Wanneer van de mensen geëist wordt, de leer van de onfeilbaarheid van het hoofd van de kerk te geloven, dan betekent dat zoveel als dat nu zonder kritiek alle verdere leren of voorschriften aanvaard of aangenomen moet worden, die het hoofd van de kerk opstelt. En daardoor wordt het nadenken en beslissen van de mens, dat toch noodzakelijk is, daar hij eens ter verantwoording zal worden geroepen voor zijn houding tegenover God, uitgeschakeld. Ieder mens moet voor zichzelf verantwoording afleggen, dus moet hij ook zelf beslissen in volle vrijheid van wil.
Om echter een beslissing te kunnen nemen, moet hij kunnen onderzoeken en nadenken waarvoor hij kiezen moet.
Niet echter zo, dat een enkel mens een beslissing neemt en deze mens van vele duizenden mensen eist dat zij zich bij zijn beslissing neerleggen. En bovendien wordt deze eis ook nog in de vorm van een gebod - een leerstelling - gekleed, wat onherroepelijk het geval is, wanneer ieder kerkelijk gebod als in overeenstemming met de wil van God geaccepteerd moet worden, omdat hieraan de onfeilbaarheid van het hoofd van de kerk zogenaamd ten grondslag ligt. Deze leerstellingen worden dan zonder enig bezwaar aangenomen, zonder dat de mens zich duidelijkheid verschaft over de zin en het doel ervan. Het gevolg ervan is, dat mechanische handelingen worden uitgevoerd, die met een vrije beslissing, met een diep geloof en met innige verbondenheid met God niets te maken hebben.
Er werd een godsdienst geconstrueerd, die in werkelijkheid geen godsdienst is. Er werden gebruiken ingesteld, die min of meer alleen maar vormen zijn.
De tegenstander is erin geslaagd, de mensen onder de dekmantel van vroomheid van de waarheid te vervreemden, hen te verhinderen om zelf na te denken en dus ook om een vrije beslissing te nemen. Want Gods tegenstander belemmert dit alles door de leer van de onfeilbaarheid. Want als deze leer voor de mens aannemelijk wordt gemaakt, dan behoeft hij ten aanzien hiervan dus zelf niet meer zijn houding te bepalen. Hij aanvaardt dan zonder te onderzoeken, hij hoeft dan zelf geen beslissing te nemen, want iemand anders heeft al voor hem beslist. Op die manier echter wordt de vrije wil niet gebruikt. In plaats daarvan moet de mens geloven wat hem als leerstuk wordt aangeboden, wil hij niet in conflict komen met deze ene, door de kerk als zo belangrijk voorgestelde geloofsleer, dat het hoofd van de kerk nooit kan dwalen of verkeerde maatregelen kan treffen als hij een uitspraak doet die de kerk betreft. Voor God is echter alleen de vrije wilsbeslissing van waarde, maar deze moet de mens zelf nemen. Hij moet dus over elk voor of tegen nadenken wat hem als geloofsleer wordt voorgelegd. Pas datgene, waar de mens in zijn hart van overtuigd is, kan geloof genoemd worden. Echter niet datgene, waar hij onder dwang voor uitkomt.
Want een door God gewilde geloofsleer zal iedere beproeving doorstaan en met des te meer overtuiging worden aangenomen, hoe grondiger de mens er zich mee bezighoudt.
Wat echter niet van God komt, zal geen enkele toetsing doorstaan en zal verworpen worden door ieder mens, die serieus alle moeite doet inzicht te verwerven.
Amen
VertalerLorsqu’il est exigé des hommes de croire à la doctrine de l'infaillibilité du chef de l'église, cela signifie que maintenant chaque doctrine ou disposition ultérieure que le chef de l'église établit, doit être reconnue ou acceptée sans critique. Et donc la réflexion ou la décision de l'homme est exclue, chose qui cependant est indispensable si un jour l'homme doit répondre de sa prédisposition envers Dieu. Chaque homme doit répondre pour lui-même, par conséquent il doit se décider tout seul dans une très pleine liberté de la volonté. Mais pour pouvoir se décider, il doit pouvoir examiner et réfléchir sur ce qu’il doit décider. Et il ne devrait pas être possible qu’une seule personne décide et que cette personne exige maintenant de milliers et de milliers d'autres hommes que ceux-ci suivent sa décision et que cette exigence soit exprimée sous la forme d'un commandement (une doctrine), ce qui est indiscutablement le cas lorsque chaque commandement de l'église doit être reconnu comme correspondant à la Volonté de Dieu, parce qu'à sa base il y a la présumée infaillibilité du chef de l'église. Ces enseignements sont maintenant acceptés sans réfléchir, sans que l'homme en clarifie le sens et le but, et la conséquence de cela est que des actions mécaniques sont effectuées mais elles n'ont rien à faire avec la libre décision, avec une profonde foi et une intime union avec Dieu. Une fonction religieuse a été construite, alors qu’en Vérité elle n'en est pas une. Des usages ont été institués, alors qu’ils sont plus ou moins seulement une formalité sans contenu spirituel. L’action de l'adversaire a réussi à éloigner les hommes de la Vérité sous le manteau de la religiosité, à les entraver dans leur faculté de penser et donc aussi dans leur libre décision, parce que tout ceci a été interdit par l'adversaire de Dieu au moyen de la doctrine de l'infaillibilité. Parce que lorsque cette doctrine est rendue crédible aux hommes, eux-mêmes ne doivent plus prendre position. Ils doivent donc reconnaître sans examiner, et ensuite ils ne doivent pas décider, parce que déjà quelqu’un d’autre a décidé pour lui et il ne peut donc pas employer sa libre volonté, et ainsi la libre volonté n'est pas utilisée, et l'homme doit croire ce qui lui est offert comme une doctrine de foi, s'il ne veut pas entrer en conflit avec celle présentée par l'église comme doctrine de foi très importante, à savoir que le chef de l'église ne peut jamais se tromper ou prendre de fausses dispositions lorsqu’il prononce une décision qui concerne l'église. Devant Dieu seulement la libre décision a de la valeur, celle-ci cependant doit provenir de l'homme lui-même et il doit réfléchir aussi sur le pour et le contre de ce qui lui est soumis comme doctrine de foi. Seulement ce que l'homme peut affirmer dans le cœur peut être appelé foi, mais pas ce qu’il confesse par obligation. Parce qu'une Doctrine de foi voulue par Dieu résistera à chaque examen et pourra donc être acceptée avec plus de conviction, d’autant plus profondément que l’homme s'en occupe. Mais ce qui n'est pas de Dieu, ne résiste à aucun examen et sera rejeté de tout homme qui lutte sérieusement pour la connaissance.
Amen
Vertaler