Wat zich in opgaande lijn ontwikkelt, is ook aan bijzondere bekoringen van de kant van de onderwereld blootgesteld, want de strijd van de duisternis tegen al het lichtvolle en het naar het licht strevende, wordt met volharding gevoerd en vergt een taaie weerstand.
En daarom moet de mens elke geestelijke strijd beschouwen als een bewijs dat ook hij behoort tot diegenen die zich positief ontwikkelen, en dat deze gevechten alleen maar zijn wil beproeven en hem ook sterker laten worden.
Er zal geen mens die worstelt zonder hulp blijven en zijn ziel wordt behoed door lichtwezens, die deze strijd wel zien en steeds bereid zijn hulp te bieden, omdat ze op de hoogte zijn van de zwakheden van de mens, maar ook van hun wil de zwakheden meester te worden. Ook zij verlangen naar waarde geschat te worden voor hun hulp, ze willen echter meer geven dan ze ontvangen van de mens, ze verlangen (van hen) alleen opmerkzaamheid om hun een weten over te brengen dat gelukkig maakt.
En anderzijds draagt dit weten ertoe bij zich tegen de krachten van de onderwereld te weer te kunnen stellen, dus als overwinnaar tevoorschijn te komen in de strijd tegen kwade krachten. Want tegenover een mens die weet, zijn de wapens van de kwade machten zonder uitwerking, want hij onderkent hun list en kan er met succes tegen optreden. Een zeker gevaar bestaat er alleen, zolang als onverschilligheid zich van de mens meester maakt en hij verzuimt hier tegen te strijden, en dat is juist gevaarlijk, omdat de tegenstander van GOD dadelijk bereid is de onverschilligheid van de wil van de mens in zijn greep te krijgen en dat dan de strijd steeds zwaarder wordt die de mens moet voeren.
Want het is de sterke kant van de mens dat hij zich dadelijk overgeeft aan GOD en HEM om bescherming vraagt, en hij deze weg zal gaan door het weten dat hij ontvangen heeft. Daarom heeft de tegenstander van GOD slechts geringe vooruitzichten om een ziel die op GOD aanstuurt voor zich te winnen, ofschoon zij (de ziel) geconfronteerd wordt met verleidingen in de vorm van geestelijke neerslachtigheid, depressies, die zich steeds dan voordoen, wanneer de mens zich sterk genoeg waant en minder beroep doet op de hulp van GOD.
GOD wil altijd geraadpleegd worden, Hij wil de mens steeds als Leider bijstaan onder alle omstandigheden van het leven, maar HIJ wil ook altijd aangeroepen worden, en als de mens dit nalaat, trekt GOD Zich schijnbaar van hem terug en laat hem in nood geraken om hem daardoor weer aan Zich te binden, om uit het diepst van het hart weer te worden aangeroepen, opdat door dit roepen de krachten van de onderwereld worden verdrongen en het omhoog klimmen nu zonder moeite kan voortgaan. Want GOD wil het de mensen makkelijk maken, maar de zwakheid van de wil verzwaart hun de weg omhoog.
Amen
VertalerWhat develops upwards is also exposed to particular temptations from the underworld, for the battle of darkness against everything full of light and striving towards the light is waged with perseverance and requires tenacious resistance. And this is why the human being should regard every spiritual battle as proof that he, too, belongs to those striving upwards and that these battles only test his will and also strengthen it. No struggling person will remain without help, and his soul will be protected by beings of light who well see this battle and are always willing to help because they know about the human being's weakness but also about their will to overcome it. They, too, demand their tribute for their help, but they want to give more than they receive from man.... they only demand attention in order to impart a knowledge that makes them happy. And this knowledge in turn helps them to defend themselves against the forces of the underworld, i.e. to emerge victorious in the battle against evil forces. For the weapons of evil forces are ineffective against a knowledgeable person, because he recognizes their cunning and can take victorious action against them. A certain danger only exists as long as man is seized by indifference and he neglects to fight against it, and this state is dangerous because God's adversary is immediately prepared to seize man's indifferent will and then the fight becomes an ever more difficult one which man has to wage. For this is the human being's strength, that he immediately surrenders to God and appeals to Him for protection and he will also take this path due to the knowledge he has received. This is why God's adversary has little chance of winning over a soul which strives towards God, even if the temptations approach it in the form of spiritual defeats which always occur when the human being believes himself to be strong enough and makes less use of God's help. God always wants to be consulted, He always wants to stand by the human being as a guide in all situations in life, but He also always wants to be called upon, and if the human being neglects this, God seemingly withdraws from him and lets him get into trouble in order to chain him to Himself again, in order to be called upon again from the innermost heart, so that through this call the forces of the underworld are displaced and the ascent upwards can now take place without effort. For God wants to make it easy for people, yet the weakness of will makes the path to ascent difficult....
Amen
Vertaler