• Terug

Het verstand van de verstandigen zal worden verworpen

Het wapen van de wijze der wereld is de bewijsvoering en met dit wapen is hij steeds in staat zich in de wereld te handhaven, d.w.z. zijn wijsheid is onaantastbaar zodra hij het verworven weten met bewijzen kan staven. En wie twijfelt aan dit weten geldt als dwaas. Daarentegen is geestelijk weten niet met bewijzen aan te tonen, het is niet d.m.v. onderzoek te verkrijgen en niet systematisch aan de medemens over te dragen, want geestelijk weten is geen product van het verstandsdenken van de mens, maar een product van een liefdevol hart. Dus heeft het geestelijk weten niets gemeen met de aardse wijsheid en kan derhalve ook niet door wijzen van de wereld worden beoordeeld, want dezen staan geheel vreemd tegenover het geestelijk weten, ze zijn niet bekwaam enige kritiek te leveren, zolang ze niet zelf door aktief werkzaam te zijn in de liefde, in de kring van de wetenden zijn opgenomen. En zo zal de wijze der wereld zijn wijsheid niet kunnen gebruiken om bewijzen te leveren, om geestelijke waarheden te te weerleggen. Want hij zal een tekort moeten toegeven, hij zal moeten toegeven dat zijn werelds weten niet toereikend is om in geestelijk gebied binnen te dringen.

Maar het geestelijk goed verkregen door werkzaam te zijn in de liefde, zal aardse wijsheid omvergooien zodra deze wijsheden betrekking hebben op buiten de aarde liggen gebieden. Geestelijk weten zal andere resultaten opleveren dan wat de wijzen der wereld hebben verworven, dus zal de geestelijk wetende ook elke bewijsvoering mijden en voor ontoereikend houden en het verstandsdenken van de mensen eveneens beschouwen als niet dienend als maatstaf, en daarom wordt het wereldse weten niet erg gewaardeerd door mensen die in het geestelijk weten zijn doorgedrongen. Want ze zien in, dat dit onvolmaakt en gebrekkig is, daar het er niet in het minst toe bijdraagt, de mensen binnen te leiden in het inzicht, en goddelijke wijsheden daar nooit of te nimmer door kunnen worden verkregen.

Maar daarenboven zal ondanks bewijsvoering de wijsheid der wijzen van de wereld verkeren in dwaling. Want de mensen die nooit op de goddelijke GEEST acht hebben geslagen, wier gedachten zich dus nooit ophielden naar geestelijke richtingen toe, zullen nu moeten inzien, dat mensen zonder wereldse scholing in weten de meerdere van hen zijn en dus zullen ze ook datgene als waarheid moeten erkennen wat hun onderzoekingen en de resultaten ervan tegenspreekt. Ze zullen moeten inzien dat de werkzaamheid van het verstand niet alleen garant staat voor de juiste wijsheid. Het verstand van de verstandigen zal worden verworpen en de wijsheid van de wijzen vernietigd. En dat in overeenstemming met de geestelijke instelling van de alleen maar werelds onderzoekende tegenover GOD, daar zonder de verlichting van de GEEST geen mens de waarheid kan bezitten en zonder de erkenning en het willen gaan naar GOD, de mens niet kan worden verlicht, omdat dit laatste een toestromen van de Kracht uit GOD is, dat alleen daar kan plaats vinden waar geopende opnamevaten voor dit toestromen klaar staan, daar anders de stroom van Kracht geen verblijfplaats vindt om opgenomen te worden.

Alle geestelijke voortbrengselen waarbij niet de geestelijke Kracht uit GOD werd gevraagd of benut, hebben geen waarde en ze zullen ook steeds weer worden voorbijgestreefd of verworpen, want het verstandelijk denken blijft niet bij een resultaat stil staan, omdat het van de waarheid ervan nooit volledig is overtuigd. Geestelijke resultaten daarentegen die met medewerking van de goddelijke GEEST zijn ontstaan, blijven ook altijd en eeuwig onveranderlijk omdat ze beantwoorden aan de waarheid en ook als zodanig worden ingezien door de mensen die serieus worstelen om de waarheid. Elke goddelijke waarheid blijft ver af bij de mens die alleen verstandelijk denkt, hij begeert ze niet en als ze hem wordt aangeboden, herkent hij ze niet, en dus wordt hij noch wijs noch waarheidslievend en zo zal hem ook zijn wapen, de bewijsvoering uit zijn handen worden ontwrongen, want tegenover de geestelijke resultaten, die een rechtstreekse uitstraling van GOD zijn, zal ook de bewijsvoering niet kunnen bestaan, want zijn tegenstanders strijden met een wapen, dat deze niet bezit.

Het zal duidelijk zichtbaar worden wat door het werkzaam zijn van de GEEST is aangekondigd en zodoende het bewijs leveren dat enkel en alleen daar de waarheid is, waar de GEEST GOD's wordt verlangd en deze waarheid de kennis van de wijzen der wereld veruit overtreft, zodat de mensen inzien dat de wijsheid niet afhankelijk is van het menselijk verstand, integendeel alleen van het juiste standpunt tegenover GOD en een daaraan beantwoordende levenswandel. Want dan alleen zal de Kracht uit GOD, Zijn GEEST, verlangd en ook werkzaam kunnen worden.

Amen

“L’intelletto dei sapienti verrà rigettato.... ”

L’arma dei sapienti del mondo è l’argomentazione, e con quest’arma può tutto, affermarsi nel mondo, cioè la sua sapienza è intoccabile, appena può documentare questo sapere conquistato con delle dimostrazioni. E chi dubita di questo sapere, è considerato uno stolto. Invece il sapere spirituale non è da documentare con dimostrazioni, non si può conquistare con la ricerca e non si può trasmettere ai prossimi come un piano, perché il sapere spirituale non è un prodotto del pensare intellettuale dell’uomo, ma è un prodotto del cuore amorevole. Quindi il sapere spirituale non ha nulla in comune con la sapienza terrena e perciò non può nemmeno essere giudicato dai sapienti del mondo, perché costoro stanno totalmente da estranei di fronte al sapere spirituale; sono incapaci di qualsiasi critica, finché loro stessi non sono stati accolti nella cerchia dei sapienti attraverso vivace attività d’amore. E così al sapiente mondano non potrà servire a nulla la sua sapienza come argomentazione, per confutare le Verità spirituali, perché dovrà ammettere un ammanco, dovrà ammettere, che il suo sapere mondano non è sufficiente, per penetrare nella regione spirituale. Il patrimonio spirituale conquistato attraverso l’attività d’amore rovescerà la sapienza terrena, quando queste sapienze si riferiscono a regioni che si trovano al di fuori dalla Terra. Il sapere spirituale darà altri risultati da quelli che i sapienti mondani hanno acquisiti, quindi il sapiente spirituale eviterà ogni argomentazione, la ritiene inaffidabile e considererà pure il pensare d’intelletto dell’uomo come non autorevole; perciò, il sapere mondano non viene stimato alto da uomini che sono penetrati nel sapere spirituale, perché lo riconoscono come imperfetto, dato che non contribuisce minimamente a guidare gli uomini nella conoscenza e le sapienze divine con possono mai essere conquistate con la ricerca. Oltre a questo però malgrado l’argomentazione la sapienza dei sapienti mondani diverrà errore, perché gli uomini che non hanno mai badato allo Spirito divino, i cui pensieri quindi non si sono mai mossi nelle direzioni spirituali, dovranno ora riconoscere, che degli uomini senza istruzione mondana sono loro superiori nel sapere, e quindi dovranno anche riconoscere come Verità ciò che contraddice le loro ricerche ed i rispettivi risultati. Dovranno riconoscere, che l’attività mentale soltanto è garanzia per la vera sapienza. “La mente degli intelligenti verrà rigettata e la sapienza dei savi resa nulla.... ” E questo rispetto alla predisposizione spirituale dei ricercatori mondani verso Dio, perché senza l’illuminazione dello spirito nessun uomo si può trovare nella Verità e senza riconoscenza e tendere verso Dio l’uomo non può essere illuminato, dato che questo è un afflusso della Forza di Dio, che può aver luogo solamente là dove sono pronti dei vasi aperti per questo afflusso, altrimenti la Corrente di Forza non può trovare nessuna stazione di accoglienza. Tutti questi prodotti spirituali, per i quali non veniva richiesta o utilizzata la Forza spirituale di Dio, sono senza valore, e verranno anche sempre superati o rigettati, perché il pensare d’intelletto non si ferma ad un risultato, perché non è mai convinto della sua verità. Invece i risultati spirituali, che sono sorti sotto la cooperazione dello Spirito divino, rimangono sempre ed in eterno immutati, perché corrispondono alla Verità e vengono anche riconosciuti come tali dagli uomini che lottano seriamente per la Verità. All’uomo con il solo pensare d’intelletto ogni Verità divina gli rimane lontana, non la desidera e non la riconosce, quando gli viene offerta e quindi non diventa né saggio, né amante della Verità e così gli verrà anche tolto dalla mano la sua arma, l’argomentazione, perché di fronte ai risultati spirituali, che sono una diretta Irradiazione di Dio, nemmeno la sua argomentazione potrà sussistere, perché i suoi avversari combattono con un’arma che lui non possiede. Si manifesterà visibilmente ciò che era stato annunciato attraverso l’Agire dello Spirito e con ciò verrà data la dimostrazione, che la Verità è unicamente là dove viene desiderato lo Spirito di Dio, e questa Verità supera moltissimo il sapere dei sapienti mondani, in modo che gli uomini riconoscano, che la sapienza non dipende dall’intelletto umano, ma unicamente dalla giusta predisposizione verso Dio ed un relativo cammino di vita, perché soltanto allora viene desiderata la Forza di Dio, il Suo Spirito e potrà anche diventare efficace.

Amen