Het is een ongeschreven wet dat de mensen elkaar moeten bijstaan, dat de sterke de zwakke helpt, dat nood en ellende zal worden gelenigd en ieder zal uitdelen wat hij bezit als het de ander ontbreekt. En deze ongeschreven wet wordt niet meer nageleefd, omdat het niet door aardse macht is bekrachtigd. De mensen vervullen alleen nog wat onder dwang van hen wordt geëist en dit is geen werk van naastenliefde, ofschoon het werk van liefde moet voorstellen. Alleen wat de mens uit innerlijke aandrift, uit gevoel van diepste liefde en erbarmen voor de medemens doet, kan door God als een werk van naastenliefde worden beschouwd. Maar deze innerlijke aandrang ontbreekt de mensen, omdat ze de liefde niet meer kennen. En al wordt ook van hen geëist zich voor de medemensen in te zetten, toch zijn dit werken waaraan het echt belangrijkste motief ontbreekt.
Het is liefde die wetmatig wordt beoefend, geen liefde zoals God ze van de mensen vraagt, zoals ze moet zijn om God gelijkende mensen te vormen die de aaneensluiting met God vinden. En toch is deze wet van God uit de mensen in het hart gelegd. Want ieder mens weet hoe hij moet handelen om welgevallig voor God te leven op aarde. Doch de innerlijke stem die hem ertoe aandrijft, wordt doodgezwegen. Ze wordt niet gehoord en het aanmanen ervan klinkt steeds zachter, tot ze geheel verstomt. En al wordt de mensen nu ook door de dienaren Gods de liefde gepreekt, al wordt hun ook de zegen of schade van hun levenswandel voorgehouden, ook op deze aanmaningen slaan ze geen acht. Ze zijn alleen bedacht op hun eigen welbevinden en gaan aan de nood van de medemens, aan zijn zwakheid en hulpeloosheid onaangedaan voorbij. Hun innerlijk is dood. De liefdesvonk is verstikt. Ze vervallen in liefdeloosheid en haat en zijn tot alle handelingen in staat die de medemens schade toebrengen aan lichaam en ziel.
Dit is een toestand die geen verandering meer doormaakt, die niet ten goede keert wanneer God zich niet met geweld openbaart. Wanneer Hij Zijn stem niet zo luid laat weerklinken dat angst en verschrikking de mensen aangrijpt en ze zich nu ernstig bezinnen op zichzelf en hun levenswandel. Want naar de stem van gelovige mensen luisteren ze niet en uit zichzelf keren ze niet terug op de weg van de liefde. En daarom openbaart God zelf zich, omdat Hij de mensen niet verloren wil laten gaan die alleen maar een aansporing nodig hebben om zich weer te bezinnen.
De liefde mag in het leven niet worden uitgeschakeld, of de mensheid gaat de algehele ondergang tegemoet. Want als de liefde bekoelt, is God op eindeloos verre afstand van het wezen dat Hij uit Zijn liefde liet ontstaan. Maar de liefdeloosheid onttrekt elke kracht aan het wezen en dus stevenen de mensen op de afgrond af, op de vernietiging, als ze de liefde buiten beschouwing laten die de oer-substantie van de goddelijke scheppingswerken is. Waar geen liefde is, kan God niet vertoeven. Maar God is de Behouder van alle dingen en zonder Hem en Zijn kracht storten Zijn scheppingswerken ineen. Zo ook de aarde en met haar elk schepsel, zodra de liefde ervan verdwijnt, zodra de mens zo liefdeloos is geworden dat God - Die als pure Liefde alleen daar kan zijn waar liefde is - Zijn liefde van hem terugtrekt.
Amen
VertalerE’ una Legge non scritta che gli uomini si debbano assistere reciprocamente, che il forte aiuti il debole, che venga lenita la miseria ed il bisogno ed ognuno elargisca ciò che possiede se all’altro manca. E questa Legge non scritta non viene più seguita, perché non è sanzionata dal potere terreno. Gli uomini adempiono solo ancora ciò che viene preteso da loro per costrizione e questo non è un’opera nell’amore per il prossimo, benché deve presentare l’agire d’amore. Solo ciò che fa per spinta più interiore, dal sentimento del profondissimo amore e compassione verso il prossimo, può essere considerato da Dio come opera dell’amore al prossimo. Ma questa spinta interiore manca agli uomini perché non conoscono più l’amore. Ed anche se da loro viene preteso di adoperarsi per il prossimo, sono comunque delle opere ai quali manca il leitmotiv. E’ l’amore che viene eseguito per legge, ma non è amore come Dio esige dagli uomini, come dev’essere per formare uomini simili a Dio, che hanno trovato l’unificazione con Dio. E questa Legge è comunque messa da Dio nel cuore degli uomini, perché ogni uomo sà come deve agire per vivere sulla Terra compiacente a Dio. Ma la voce interiore che lo spinge a questo, viene taciuta, non viene sentita ed il suo ammonimento suona sempre più piano finché non tace del tutto. Ed anche se attraverso i servitori di Dio viene predicato l’amore agli uomini, se viene loro tenuto davanti la Benedizione oppure il danno del loro cammino di vita, lasciano anche inosservati questi ammonimenti, sono soltanto interessati al loro proprio ben vivere e passano oltre intoccati alla miseria del prossimo, alla sua debolezza e disperazione, il loro interiore è morto, la scintilla d’amore soffocata, cadono nel disamore e nell’odio e sono capaci di tutte le azioni che causano del danno al prossimo nel corpo e nell’anima. Questo è uno stato che non sperimenta più nessun cambiamento, che non cambia nel meglio, se Dio non Si manifesta con Potenza, se non fa udire forte la Sua Voce, che gli uomini si spaventano ed hanno paura ed ora pensano seriamente a sé ed al loro cammino di vita. Perché non ascoltano la voce di uomini credenti e da sé stessi non trovano la via dell’amore. E perciò Si manifesta Dio, perché non vuole lasciare andare perduti gli uomini che hanno bisogno solo di un colpetto per ricordarsi di sé stessi. L’amore non dev’essere escluso nella vita, oppure l’umanità va incontro al totale naufragio. Perché se si raffredda l’amore, Dio E’ in infinita lontana distanza dall’essere che Egli ha fatto sorgere dal Suo Amore. Il disamore però sottrae all’essere qualsiasi Forza e quindi gli uomini vanno incontro all’abisso, alla distruzione, se lasciano inosservato l’amore che è la Sostanza Ur della divina Opera di Creazione. Dove non c’è l’amore, Dio non può dimorare. Ma Dio E’ il Conservatore di tutte le cose, ma senza di Lui e la Sua Forza le Sue Opere di Creazione si dissolvono, così anche la Terra e con lei ogni creatura appena scompare da lei l’amore, appena l’uomo sarà diventato così disamorevole, che Dio ritira da lui il Suo Amore, il Quale come puro Amore può Essere solo là dov’è l’amore.
Amen
Vertaler