Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Strijden of dienen - Arrogantie - Deemoed

Om rijp te worden moet de mens allerlei tegenstand overwinnen, omdat zijn klim omhoog alleen mogelijk is als hij strijdt of dient.

De afval van GOD heeft plaatsgevonden in zelfaanmatiging, door valselijk aan te nemen zo machtig te zijn dat het wezen met GOD zou kunnen breken, dat het ook zonder HEM in het volle bezit van kracht is. En dus wilde het geestelijke (wezen) heersen naast GOD om zich door het vergroten van de eigen kracht boven GOD te stellen.

En nu moet het de weg terug gaan; het moet, om met GOD te kunnen heersen op de eerste plaats zijn krachteloosheid inzien en nu om de hem ontbrekende kracht worstelen en vragen, in diepste deemoed moet het GOD dienen en het wezenlijke dat hem is toegevoegd. Het moet strijden of dienstbaar zijn, dus zichzelf overwinnen, het moet vanuit zijn aanmatiging terug tot deemoed worden en nu de kracht nastreven, die het eens bezat en bewees deze onwaardig te zijn. Dus moet het 't bewijs leveren (deze kracht) waardig te zijn en hiervan getuigen door worstelen en dienstbaar zijn. Dan ontwikkelt het geestelijke zich positief.

Maar is nu in de mens het gevoel om te heersen te sterk ontwikkeld, dan moet hij daar tegen strijden, hij moet dus een strijd voeren tegen zichzelf. En dit is beduidend zwaarder. Hij moet de deemoed ook tegenover de naaste beoefenen, hij moet de arrogantie die hij tegenover GOD had, aflossen doordat hij zich in dienende liefde tot zijn medemensen wendt.

Dezen zijn ook GOD's schepselen en voor GOD moeten ze als mensen worden behandeld en niet als onder hem staand, maar als gelijkwaardig worden aangezien. En zo de mens een heersersnatuur heeft, moet hij zich bijzonder overwinnen als hij aan deze eis wil voldoen. Hij moet dienen terwijl hij zou willen heersen, hij moet worstelen terwijl hij het voor het zeggen meende te hebben. Alleen zo kan hij zich positief ontwikkelen, want zijn wezen zal hem velerlei tegenstand laten voelen, tengevolge waarvan hij rijper kan worden.

En niet eerder zal hij zich hebben overwonnen tot hij zijn arrogantie van weleer opgeeft, tot hij klein en deemoedig tegenover GOD staat en begeert met HEM verenigd te zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Fight or serve.... arrogance.... humility....

In order to reach maturity the human being has to overcome resistance because his ascent is only possible if he fights or serves. The apostasy from God took place in self-conceit, in the wrong assumption of being so powerful that the being could renounce God, that it was also in full possession of power without Him. And thus the spiritual being wanted to rule alongside God in order to place itself above God by increasing its own strength. And now it has to take the path backwards.... in order to be able to reign with God it must first recognize its lack of strength and now wrestle and ask for the strength it lacks, it must serve God in deepest humility and the beingness which is associated with it.... It must fight or serve, thus overcome itself, it must emerge from its arrogance into humility and now strive for the strength it once possessed and proved itself unworthy of. It must therefore provide proof of its worthiness and bear witness to this through struggle and service. Then the spiritual develops to the height.... But if the feeling of dominance is too strongly developed in the human being, then he must fight against it, he must therefore wage a battle against himself. And this is considerably more difficult. He should also practice humility towards his neighbor, he must shed the arrogance he has shown towards God by turning to his fellow human beings in serving love. These are also God's creatures, and they should be treated as human beings before God and not be regarded as subordinate to him, but as equals. And since man is a ruler, he must overcome himself if he wants to fulfill this requirement. He must serve where he wanted to rule; he must wrestle where he thought he could rule. Only in this way can he develop to the heights, for his nature will bring him many resistances, which will enable him to mature. And he will not have overcome himself until he gives up his former arrogance, until he stands small and humble before God and desires to be united with Him....

amen

Vertaler
Vertaald door: Doris Boekers