De geest uit God geeft alleen maar de waarheid en wat hij de mens bekend maakt, kan gerust als zodanig aangenomen worden. Maar wanneer de geest uit God aan het werk is, dan zal weer alleen maar de gelovige mens in staat zijn om het te beoordelen, want de ongelovige erkent zo’n geestelijk werkzaam zijn toch al niet. De gelovige mens doet zijn best om in de liefde te leven en is daardoor al in staat om God te herkennen, waar Hij Zich uit.
En dat zo veel mensen, die gelovig willen zijn, verzet bieden tegen het goddelijke woord, dat het resultaat van het werkzaam zijn van de goddelijke geest in de mens is, is kenmerkend voor de oppervlakkigheid van hun geloof. Ze kunnen wel alles in acht nemen, wat hun kerk hun voorschrijft te doen, maar als ze de liefde niet hebben, is alles slechts een lege vorm, en gaan ze nog in de duisternis van geest voort. Dan herkennen ze ook het licht niet, dat op hen schijnt, want pas de liefde in het hart van de mens scherpt het vermogen van inzicht.
En waar de wil tot het goede en juiste voor God in het hart wortelt, daar zal eveneens de kennis zijn, want hierin ontwaakt ook de goddelijke geestvonk tot leven en spoort de mens tot liefde aan. En deze goddelijke geestvonk zoekt verbinding met de geestelijke kracht, die door het overgedragen woord van God naar de mensen toestroomt. De vonk in het hart moet altijd wakker zijn om een goddelijk geestelijk werkzaam zijn te kunnen herkennen en voor het ontwaken van de geest is de goede wil en de werkzaamheid in liefde een eerste voorwaarde. De mens zal nu zonder bezwaar dat, wat hem overgedragen wordt, als waarheid accepteren.
Waar er weerstand tegen de goddelijke waarheid is, daar probeert de mens de geestelijke kennis nog met het verstand te doorgronden en via deze weg dringt hij nooit de goddelijke wijsheden binnen. En wat de mens verstandsmatig verkregen heeft, zal ook niet als kracht het menselijke hart binnendringen. Het zullen weer slechts holle woorden zijn, die het verstand van de mens bezighouden, maar niet diens hart. Want wat tot het hart moet spreken, moet uit de geest geboren zijn. Het moet geestelijk goed zijn, dat rechtstreeks vanuit het geestelijke rijk ontvangen en doorgegeven wordt door een in de liefde en het geloof staand mens.
Want dit woord zal kracht in zich bevatten. Het zal het menselijke hart treffen en de wil van de mens tot activiteit aansporen. Het zal effectief zijn, omdat het kracht uit God is. Goddelijk geestelijke kracht moet actief zijn, als de mens zich niet door ongeloof of liefdeloosheid tegen de uitwerking verzet. Het geloof en de liefde van de mens trekken onvermijdelijk de liefde van God naar zich toe en de liefde van God uit zich in kracht, die nu naar de mens toestroomt. Het goede en ware herkennen, het goede en ware willen en het ook uit kunnen voeren, wordt bewerkstelligd door de kracht uit God, die de mens door het goddelijke woord gegeven wordt.
Amen
VertalerL'Esprit de Dieu donne seulement la Vérité, et ce qu’Il annonce à l'homme peut être tranquillement accepté comme tel. Mais si et quand l'Esprit de Dieu est à l'œuvre, seulement l'homme croyant pourra le juger, parce que le mécréant ne reconnaît pas l’action de l'esprit. L'homme croyant s’efforce de vivre dans l'amour et donc il est déjà en mesure de reconnaître Dieu, là où Il se manifeste. Mais beaucoup d'hommes qui se déclarent croyants, opposent de la résistance à la Parole de Dieu, le résultat de l’action de l'Esprit divin dans l'homme est un signe pour l'insipidité de leur foi. Ils peuvent certes exécuter tout ce que leur prescrit leur église, mais s'ils n'ont pas l'amour, tout est seulement une formalité vide et ils marchent encore dans l'obscurité de l'esprit. Ils ne reconnaissent alors même pas la Lumière qui les éclaire, parce que seulement l'amour dans le cœur de l'homme aiguise la Force de la connaissance. Et là où la volonté pour le bien et le juste devant Dieu est enraciné dans le cœur, là il y aura la vraie connaissance, parce qu'en ceux-ci l’étincelle spirituelle divine se réveille à la vie et pousse l'homme à l'amour. Et cette divine étincelle spirituelle cherche la liaison avec la Force spirituelle qui afflue à l'homme à travers la Parole transmise par Dieu. L’étincelle doit toujours être réveillée dans le cœur de l'homme pour pouvoir reconnaître l’action de l'esprit divin, et la condition préalable pour réveiller l'esprit est la bonne volonté et l'activité d'amour. L'homme acceptera maintenant comme Vérité tranquillement ce qui lui est transmis maintenant. Là où il est opposé de la résistance à la Vérité divine, c’est que là l'homme cherche encore à sonder le savoir spirituel avec l'entendement, et de cette manière il ne pénètrera jamais dans les Sagesses divines. Et ce que l'homme a conquis intellectuellement, ne pénétrera pas comme Force dans le cœur de l'homme, ce seront toujours seulement des mots vides qui agitent l'esprit de l'homme, mais pas son cœur. Parce que ce qui doit parler au cœur, doit être né de l'esprit, ce doit être du patrimoine spirituel, qui est reçu directement du Royaume spirituel et qui est maintenant transmis à l’homme qui est dans l'amour et dans la foi. Parce que cette Parole portera en elle la Force, elle touchera le cœur humain et stimulera la volonté de l'homme à l'activité ; il sera actif, parce que c’est une Force de Dieu. La Force spirituelle divine doit être efficace, si l'homme ne s'oppose pas à son effet à travers l’incrédulité ou l'absence d'amour. La foi et l'amour de l'homme attirent inévitablement l'Amour de Dieu et l'Amour de Dieu se manifeste dans la Force qui maintenant afflue à l'homme. Reconnaître le bon et le vrai, vouloir le bon et le vrai et pouvoir l’exécuter, cela est l'œuvre de la Force de Dieu qui est transmise aux hommes à travers la Parole divine.
Amen
Vertaler