Breng de Heer van de hemel en de aarde elk offer, opdat Hij u overeenkomstig uw liefde bedenken kan. De ziel verlangt meestal naar de wereld. Ze verlangt naar dat, wat voor het lichaam bevorderlijk is en dit hindert haar om met de geest in haar in verbinding te treden. Het hindert haar om het begeren van de geest te vervullen. Maar voordeel kan haar alleen maar de vervulling van dat opleveren, wat de geest in haar, haar wil zeggen te doen.
Zodra het lichaam u nu dringt om zijn begeerten te vervullen, moet u zich tegen deze verzetten, want pas dan kan de geest in u zich ontplooien en wat de geest u geeft, weegt tegen alle aardse genietingen en vreugden op. Maar de geest, die zich in u uit, als u hem door uw wil daartoe de mogelijkheid biedt, is een vonk van de goddelijke liefdesgeest. Het is een uitstraling van God, dus een deel van Hem en deze goddelijke liefdesvonk moet in u tot een helder schijnende vlam worden en daarvoor is er niets meer nodig, dan dat u deze vonk voortdurend voedsel geeft, opdat deze zich tot een heldere vlam kan ontwikkelen. U moet voortdurend geven, opdat u ontvangen kunt. Dat wil zeggen al het aardse opgeven, om geestelijk te ontvangen.
Zodoende moet uw ziel alleen maar meer dat naleven, wat de geest in u eist en geen aandacht schenken aan de verlangens van het lichaam. Ze moet dat opofferen, wat het lichaam vreugde verschaft en ze mag daarvoor ongekende geestelijke schatten in ontvangst nemen, die elk offer compenseert. Wie geeft, die ontvangt, maar wie neemt, van hem zal eveneens afgenomen worden. Maar geestelijke goederen wegen tegen elk offer op, want deze zijn waardevoller dan welke aardse rijkdom dan ook.
De schenking van geestelijke goederen is altijd een daad van liefde. God sluit het mensenkind in alle vurigheid aan Zijn hart. Hij deelt dus Zijn liefde uit en de mens ontvangt iets buitengewoon kostbaars, wanneer deze liefde zich in een uiterlijke vorm kleedt, wanneer God de mens Zijn woord geeft. Het goddelijke woord is dus een zichtbaar teken van de liefde van God voor de mens. Maar het goddelijke woord is alleen maar dan in ontvangst te nemen, wanneer de mens geeft. Wanneer hij opgeeft, wat het lichaam tot nog toe vreugde verschaft heeft.
De mens moet opofferen om te kunnen ontvangen, want het brengen van offers getuigt van liefde. Als de mens zelf iets opgeeft, wat hem waardevol leek, dan bewijst hij deze liefde en God beloont hem voor zijn wil. Hij bedenkt de mens nu met Zijn genade, want Zijn liefde is oneindig en Hij wil niet dat het mensenkind gebrek lijdt, maar dat het ontvangt.
Maar niets aards mag hem waardevoller lijken, zodat het mens hiernaar verlangt. Dan ontzegt het de goddelijke liefde de toegang tot zijn hart. Dan verhindert de mens het werkzaam zijn van de goddelijke geest en dan is het hart van de mens nog niet in staat om het geschenk van God, dat God hem zou willen aanbieden, op te nemen, want hij kan alleen maar van God ontvangen, als hij opgeeft, wat bij de wereld hoort.
Amen
VertalerApportez au Seigneur du Ciel et de la Terre chaque sacrifice pour qu'Il puisse vous pourvoir selon votre amour. L'âme désire presque toujours le monde, elle désire ce qui est utile au corps et cela l'entrave pour entrer en liaison avec l'esprit, cela l’empêche de céder au désir de l'esprit. Seulement ce que l'esprit en elle lui dit de faire peut lui procurer un avantage. Mais dès que le corps vous pousse à la satisfaction de ses désirs, vous devez lui résister, parce que seulement alors l’esprit peut se développer en vous et ce que vous transmet l'esprit contrebalance toutes les jouissances et les joies terrestres. Mais l’Esprit qui se manifeste en vous si vous lui en donnez la possibilité au travers de votre volonté, est une étincelle de l'Esprit de l'Amour divin, c’est un Rayonnement de Dieu, donc une Partie de Dieu et cette divine étincelle d'Amour doit devenir en vous une flamme clairement resplendissante et pour cela il suffit que vous lui donniez toujours de la Nourriture pour qu'elle puisse se développer en une flamme claire. Vous devez toujours donner pour pouvoir recevoir, vous devez donner tout le terrestre pour recevoir le spirituel. Donc votre âme doit seulement suivre davantage ce qu’exige l'esprit en vous et laisser inaperçu tout désir du corps. Elle doit sacrifier ce qui donne de la joie au corps et en contrepartie elle peut recevoir d’insoupçonnés trésors spirituels qui compensent chaque sacrifice. Celui qui renonce, reçoit ; mais celui qui prend, à celui-ci il sera aussi enlevé. Le patrimoine spirituel récompense chaque sacrifice, parce qu'il est plus précieux que toutes les richesses terrestres. L'apport du patrimoine spirituel est toujours un acte d'amour, Dieu serre le fils terrestre rempli d'intimité contre Son Cœur, donc Il répand Son Amour et l'homme reçoit quelque chose outre mesure précieux, lorsque cet Amour se revêt d’une forme extérieure, lorsque Dieu transmet à l'homme Sa Parole. Par conséquent la Parole divine est un signe visible de l'Amour de Dieu pour les hommes. La Parole divine peut être accueillie seulement lorsque l'homme donne, lorsqu’il renonce à ce qui jusqu'à présent lui a donné de la joie au corps. L'homme doit sacrifier pour pouvoir recevoir, parce qu’apporter des sacrifices témoigne de l'amour. Si l'homme renonce à quelque chose qui lui semblait précieux, alors il montre cet amour et Dieu récompense sa volonté. Maintenant Il pourvoit l'homme avec Sa Grâce parce que Son Amour est infini et Il ne veut pas que le fils terrestre languisse, mais qu'il reçoive, mais il ne doit alors considérer comme précieux rien de ce qui est terrestre ni le désirer. Car alors il empêche à l'Amour divin l'accès à son Cœur, alors l'homme entrave l’action de l'esprit divin et alors le Cœur de l'homme n'est pas encore réceptif pour le Don que Dieu voudrait lui offrir, parce qu'il peut recevoir de Dieu seulement lorsqu’il renonce ce qui appartient au monde.
Amen
Vertaler