Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Omvorming van de uiterlijke vorm na de lichamelijke dood - Geestelijk dood zijn - Activiteit - Niets doen

De mens heeft levenskracht nodig om elk werk uit te voeren, dus betekent bezig zijn ook leven. Wordt hem deze kracht ontnomen, dan is hij niet in staat zichzelf of andere zaken te veranderen - hij is levenloos. Maar toch verandert de uiterlijke vorm als zodanig, zodra de mens levenloos is geworden. Hij valt uiteen en dit proces duurt zo lang tot elke substantie weer in een nieuwe uiterlijke vorm is opgenomen. Dat wil zeggen: is het geestelijke uit de vorm ontsnapt, dan wordt de achterblijvende vorm wel van zijn vroegere bestemming ontheven, maar moet deze een nieuwe bestemming vervullen. Hij moet bijdragen tot aanwas van een of andere nieuwe vorm. De substantie valt uiteen om bij een nieuwe uiterlijke vorm gevoegd te worden. Deze ontwikkelingsgang vergt weer veel tijd.

De oude vorm lost dus schijnbaar op. Maar in werkelijkheid treden de geestelijke substanties, waar ook de aardse uiterlijke vorm uit bestaat, met andere geestelijke substanties in verbinding en vormen een nieuwe uiterlijke vorm, omdat het geestelijke dat verdicht is tot uiterlijke vorm, eveneens de positieve ontwikkelingsgang op aarde moet doormaken, want het staat nog aan het begin van zijn ontwikkeling. Zodra nu weer iets geestelijks deze nieuwe uiterlijke vorm tot zijn verblijfplaats krijgt toegewezen, begint diens dienende werkzaamheid. Dus de vorm wordt tot leven gewekt, want bezig zijn is leven. Naar elk scheppingswerk stroomt van God uit de kracht toe, zodat het dienend werkzaam kan zijn, ongeacht de manier waarop. En elke activiteit levert het geestelijke in de vorm de positieve ontwikkeling op. Bijgevolg moet dat wat leeft, dus werkzaam is, onvermijdelijk voortgaan in de ontwikkeling. Alleen de dode toestand betekent een stilstand in zijn ontwikkeling. Maar elke materie heeft leven in zich, want ze verandert, alleen in verschillend lange tijdsduur. Zelfs de meest vaste vorm wordt door invloed van buiten, die met de lichtstraling - dus het werkzaam zijn van de lichtdragers - samenhangt, tot werkzaamheid aangespoord, ofschoon dit voor het menselijk oog niet zichtbaar is. Maar het leven is ook in deze vorm in beweging en brengt veranderingen tot stand die dus een leven ervan bevestigt. Volledig dood kan de materie daarom niet worden genoemd, ofschoon ze de mens levenloos voorkomt. En toch bestaat er een toestand van levenloosheid, en wel in het stadium als mens.

In dit stadium stroomt het wezen de grootste mate aan levenskracht toe, die het tot dienende werkzaamheid moet gebruiken. En toch kan de mens totaal ineffectief door het leven gaan, zodra hij de hem toekomende levenskracht niet benut om de taak te vervullen die de zin van zijn aardse bestaan is, wanneer hij datgene verzuimt of nalaat, wat hem de positieve ontwikkeling oplevert.

Wanneer hij het werkzaam zijn in liefde niet in acht neemt, de werkzaamheid waarvoor God de mensen de levenskracht doet toekomen.

Dan treedt er een stilstand op in zijn opwaartse ontwikkeling. Dit betekent een toestand van levenloosheid, van dood, en dit is het ergste, omdat deze toestand alleen door het wezen zelf kan worden opgeheven. Maar de dode toestand is een toestand van krachteloosheid, waaruit het wezen zichzelf dus niet meer kan bevrijden, omdat het dat tevoren, toen de kracht hem toekwam, niet wilde.

Voor de uiterlijke vorm betekent de dood alleen een omvorming tot een andere vorm, dus als het ware een verdere mogelijkheid voor de positieve ontwikkeling van de geestelijke substantie waaruit de uiterlijke vorm is gevormd. Maar geestelijk dood te zijn is allerverschrikkelijkst, omdat de laatste genade die het wezen ter beschikking staat, ongebruikt wordt gelaten, omdat de levensstroom die God dit wezen toevoert, niet wordt gebruikt voor dienende werkzaamheid en het wezen blijft steken op het zelfde ontwikkelingsniveau, waarop het stond aan het begin van zijn belichaming als mens. Geestelijke vooruitgang is zonder werkzaamheid niet mogelijk. Het wezen is door zijn passief zijn krachteloos geworden en gaat zonder kracht het hiernamaals binnen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Transformação da forma externa após a morte corporal.... Estar espiritualmente morto.... Atividade - Inactivity....

O homem precisa da força vital para realizar qualquer actividade, por isso, estar activo também significa estar vivo. Se for privado deste poder, é incapaz de se transformar a si próprio ou a outras coisas.... ele está sem vida. A forma exterior, porém, muda em si mesma, assim que o ser humano se torna sem vida. Dissolve-se, e este processo dura até que cada substância seja retomada numa nova forma exterior, ou seja, uma vez que o espiritual tenha escapado da forma, a forma restante é certamente aliviada do seu propósito anterior, mas tem de cumprir um novo propósito.... deve contribuir para a multiplicação de alguma nova forma exterior. A substância dissolve-se a fim de se associar a uma nova forma exterior. Este processo novamente leva um longo tempo.... Assim a velha forma aparentemente se dissolve, mas na realidade as substâncias espirituais, que também compõem a forma externa terrestre, entram em contato com outras substâncias espirituais e formam uma nova forma externa, porque o espiritual, que se condensou na forma externa, também tem de passar pelo processo de desenvolvimento superior na Terra, pois ainda se encontra no início do seu desenvolvimento. Assim que a substância espiritual é novamente designada esta nova forma externa para sua permanência, sua atividade de serviço começa, ou seja, a forma desperta para a vida, pois atividade é vida. O poder flui de Deus para cada obra da criação para que ela possa ser ativa no serviço, não importa de que maneira, e cada atividade traz maior desenvolvimento para o espiritual na forma. Consequentemente, o que vive.... portanto, a Active.... deve inevitavelmente progredir no desenvolvimento. Apenas o estado de morte significa uma paralisação no seu desenvolvimento. Toda a matéria, porém, tem vida, pois ela muda, apenas em diferentes períodos de tempo. Mesmo a forma mais sólida é alterada por influência exterior, que está ligada à radiação luminosa.... assim o trabalho dos portadores de luz.... mesmo a forma mais sólida é estimulada para a atividade por uma influência externa que está ligada à radiação da luz, ou seja, ao trabalho dos portadores da luz, mesmo que isso não seja reconhecível ao olho humano. Mas a vida também se agita nesta forma e traz mudanças que, portanto, confirmam uma vida deles. Portanto, a matéria não pode ser chamada de completamente morta, embora pareça sem vida para o homem. E, no entanto, há um estado de falta de vida, nomeadamente no palco como human.... Nesta fase, a maior quantidade de vitalidade flui para o ser, que deve utilizar para servir a actividade. E mesmo assim o ser humano pode passar pela vida terrena em completa inactividade.... assim que ele não usa a vitalidade que recebe para cumprir a tarefa que é o propósito da sua vida terrena.... se ele negligencia ou se abstém de fazer o que lhe dá maior desenvolvimento.... Se ele desconsiderar a atividade do amor.... a atividade para o exercício da qual Deus deixa fluir a vitalidade do ser humano.... Então o seu desenvolvimento superiorchega a um impasse. Isto significa um estado de impotência, de morte, e isto é o pior porque este estado só pode ser remediado pelo próprio ser.... mas o estado de morte é um estado de impotência, portanto o ser não pode mais se libertar dele porque não queria antes quando recebeu a força.... Para a forma externa, a morte significa apenas uma transformação em uma nova forma, assim, por assim dizer, uma possibilidade adicional para o desenvolvimento superior da substância espiritual a partir da qual a forma externa é formada. Mas estar morto espiritualmente é a coisa mais terrível, porque a última graça à disposição do ser fica inutilizada.... porque o fluxo da vida, que Deus fornece a este ser, não é usado para servir à atividade e o ser permanece no mesmo nível de desenvolvimento que estava no início da sua encarnação como ser humano. O progresso espiritual não é possível sem actividade, o ser tornou-se impotente devido à sua inactividade e entra no além sem força...._>Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL