dat betekent, zult u op aarde niet in volle omvang kunnen beseffen - dat elke vonk van liefde een vrij worden van de macht van de tegenstander betekent, een verandering die de terugkeer naar Mij inluidt, die alleen in liefde kan plaatsvinden. In elke aardse en geestelijke nood ervaart de mens weldadige liefdevolle hulp. De liefde werkt als kracht, want ze gaat immers van Mij als de eeuwige Liefde uit en kan alleen levenwekkend werken. Hulpverlening brengt goede gedachten voort en goede gevoelens. De ziel van de medemens wordt aangeraakt en aangespoord om net zo werkzaam te zijn en elk werk van liefde is een zich verwijderen van mijn tegenstander, dus een verkleining van de afstand tot Mij. De nood van de tijd waarin lichaam en ziel lijden, waarin lichamelijk lijden niet anders kan zijn dan het gevolg van de nood van de ziel, noopt tot werken van barmhartigheid, opdat de mensen zich bezinnen en de weg vinden naar Mij. En deze weg wijst u hun als u barmhartig bent, als u in onbaatzuchtige naastenliefde de medemens naar lichaam en ziel opbeurt door goede werken, troostende woorden en liefdevolle zorg. Dan kunnen lichaam en ziel gezond worden omdat de laatste de kracht van de liefde voelt en ze sterk wordt en gewillig om op Mij aan te sturen.

De liefde zal wederliefde wekken en waar de vonk van liefde ontstoken wordt, daar kan Ik zelf al werkzaam zijn omdat Ik overal kan zijn waar de liefde is. En waar Ik ben is de nood niet meer zo groot, overeenkomstig de graad van liefde waarin de mens zich bevindt. Tracht daarom ijverig door liefde wederliefde te wekken, dan bevrijdt u de zielen door uw werken van barmhartigheid.

Maar bevrijding van de zielen levert u een gelukzalig lot op in het hiernamaals, waar steeds alleen de liefde wordt gewaardeerd en de zielen u eeuwig dankbaar zijn dat u hun de goede weg gewezen hebt.

Amen

“Bienaventurados son los que practican la Misericordia”

Bienaventurados son los que practican la Misericordia, los que socorren al prójimo a vencer su desgracia y sus tormentos. Mi Gracia está visiblemente sobre ellos porque cumplen con mis Mandamientos. Como ofrecen amor al prójimo –criatura Mía– me aman a Mí mismo...

Aquel que está solo y abandonado, con gratitud apreciará el amor que le está ofrecido - pues un amor creará amor recíproco. Lo que esto significa, no os lo podéis imaginar en la Tierra. Pues cada chispa de amor supone una liberación del poder del adversario, un cambio que prepara el regreso a Mí, que es sólo realizable vía el amor.

En toda desgracia terrenal y espiritual el hombre siente una ayuda amorosa con agrado. El amor tiene efecto de fuerza porque como surge de Mí –el eterno Amor– sólo puede tener un efecto que despierta Vida, pues una prestación de ayuda produce buenos pensamientos y buenos sentimientos... toca al alma del prójimo, animándola a la misma actividad. Y toda actividad en el amor resulta en un alejamiento de mi adversario, de modo que de una disminución de distancia de Mí.

Donde el cuerpo y el alma padecen, donde sufrimientos corporales tienen que ser las consecuencias de apuros anímicos, allí el desamparo de la época requiere obras de misericordia... para que los seres humanos reflexionen y encuentren el camino a Mí. Y este camino se lo mostráis actuando en misericordia... si en amor altruista mediante buenas obras apoyáis al prójimo en cuerpo y alma... con consuelo y asistencia llena de amor...

Entonces el cuerpo y el alma pueden curarse, pues el alma siente la fuerza del amor y se hace fuerte y dispuesta a dirigirse hacia Mí. El amor despertará amor recíproco, y donde se enciende la Chispa de Amor, Yo mismo ya puedo entrar en actividad porque Yo puedo estar en todas partes donde esté el amor. Y donde estoy Yo, ya hay menos desgracia - conforme al grado de amor en que se encuentra el hombre...

Por eso, mediante el amor, procurad con diligencia despertar el amor recíproco, y mediante vuestras obras de misericordia redimiréis las almas. Pues la redención de almas os trae una dicha muy feliz en el Más Allá, donde siempre únicamente el amor es valorado, y las almas os agradecerán eternamente que les hayáis indicado el camino correcto.

Amén.