Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Meervoudige gang door de schepping - Heilsplan Gods - Het herkennen in het lichtrijk

Het geestelijke had een lange weg te gaan voordat het werd toegelaten tot de laatste levensproef, tot de belichaming als mens. Het moest door vele andere vormen heengaan. Het moest zich voegen naar de goddelijke wil. Het was van zijn vrijheid beroofd en dus legt het deze weg over de aarde in zekere zin gedwongen af, doch met het laatste doel dat het weer de uiteindelijke vrijheid ten deel valt. De belichaming als mens moet de laatste proef zijn waarin het wezen zich moet waarmaken om de definitieve vrijheid te verkrijgen. Dat wat het in de toestand van gedwongen wil heeft gedaan - dienen - moet het nu uit vrije wil doen. Niet beïnvloed, alleen erop gewezen. Het moet dienend werkzaam zijn uit eigen aandrang, aangespoord door de liefde. Is nu het wezen bereid deze dienende weg in liefde te gaan, dan kan het in korte tijd zijn laatste vorm overwinnen en het kan binnengaan in de sferen van het licht, waar het weer vrij en ongehinderd kan werken in gelukzaligheid. Dit is doel en zin van de levenswandel door de schepping.

Daar het doel nu de vrije wil van het wezen vereist, kan het wezen begrijpelijkerwijs ook falen wanneer het de vrije wil niet juist gebruikt. Het kan het doel niet bereiken, maar een verkeerde weg gaan die ver van het doel af voert. Dan is één gang door de schepping niet voldoende, maar het moet ten behoeve van het bereiken van het doel deze gang opnieuw afleggen. Ja, zo nu en dan meerdere keren, tot het uiteindelijk zijn vrijheid weer heeft teruggekregen. En voor elke gang door de schepping zijn nieuwe mogelijkheden vereist om rijp te worden. Steeds weer zijn er andere voorwaarden gesteld waaronder het wezen de opwaartse ontwikkelingsgang aflegt. En dit is het eeuwige heilsplan dat voor de mensen pas begrijpelijk wordt wanneer ze op de hoogte zijn van de oorsprong en het einddoel van het geestelijke, door het wekken van hun geest. Alleen dan zijn ze in staat de oneindige liefde en barmhartigheid van God te begrijpen, Zijn grootte en almacht en Zijn overgrote wijsheid. Maar herkennen zullen ze God pas in het rijk van het licht, wanneer alle sluiers voor hun ogen zullen wegvallen en ze terugblikken op de afgelegde gang over de aarde, wanneer ze op de hoogte zijn van de oneindig liefdevolle zorg van de eeuwige Schepper tegenover Zijn schepselen, van de hardnekkigheid van deze in de niet verloste toestand en de heerlijkheden van het geestelijke rijk.

Alles wat bestaat, heeft alleen als doel het geestelijke naar Hem terug te voeren, dat voor Hem eens verloren ging door de wil van de tegenstander die Hij toch eveneens volledige vrijheid gaf.

Het rijpe geestelijke kent zijn onvolmaaktheid en zijn afstand tot God van voorheen en is eeuwig dankbaar en aan God toegewijd, dat Hij het niet in deze toestand liet, maar met alle middelen het terugwinnen ervan trachtte te bereiken. Het kent de eigen weerspannigheid en de overgrote liefde Gods en het wordt nu bijna verteerd door de liefde voor Hem die het redde uit de geestelijke diepte. En al duurde de gang over de aarde ook oneindige tijden, al bracht hij het wezen ook mateloze kwellingen, het wezen zelf is zijn Schepper dankbaar dat Hij het deze weg liet gaan, dat Hij het de mogelijkheid gaf het laatste doel te bereiken en te komen tot het aanschouwen van God. Want deze gelukzaligheid weegt op tegen alles wat het wezen in zijn weerspannigheid heeft ondergaan.

En daarom is elke nieuwe schepping een bewijs van de liefde van God die het geestelijke dat Hem nog niet herkent tot inzicht wil brengen, om het gelukzalig te maken voor alle eeuwigheid.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Le Parcours multiple à travers la Création – Le Plan de Salut de Dieu – La Reconnaissance dans le Royaume de la Lumière

Le spirituel a dû parcourir un long chemin avant d’être admis à la dernière épreuve de la vie, à l’incarnation en tant qu’homme. Il a dû passer à travers beaucoup de transformations, il a dû s’adapter à la Volonté divine, il a été privé de sa liberté, et donc d’une certaine manière il a été contraint a parcourir ce chemin terrestre, mais avec le dernier but d’obtenir de nouveau la liberté définitive. L’incarnation comme homme doit être la dernière épreuve dans laquelle l’être doit s’affirmer pour arriver à la liberté définitive. Ce qu’il a fait dans l’état d’obligation – servir – il doit le faire maintenant par libre volonté sans être influencé, il lui est seulement indiqué qu’il doit servir de son propre gré, inspiré par l’amour.

Si maintenant l’être est disposé à parcourir cette voie en servant dans l’amour, alors il peut dépasser en peu de temps sa dernière forme, et il peut entrer dans les sphères de la Lumière où il peut de nouveau agir librement et sans obstacles dans la Béatitude. Cela est le sens et le but du chemin à travers la Création. Mais vu que le but demande la libre volonté de l’être, il est compréhensible que celui-ci puisse aussi échouer s’il n’emploie pas bien sa libre volonté ; il peut faire de sorte qu’il n’atteigne pas le but, mais qu’il parcoure une fausse voie qui mène loin du but. Un seul parcours à travers la Création n’est alors pas suffisant, mais il devra répéter ce parcours, et parfois même plusieurs fois, jusqu’à ce qu’il ait de nouveau regagné définitivement sa liberté.

Et chaque parcours à travers la Création demande de nouvelles possibilités de mûrissement, il y a toujours d’autres conditions à travers desquelles l’être parcourt le chemin de développement vers le Haut. Et cela est l’éternel Plan de Salut qui devient compréhensible aux hommes seulement lorsqu’ils connaissent le début primordial et le but final du spirituel à travers le réveil de leur esprit. C’est seulement alors qu’ils peuvent saisir l’Amour et la Miséricorde infinis de Dieu, Sa Grandeur et Sa Toute-Puissance et Son énorme Sagesse. Mais ils reconnaîtront Dieu seulement dans le Royaume de la Lumière, lorsque tous les voiles tomberont de leurs yeux et où ils pourront contempler rétrospectivement le chemin accompli sur la Terre, lorsqu’ils auront connaissance de l’infiniment aimante Providence de l’éternel Créateur vis-à-vis de Ses créatures, de l’obstination de celles-ci dans l’état non libéré, et des Magnificences du Royaume spirituel.

Tout ce qui existe a seulement pour but de reconduire à Lui le spirituel autrefois perdu par la volonté de l’adversaire, auquel pourtant Il avait aussi donné la pleine liberté. Le spirituel mûr connaît son imperfection et son éloignement de Dieu auparavant et est éternellement reconnaissant et dévoué à Dieu qu’Il ne l’a pas laissé dans cet état, mais a cherché par tous les moyens sa récupération ; il connait sa propre adversité et le très grand Amour de Dieu, et maintenant il disparaît presque par amour pour Lui Qui l’a sauvé de l’abîme spirituel.

Et même si le chemin terrestre a duré des temps infinis, s’il a apporté à l’être d’incommensurables tourments, l’être remercie son Créateur qui l’a fait parcourir cette voie qui lui a donné la possibilité d’atteindre le dernier but et de contempler Dieu. Parce que cette Béatitude compense tout ce que l’être a souffert dans son adversité. C’est pourquoi chaque nouvelle Création est une démonstration d’Amour de Dieu, Lequel veut mener le spirituel qui ne Le reconnaît pas encore à la connaissance pour le rendre bienheureux pour toute l’Éternité.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Diemo Landgraf