• Terug

Het werkzaam zijn van de tegenstander en diens kluistering

In veelvoudige vorm werkt de tegenstander tegen God. En op velerlei manieren probeert hij Christus’ leer van liefde te ondermijnen. Haat en tweedracht zaait hij, waar de bodem er maar geschikt voor is en elke gelegenheid neemt hij te baat, de mensen tegen elkaar op te hitsen en hen te stijven in liefdeloosheid. Want hij probeert God te verdringen. Hij tracht al het goede te versplinteren en langzaam te veranderen tot het kwade. Hij probeert elk gevoel voor de waarheid uit te roeien en onder de mensen opvattingen te verspreiden, die geheel tegen de liefdeleer van Jezus Christus zijn gericht. En dus streeft hij ernaar Jezus Christus Zelf te verdringen, want met de waarheid wordt de mensheid ook het weten van de grootste Drager der waarheid ontnomen. En dat is het doel van de tegenstander Gods, want dan gaan ook de genaden van het verlossingswerk voor de mensen verloren, zodra de mens hiervan niet meer op de hoogte is en daarom de genaden ervan niet bewust begeert.

Jezus Christus moet echter erkend worden als Zoon van God en Verlosser van de wereld. Pas dan kan Hij de mens de genaden van Zijn verlossingswerk doen toekomen en pas dan is het hem mogelijk, vrij te worden uit de macht van de tegenstander van God. Maar de wil van de mensen geeft zelf deze buitensporige macht aan de tegenstander, want als de mensen zich zouden verweren, zo ze hun wil helemaal aan God zouden willen overgeven, dan zou de macht van de tegenstander gebroken zijn. En ook het op de hoogte zijn van het verlossingswerk en het geloof eraan, zou de mensen, die op God aansturen, niet afgenomen kunnen worden.

Toch laat God op dezelfde wijze Zijn Kracht naar de aarde stromen, opdat de mensen in staat zijn het werkzaam zijn van de tegenstander te onderkennen en hem te weerstaan. En dus is er een strijd tussen de goede en de slechte geestelijke wereld. Het is een voortdurend worstelen met als doel, invloed te verkrijgen op het denken van de mensen en ze op de goede weg te leiden. Want pas als het denken van de mens juist is, ziet hij de waarheid in en begeert hij ze. Maar de goede krachten hebben weinig succes. De mensen zijn helemaal zonder enige liefde. Dus heeft de tegenstander van God gemakkelijk spel, ze voor zich te winnen en ze geven zonder weerstand aan zijn invloed toe. En dus ontdoen ze zich zelf van elk geloof en elke genade, omdat hun wil bereid is het grootste werk van Liefde te loochenen, daar ze zelf niet in staat zijn liefde te beoefenen en ze dus ook niet het Liefdeswerk van Christus begrijpen. En zo zullen ontelbare mensen aan activiteiten van de tegenstander ten prooi vallen.

Maar God, in Zijn oneindige Liefde en Barmhartigheid, zal zijn handelen maar tot op zekere hoogte dulden, want zodra diens optreden zich tegen God Zelf richt, zodra naar aanleiding van zijn invloed openlijk wordt opgetreden tegen ieder mens, die Jezus Christus nog bekent, is dit een openlijke strijd tegen God, die Hij niet zonder vergelding laat. Want nu wordt het een ongelijke strijd, doordat de mens niet meer de vrije beslissing voor God of voor Diens tegenstander gelaten wordt. Integendeel, hem mag geen keus overblijven, dan zich zonder enige terughoudendheid voor de tegenstander Gods te verklaren. De mensen worden gedwongen hun geloof prijs te geven, en wel juist diegenen, die nog aan Hem willen vasthouden, want de andere doen al tevoren vrijwillig afstand van hun geloof.

Maar God zal nooit Zijn tegenstander de overhand laten krijgen, Hem te verdringen. En Zijn laatste ingrijpen ontneemt hem elke macht en elke kracht. Voor Hij hem echter kluistert, staat Hij de gelovige mensen op buitengewone wijze bij, omdat terwille van de ongelovigen, de heftige strijd om het geloof moet ontbranden, omdat dezen de kracht van het geloof moeten inzien en omdat het buitengewone werkzaam zijn van de gelovigen hen nog terug kan brengen om te geloven, als ze niet volledig in de macht van de tegenstander zijn. Maar tenslotte zal het ondraaglijk worden voor de gelovigen, die de satan tracht te dwingen aan hem onderworpen te zijn. En dan is het moment gekomen, dat zijn macht breekt, dat God een einde maakt aan zijn doen en laten, dat Hij hem vernedert en hem alle macht uit handen rukt.

En krachteloos zullen allen zijn, die hem huldigden. Krachteloos zullen ze aan de Hand Gods zijn prijsgegeven, Die rechtsprekend nu de geesten van elkaar scheidt; die alles totaal verdelgt, wat niet onder Zijn vaandel heeft gestreden, en de weinigien, die Hem zijn toegedaan, beloont, zoals Hij het heeft beloofd. En al woedt de tegenstander tevoren nog zo erg, het uur komt, waarin aan zijn handelwijze een einde is gesteld en dit uur is niet meer ver. En daaraan zult u het einde herkennen, dat de satan zonder erbarmen woedt, dat hij de mensen tegen elkaar opzet, dat hij hen gedachten ingeeft, die getuigen van ongehoorde wreedheid en liefdeloosheid en dat hij hen zal aanzetten, elkaar te kwellen. Dan is ook de wereld rijp voor de ondergang. Dat wil zeggen de aarde en alles wat erop bestaat wordt door de Wil van God omgevormd en vernietigd, nadat God de Hem trouw toegedane mensen tot Zich heeft gehaald, opdat ze aan de macht van de satan worden ontrukt.

Amen

Das Wirken des Widersachers und dessen Binden....

In vielfacher Form arbeitet der Widersacher gegen Gott, und in mancherlei Weise sucht er, die Liebelehre Christi zu untergraben. Haß und Zwietracht sät er, wo nur der Boden dafür tauglich ist, und jede Gelegenheit nützet er, die Menschen gegeneinander aufzureizen und sie in Lieblosigkeiten zu bestärken. Denn er sucht Gott zu verdrängen; er sucht alles Gute zu zersplittern und langsam zum Bösen zu wandeln; er sucht jegliches Empfinden für die Wahrheit auszumerzen und unter die Menschheit Ansichten auszustreuen, die völlig gegen die Liebelehre Jesu Christi gerichtet sind. Und also suchet er, Jesus Christus Selbst zu verdrängen, denn mit der Wahrheit wird auch der Menschheit das Wissen um den größten Wahrheitsträger auf Erden genommen, und das bezwecket der Gegner Gottes, denn dann gehen den Menschen auch die Gnaden des Erlösungswerkes verlustig, sowie der Mensch um dieses nicht mehr weiß und daher die Gnade dessen nicht bewußt begehrt. Jesus Christus muß aber anerkannt werden als Gott-Sohn und Erlöser der Welt, dann erst kann Er den Menschen die Gnaden Seines Erlösungswerkes zuwenden, und dann erst ist es ihm möglich, frei zu werden aus der Gewalt des Gegners von Gott. Doch der Wille der Menschen gibt dem Widersacher selbst diese übermäßige Gewalt, denn so sich die Menschen zur Wehr setzen würden, so sie ihren Willen Gott zu eigen geben möchten, wäre die Macht des Gegners gebrochen, und auch das Wissen um das Erlösungswerk und der Glaube an dieses könnte den Menschen nicht genommen werden, die zu Gott streben. Dennoch läßt Gott gleicherweise Seine Kraft zur Erde strömen, auf daß die Menschen fähig sind, das Wirken des Widersachers zu erkennen und ihm zu widerstehen. Und also ist ein Kampf zwischen der guten und der bösen geistigen Welt, es ist ein ständiges Ringen darum, Einfluß zu gewinnen auf das Denken der Menschen und sie auf den rechten Weg zu führen. Denn erst wenn das Denken des Menschen recht ist, erkennt er die Wahrheit, und er begehrt sie. Doch die guten Kräfte haben wenig Erfolg.... die Menschen sind bar jeder Liebe. Also hat der Gegner Gottes ein leichtes Spiel, sie für sich zu gewinnen, und sie geben seinem Einfluß ohne Widerstand nach.... Und also entäußern sie sich selbst jeglichen Glaubens und jeglicher Gnade, weil ihr Wille bereit ist, das größte Liebeswerk zu leugnen, da sie selbst unfähig sind, die Liebe zu üben, und sie also auch das Liebeswerk Christi nicht fassen. Und so werden unzählige Menschen dem Treiben des Widersachers zum Opfer fallen....

Gott aber in Seiner unendlichen Liebe und Barmherzigkeit wird sein Treiben nur bis zu einem gewissen Grade dulden, denn sowie sich dessen Vorgehen gegen Gott Selbst richtet, sowie auf seinen Einfluß hin offen vorgegangen wird gegen jeden Menschen, der Jesus Christus noch erkennt, ist dies ein offener Kampf gegen Gott, den Er nicht unvergolten läßt. Denn nun wird es ein ungleicher Kampf, indem dem Menschen nicht mehr der Entscheid frei gelassen wird für Gott oder für Dessen Gegner, sondern ihm keine Wahl mehr bleiben soll, als sich rückhaltlos für den Gegner Gottes zu bekennen.... Es werden die Menschen gezwungen zur Hingabe des Glaubens, zwar nur jene, die noch an ihm festhalten wollen, denn die anderen geben ihren Glauben zuvor schon freiwillig hin. Doch Gott lässet nimmermehr Seinen Gegner die Macht gewinnen, Ihn zu verdrängen, und Sein letzter Eingriff nimmt ihm jegliche Macht und jegliche Kraft.... Bevor Er aber ihn bindet, steht Er den gläubigen Menschen außergewöhnlich bei, weil um der Ungläubigen willen der heftige Kampf um den Glauben entbrennen muß, weil diese die Kraft des Glaubens erkennen sollen und weil das außergewöhnliche Wirken der Gläubigen sie noch zurückführen kann zum Glauben, so sie nicht völlig in der Gewalt des Gegners sind. Doch zuletzt wird es unerträglich werden für die Gläubigen, die der Satan zu zwingen versucht, ihm hörig zu sein. Und dann ist die Stunde gekommen, daß seine Macht zerbricht.... daß Gott seinem Treiben ein Ende setzet, daß Er ihn demütigt und ihm alle Gewalt aus den Händen reißt.... Und kraftlos werden alle sein, die ihm huldigten, kraftlos werden sie der Hand Gottes preisgegeben sein, die richtend nun die Geister scheidet voneinander, die alles restlos vertilgt, was nicht unter Seiner Fahne gestritten hat, und die wenigen Ihm-Ergebenen lohnet, wie Er es verheißen hat. Und wütet der Gegner zuvor noch so sehr, es kommt die Stunde, da seinem Treiben ein Ende gesetzt ist, und diese Stunde ist nicht mehr fern. Und daran werdet ihr das Ende erkennen, daß der Satan ohne Erbarmen wütet, daß er die Menschen gegeneinander hetzt, daß er ihnen Gedanken eingibt, die von unerhörter Grausamkeit und Lieblosigkeit zeugen, und daß er sie bestimmen wird, sich gegenseitig zu zerfleischen. Dann ist auch die Welt reif zum Untergang, d.h., die Erde und alles auf ihr Bestehende wird durch den Willen Gottes umgestaltet und vernichtet, nachdem Gott die Ihm treu ergebenen Menschen zu Sich geholt hat, auf daß sie der Gewalt des Satans entrückt werden....

Amen