De goddelijke Liefde tracht de mensen het licht te brengen en ze nemen het licht niet aan. Doch de wil van de mens is vrij en dus kan hij niet door middel van dwang tot inzicht worden gebracht. Dus de genade Gods die de mensen toestroomt wordt niet benut, omdat de wil zich daartegen verzet. Bijgevolg moet de wil als eerste gelden. De genade Gods kan pas werkzaam worden als de mens van zins is deze bij zich werkzaam te laten zijn. Er is geestelijke duisternis in de wereld, want al wil God de mensen voortdurend met Zijn genade bedenken, ze slaan er geen acht op en het blijft donker in hen en zonder licht.
En daarom moeten de mensen op een andere manier leren beseffen hoe weinig ze door de Geest Gods zijn verlicht. Ze moeten zelf op tegenstrijdigheden stuiten van de zijde waar ze de waarheid en het licht vermoeden. Ze moeten zich voor vragen gesteld zien, waarvan de beantwoording zich aan hun kennis onttrekt, zodat ze nu vanzelf de weg gaan die hun het inzicht oplevert. Want Gods liefde en zorg leidt Zijn schepselen onophoudelijk zo, dat ze tot de waarheid kunnen komen wanneer in hen de wil ernaar actief wordt.
De gaven van de Geest zijn waarlijk de enige garantie voor de zuivere waarheid en wat daar niet mee overeenstemt, kan zonder bezwaar als onwaarheid worden afgewezen. De gaven van de Geest moeten met elkaar in onderling verband staan. Ze moeten helder en begrijpelijk uitsluitsel geven over het werkzaam zijn en besturen van God in het universum, zowel in het aardse als in het geestelijke rijk. Maar ze moeten ook als zodanig worden aangenomen. Dat wil zeggen: de goddelijke oorsprong moet worden erkend, willen ze op de mensen als een uiting van de kracht van God inwerken. Want de gaven van de Geest zijn genadegaven, uit overgrote Liefde van God de mensen aangeboden, opdat de weg omhoog gemakkelijker kan worden afgelegd.
Maar doeltreffend kunnen deze genadegaven alleen zijn, wanneer de mens ze ook als zodanig in ontvangst neemt, wanneer hij geen weerstand biedt doordat hij ze afwijst, zich daarentegen gelovig aan hun werking overgeeft, waartoe zijn wil noodzakelijk is. Maar biedt de mens weerstand, dat wil zeggen: verweert hij zich er innerlijk tegen, dan is de uitwerking uitgesloten, daar anders de mens tegen zijn wil naar het licht, dat wil zeggen: naar het weten werd geleid, dus zijn wilsvrijheid beknot werd. Genade is een geschenk, dus een gave, waarop de mens geen aanspraak maakt. Toch vraagt God van de mensen dat op Zijn genadegave acht wordt geslagen, dat ze wordt afgesmeekt en dankbaar in ontvangst wordt genomen, wanneer ze als genade werkzaam moet zijn. Bijgevolg is het ook juist wanneer de genade Gods als op de eerste plaats wordt gekenmerkt. Maar als de genade niet werkzaam is, wordt ze door de mensen ook niet als genade ervaren.
Amen
VertalerO amor divino procura trazer a luz às pessoas e elas não aceitam a luz.... Contudo, a vontade do ser humano é livre e, portanto, não pode ser compulsoriamente levada à realização; assim, a graça de Deus, que flui para as pessoas, não é usada porque a vontade resiste a ela. Consequentemente, o testamento deve ser aplicado primeiro.... A graça de Deus só pode tornar-se eficaz se o ser humano estiver disposto a deixá-la trabalhar nele. Há escuridão espiritual no mundo, pois mesmo que Deus queira constantemente prover as pessoas com Sua graça, elas não prestam atenção a ela e ela permanece escura e sem luz nelas.... E por isso as pessoas devem aprender a reconhecer de uma maneira diferente o quão pouco são iluminadas pelo espírito de Deus.... Eles próprios devem encontrar contradições por parte daqueles onde assumem a verdade e a luz.... Eles devem ver-se confrontados com perguntas cujas respostas estão para além do seu conhecimento, para que agora tomem o caminho de sua própria vontade que lhes traz conhecimento. Pois o amor e o cuidado de Deus guia constantemente as Suas criações de tal forma que elas podem chegar à verdade se a vontade para isso for despertada nelas. Os dons do Espírito são verdadeiramente a única garantia da pura verdade, e o que não corresponde a ela pode ser rejeitado sem hesitação como inverdade. Os dons do espírito devem estar inter-relacionados, eles devem fornecer de forma clara e compreensível informações sobre o trabalho e a atividade de Deus no universo, tanto no reino terreno como no espiritual..... Mas também devem ser aceites como tal, ou seja, a origem divina deve ser reconhecida para que tenham um efeito sobre o ser humano como expressão da força de Deus. Pois os dons do espírito são dons de graça, oferecidos às pessoas por Deus por imenso amor, para que o caminho da ascensão possa ser percorrido mais facilmente.... No entanto, estes dons de graça só podem ser eficazes se o ser humano os aceita como tais, se não lhes resiste rejeitando-os mas entregando-se fielmente ao seu efeito, o que exige a sua vontade. Mas se o ser humano resiste, isto é, se resiste interiormente, então o efeito está fora de questão, caso contrário o ser humano seria levado à luz, isto é, ao conhecimento, contra a sua vontade, assim a sua liberdade de vontade seria cerceada. A graça é um dom, portanto um dom ao qual o ser humano não tem direito; no entanto, Deus exige das pessoas que o seu dom de graça seja respeitado, que seja solicitado e recebido com gratidão para que funcione como graça.... Consequentemente, também é correto quando a graça de Deus é referida primeiro, mas se a graça não for eficaz, não será percebida como graça pelo ser humano...._>Amém
Vertaler