Hoe onjuist het denken van de mensen is, blijkt uit het hun ontbreken van de gelukkig makende rust van de wetende, die uit het ware weten dat overeenstemt met de waarheid, voortdurend kracht put. En zolang deze rust het wezen van een mens niet beheerst, staat hij nog niet vast in de waarheid, dat wil zeggen in het juiste inzicht ervan. Want hij kan de waarheid ook wel door middel van zijn verstand in zich hebben opgenomen, maar hoeft toch niet het inzicht te hebben als ze mentaal nog geen eigendom is geworden, hij ze dus met hart en verstand heeft opgenomen. De zuivere waarheid moet de mens ook de innerlijke vrede brengen, want de zuivere waarheid is een geschenk van God dat Hij die mens doet toekomen die zo’n geschenk waardig is. En een goddelijke gave zal steeds gelukkig maken.
Maar de mensheid bevindt zich in een toestand van ontwrichting, van rusteloosheid, van zoeken, van ongerust zijn en een voortdurende onzekerheid. Ze wordt geplaagd door twijfels en verwerpt bereidwillig wat ze tevoren voor waarheid hield. Maar aan de zuivere waarheid zou ze vasthouden en haar met intense volharding en standvastigheid verdedigen. Maar ze bezit de zuivere waarheid nog niet, daar er anders ook niet dat enorm grote leed over de aarde zou gaan. Want de waarheid staat borg voor juist denken en juist denken heeft niet zo’n chaos tot gevolg zoals de aarde die thans laat zien.
Waar de waarheid wordt verkondigd is een toevluchtsoord van vrede en wie de waarheid aanneemt kan eveneens deze schuilplaats van vrede betrekken. Want al heerst om hem heen ook de grootste opgejaagdheid en woedt de grootste onenigheid, de dragers van de waarheid worden er weinig door geraakt, omdat de waarheid zelf hen er al tegen beschermt in een rusteloze toestand te vervallen. Dragers van de waarheid zijn met God verbonden en de wereld kan hen niet meer de innerlijke vrede afnemen die van God uitstraalt in hun hart. Ze kan alleen nog uiterlijk het lichaam bezwaren, maar de ziel niet meer ernstig in gevaar brengen. En deze zekerheid van de ziel straalt ook op de hele mens uit, zodat hij zich midden in de storm van de wereld zeker en rustig staande houdt.
Want de waarheid heeft de kracht in zich, als ze eenmaal het hart van de mens beroert en door de wil van de mens wordt aangenomen. Deze kracht moet alle vijandige krachten overwinnen, omdat ze sterker is dan deze. Pas wanneer de mens in de waarheid, in het inzicht vaststaat, staat zijn doel tastbaar voor hem en dan streeft hij onwrikbaar dit doel na en laat zijn zekerheid en rust niet meer aan het wankelen brengen. Weliswaar is hij lichamelijk ook nog aan de lasten van het leven blootgesteld, maar ook deze schijnen hem niet meer zo machtig toe dat ze hem angstvallig laten worden, zodra hij tot de eeuwige waarheid, tot het woord van God, de tot vorm geworden waarheid, zijn toevlucht neemt. Want de kracht van het goddelijke woord doorstroomt hem merkbaar en geeft hem de innerlijke rust terug.
Maar waar dwaling is, daar zal ook een voortdurende toestand van radeloosheid zijn, des te groter en meer deprimerend, hoe dieper de mens in dwaling verkeert. Maar de wereld verdedigt thans een overmaat aan dwaling en de waarheid is bedenkelijk ver weg. Maar waarheid is licht, dwaling is duisternis. En waar duisternis is, zal ook wanorde zijn. Een chaos die aards en geestelijk onheilspellend is, want de goddelijke ordening wordt niet meer in acht genomen omdat de duisternis zoiets niet meer laat inzien. Waar de dwaling is, zal daarom ook een verkeerd handelen zijn. Want verkeerde leren hebben verkeerd denken tot gevolg en dit geeft weer aanleiding tot daden die indruisen tegen de goddelijke ordening. En dat de wereld zich in een algeheel verkeerd denken bevindt, is op te maken uit haar handelingen die een onvergelijkelijk werk van vernietiging produceren, die zich tegen de goddelijke wil om te scheppen keren, die de medemens de ergste schade berokkenen en dus geheel tegen het goddelijke gebod van de liefde indruisen. Zulke daden verrichten kan alleen een verkeerde wil, een verkeerd denken dat weer alleen is voortgekomen uit de dwaling, die als waarheid in de wereld wordt verspreid.
Waar dwaling is, is ook liefdeloosheid. Want waar de liefde wordt aangeleerd en beoefend, daar is waarheid, omdat God zelf Die de eeuwige Waarheid is, ook daar is waar de liefde is. Want waarheid en liefde zijn onafscheidelijk. En daarom kan onvermijdelijk op verkeerd denken worden geduid, waar de liefdeloosheid zich doet gelden. En verkeerd denken is het gevolg van verkeerde leren. En daarom moet de waarheid optreden tegen de dwaling, daarom zendt God zelf de dragers van de waarheid onder de mensen opdat hun deze wordt overgebracht, opdat ze uit de chaotische toestand een uitweg vinden, opdat ze de gelukkig makende innerlijke rust leren kennen die hun alleen maar wordt opgeleverd door de waarheid, die zowel geestelijk als ook aards een uitwerking heeft. Want ook de aardse toestanden worden zienderogen beter zodra de waarheid eenmaal ingang heeft gevonden bij de mensheid en met haar ook de liefde ingang heeft gevonden. Dan zal er licht zijn en rust en vrede, omdat met de waarheid en de liefde God zelf dicht bij de mensen is en er van Hem voortdurend licht en kracht uitgaat en de menselijke ziel de vrede zal vinden in het inzicht, in het juiste weten dat haar onuitsprekelijk gelukkig maakt.
Amen
VertalerComo o pensamento errôneo das pessoas pode ser visto pelo fato de que lhes falta a tranqüilidade feliz do conhecedor que constantemente tira força do conhecimento correto que corresponde à verdade. E enquanto essa tranqüilidade não dominar a natureza de uma pessoa, ela ainda não vive na verdade, ou seja, no conhecimento correto dela, pois certamente também pode ter recebido intelectualmente a verdade dentro de si, mas não precisa viver no conhecimento se ainda não se tornou propriedade mental, assim a recebeu com coração e intelecto. A pura verdade também deve trazer paz interior às pessoas, pois a pura verdade é um dom de Deus que Ele concede à pessoa que é digna de tal dom. E o dom divino fará sempre feliz. A humanidade, porém, está num estado de perturbação, inquietação, busca, trepidação e constante incerteza; é atormentada por dúvidas e rejeita de bom grado o que antes pensava ser verdade. Mas ela se apegaria à verdade pura e a defenderia com tenacidade e perseverança. Mas ela ainda não possui a pura verdade.... caso contrário o grande sofrimento também não passaria sobre a terra.... Pois a verdade garante o pensamento correto, e o pensamento correto não resulta em tal caos como a Terra está no momento. Onde quer que a verdade seja proclamada, há um refúgio de paz, e qualquer pessoa que aceite a verdade pode igualmente entrar nesse refúgio de paz. Pois mesmo que a maior inquietação prevaleça ao seu redor e a maior discórdia se enfureça, os portadores da verdade serão pouco afetados por ela, pois a própria verdade já os protege de cair em um estado de inquietação. Os portadores da verdade estão ligados a Deus e o mundo não pode mais tirar a paz interior que irradia de Deus em seus corações. Só pode oprimir exteriormente o corpo, mas já não põe seriamente em perigo a alma, e esta segurança da alma também irradia para toda a pessoa, para que ela fique segura e calma no meio da tempestade do mundo..... Pois a verdade tem força em si mesma uma vez que toca o coração do ser humano e é aceita pela vontade do ser humano. Este poder deve superar todas as forças opostas, porque é mais forte do que elas. Só quando o ser humano se coloca na verdade, em reconhecimento, é que o seu objetivo se coloca de forma tangível diante dele, e então ele se esforça inabalavelmente para esse objetivo e não pode mais ser abalado em sua segurança e tranqüilidade. Ele ainda está de fato fisicamente exposto às dificuldades da vida, mas mesmo estas já não parecem tão imensas que o tornam tímido assim que se refugia na verdade eterna, na Palavra de Deus, a verdade que se tornou forma, pois a força da Palavra divina flui visivelmente através dele e restaura sua calma interior. Mas onde há erro, haverá também um constante estado de perplexidade, quanto maior e mais opressiva for a profundidade do ser humano..... Mas o mundo representa actualmente uma imensa quantidade de erros e está alarmantemente longe da verdade. A verdade, porém, é luz, o erro é escuridão; e onde há escuridão também haverá confusão, caos, que é terreno e espiritualmente ameaçador, pois a ordem divina não será mais observada, porque as trevas não permitem mais que seja reconhecida. Portanto, onde há erro também haverá ações erradas, pois ensinamentos errados resultam em pensamentos errados e isso, por sua vez, causa ações que contradizem a ordem divina. E o facto de o pensamento do mundo estar completamente errado é evidente pelas suas acções que representam uma única obra de destruição, que são dirigidas contra a vontade divina da criação, que causam o maior dano aos semelhantes e assim contradizem completamente o mandamento divino do amor.... Tais atos só podem dar à luz uma vontade errada, um pensamento errado, que novamente só emergiu do erro que está espalhado no mundo como verdade. Onde há erro, há também indelicadeza, pois onde o amor é ensinado e também praticado, há verdade, porque o próprio Deus, que é a verdade eterna, é também onde está o amor. Pois verdade e amor são inseparáveis.... E, portanto, o pensamento errado pode ser inevitavelmente concluído onde a indelicadeza se espalha, e o pensamento errado é o resultado de ensinamentos errôneos.... E é por isso que a verdade prevalecerá contra o erro, é por isso que o próprio Deus envia portadores da verdade entre os homens para lhes transmiti-la, para que encontrem o caminho para sair da situação caótica, para que conheçam a paz interior feliz que só a verdade lhes pode trazer, que tem um efeito tanto espiritual como terreno, porque as condições terrenas também melhorarão visivelmente, uma vez que a verdade se apoderou da humanidade e o amor também encontrou o seu caminho para dentro dela. Então haverá luz, paz e tranquilidade, porque com verdade e amor o próprio Deus está próximo das pessoas e dele emana constantemente luz e força e a alma humana encontra a paz na realização, no conhecimento certo que a torna inexprimivelmente feliz...._>Amém
Vertaler