Het is in het goddelijk besluit voorzien dat er een tijd van ontzaglijk leed over de aarde komt ter wille van de menselijke ziel. Redding van dezen zal alleen nog door veel leed mogelijk zijn en dus zal de mensheid veel kommer en nood hebben te verdragen, welke een verandering van het denken tot gevolg moet hebben. En er zullen vele rechtvaardigen moeten lijden ter wille van deze zielen en dit dient weer hun positieve geestelijke ontwikkeling en de vervolmaking van hun ziel. Ze zijn als het ware gedwongen, hun toestand van lijden die ze niet geheel kunnen ontgaan, aan hun medemensen op te offeren. Dat wil zeggen als ze deze zonder morren en klagen dragen en zich berustend in alles schikken, offeren ze als het ware al het leed op aan diegenen die loutering nodig hebben.
De rechtvaardige moet met de onrechtvaardige lijden en vaak de gevolgen van de levenswandel van de laatsten mee verdragen, maar de toestand van rijpheid van zijn ziel laat hem ook de noodzakelijkheid inzien van datgene wat God over de mensen zendt, en zo schikt hij zich zonder klagen in zijn lot. Hij is al doordrongen van de wil van God en biedt Hem geen tegenstand in zijn denken en voelen. Veel meer probeert hij de medemensen de zin en het doel van de zware beproeving duidelijk te maken en hen te bewegen afstand te nemen van de wereld en zich te wijden aan de zorg voor hun ziel. Hij houdt hen hun verkeerde levenswandel voor en de gevolgen ervan, en helpt diegenen die te zwak en toch van goede wil zijn.
De rechtvaardige moet met de onrechtvaardige lijden. Toch zal voor hem het leed draaglijk zijn omdat hij niet zonder God zijn weg over de aarde gaat. Hij zal kracht ontvangen en het leed niet zo zwaar voelen als de medemens die loutering nodig heeft, en dus schikt hij zich berustend in de goddelijke wil. En als hij zijn leven moeten laten, dan wordt hem dubbele genade verleend in het rijk hierna, zodat hij de genaden van het leven op aarde niet verliest als hij zijn graad van rijpheid nog niet heeft bereikt. Dan heeft hij zijn leven gegeven voor de medemensen en dit zal hem vergolden worden. Want God geeft allen naar hun verdiensten en elk onverdiend leed heeft de rijkste zegen tot gevolg, zodra de mens zich berustend schikt in alles wat God hem zendt.
Amen
VertalerEstá previsto no conselho divino que um tempo de sofrimento indescritível virá sobre a Terra, por causa das almas humanas. Sua salvação só será possível através de muito sofrimento, e assim a humanidade terá que suportar muita tristeza e dificuldades que resultarão em uma mudança de pensamento. E muitas pessoas justas terão que sofrer por causa dessas almas, e isso novamente lhes serve para um desenvolvimento espiritual mais elevado e para a perfeição de suas almas. São, por assim dizer, obrigados a sacrificar o seu estado de sofrimento, do qual não podem escapar completamente, aos seus semelhantes, ou seja, se suportam isso sem resmungar e sem se queixarem e se entregam a tudo, estão, por assim dizer, a sacrificar todo o sofrimento aos que necessitam de purificação. O justo deve sofrer com os injustos e muitas vezes também suportar as conseqüências do seu modo de vida, mas o seu estado de maturidade espiritual também lhe permite reconhecer a necessidade do que Deus envia sobre as pessoas, e assim ele se rende ao seu destino sem se queixar. Ele já está permeado pela vontade de Deus e não se opõe a Ele em seu pensamento e sentimento. Ao contrário, ele tenta tornar claro o significado e o propósito da difícil prova para os seus semelhantes e movê-los para se distanciarem do mundo e se dedicarem ao cuidado de suas almas. Ele os reprova por seu modo de vida errado e suas conseqüências e ajuda aqueles que são muito fracos e ainda assim têm boa vontade. O justo deve sofrer com os injustos, mas o sofrimento será suportável para ele, porque ele não andará no seu caminho terreno sem Deus. Ele receberá forças e não sentirá o sofrimento tão severamente como o seu semelhante que necessita de purificação, e assim se submete à vontade divina. E se ele tiver que renunciar à sua vida, então lhe será concedida uma dupla graça no reino do além, para que não perca as bênçãos da vida terrena se ainda não tiver alcançado o seu estado de maturidade. Então ele terá dado a sua vida pelos seus semelhantes, e será recompensado por isso. Porque Deus dá a todos segundo os seus méritos, e todo sofrimento imerecido resulta na mais rica bênção, assim que o ser humano se submete humildemente a tudo o que Deus lhe envia...._>Amém
Vertaler