• Terug

Werkzaam zijn van de lichtdragers – Onbeperkte vooruitgang

Het rijk van het licht binnen te gaan, vereist een rijpheidsgraad, die de ziel de overvloed van licht laat verdragen. Dat wil zeggen dat de goddelijke uitstraling van liefde de ziel doorstroomt en haar onvoorstelbaar gelukkig maakt. Maar een onrijpe ziel zou verteerd worden door het vuur van de liefde, omdat ze nog niet dezelfde kracht heeft. Alleen wanneer de ziel zich eveneens tot liefde gevormd heeft, verdraagt ze de lichtstroom van de goddelijke liefde. En nu spoort deze kracht haar tot voortdurende werkzaamheid aan.

Maar op welke manier de activiteiten van een tot lichtwezen geworden ziel plaatsvinden, is de mensen op aarde niet begrijpelijk te maken. Het is een onophoudelijk uitdelen en ontvangen van kracht. Het is een proces, dat alleen maar beschreven kan worden door een voortdurend omleiden en doorgeven van de liefdeskracht uit God. In een onbeschrijflijk harmonieuze omgeving komen deze lichtwezens voor elkaar op, zich in liefde verenigend, waar toegenomen krachtafgifte vereist is, in onvermoeibare liefde zorgend voor de krachteloze wezens, hen naar het licht leidend en steeds alleen maar wezens uit de duisternis naar de hoogte leidend.

Er bestaat geen zaligmakendere gebeurtenis dan het veranderen van de duistere wezens in lichtdragers. Het is een proces dat ondenkbaar lange tijd duurt, maar dat het lichtwezen niet moe laat worden, want het doel is onvoorstelbaar gelukkig makend en de verloste wezens verenigen zich weer met hun geestelijke leiders en lichtgevers, als ze eveneens lichtdragers geworden zijn.

En zodoende wordt het eerst gevende wezen steeds licht- en krachtvoller en kan zich nu weer door zijn lichtgraad met hogere wezens verenigen. En dit betekent hetzelfde als een steeds innigere vereniging met God. Er bestaan in de eeuwigheid geen grenzen aan de weg omhoog. Het wezen zal tot een steeds grotere volheid van licht kunnen komen, zonder ooit het einddoel te bereiken. Nooit zal de mate van de liefdesuitstraling uit God beperkt worden. Steeds zal het wezen meer kunnen ontvangen en dit “meer” nastreven. Er bestaat geen ophouden. Er bestaat geen verzadigd zijn, dat een verlangen naar meer uitschakelt.

Het gevende wezen zal ontvangen en van zijn rijkdom aan liefde afgeven. Het zal voortdurend begeren en weer ontvangen. Maar de afgifte van licht vermindert nooit de graad van licht van de gevende wezens, want omdat het wezen doorlopend ontvangt, wordt zijn overvloed aan licht steeds sterker en zodoende komt het wezen steeds dichter bij God. Het is verbonden met God door het ontvangen van zijn liefdesuitstraling en het streeft toch onophoudelijk God na. Het is een begeren en een vervulling van de altijddurende gelukstoestand van de wezens, die het lichtrijk binnen gegaan zijn, die zelf zalig zijn en naar de gelukzaligheid willen leiden.

Amen

L’Action des porteurs de Lumière – la remontée Illimitée

Entrer dans le Royaume de la Lumière demande un degré de maturité qui fait supporter à l'âme la plénitude de Lumière, c'est-à-dire que le Rayonnement de l'Amour divin coule à travers l'âme et la rend inconcevablement heureuse. Une âme immature cependant serait consommée par le Feu de l'Amour, vu qu’elle n'est pas encore devenue de la même Force. Seulement lorsque l'âme s'est formée dans l'amour, elle supporte le Courant de Lumière de l'Amour divin. Et maintenant cette Force la pousse à une activité toujours continue. Mais la manière dont s’effectue l'activité d'une âme devenue être de Lumière ne peut pas être expliquée aux hommes sur la Terre. C’est une distribution et une réception continue de Force ; c’est un processus qui peut être considéré seulement comme une transmission constante ou une déviation de la Force d'Amour de Dieu. Dans une ambiance indescriptiblement harmonieuse ces êtres de Lumière se lèvent réciproquement en s'unissant dans l'amour, là où est nécessaire un plus grand don de Force, en assistant les êtres sans défenses de leur amour infatigable, en les menant à la Lumière et en les guidant toujours seulement de l'obscurité vers le Haut. Il n'existe aucun processus plus béatifiant que la transformation d'êtres obscurs en porteurs de Lumière. C’est un processus qui dure pendant des temps inimaginables, mais qui ne fatigue pas l'être de Lumière, parce que le but rend inconcevablement heureux et les êtres libérés s'unissent avec leurs guides spirituels et donateurs de Lumière, lorsqu’eux-mêmes sont aussi devenus des porteurs de Lumière. Et donc l'être dont le but premier est d’offrir la Lumière devient toujours plus rempli de Lumière et de Force et maintenant à travers son degré de Lumière il peut s'unir de nouveau avec des êtres supérieurs, cela signifie également une unification avec Dieu toujours plus intime. Dans l'Éternité il n'existe pas de frontières à cette remontée. L'être pourra arriver à une plénitude de Lumière toujours plus grande, sans jamais arriver au but final. La mesure du Rayonnement d'Amour de Dieu ne sera jamais limitée, l'être pourra toujours recevoir davantage et aspirer à ce « plus ». Il n'existe aucun point d’arrêt, il n'existe aucun rassasiement qui exclurait un désir pour plus. L'être offrant recevra et donnera de sa richesse d'amour, il désirera et recevra continuellement. Le don de Lumière ne diminue jamais le degré de Lumière de l'être offrant, parce que vu que l'être continue à recevoir, sa plénitude de Lumière devient toujours plus forte, et ainsi l'être s'approche toujours davantage de Dieu. Il est uni avec Dieu à travers la réception de Son Rayonnement d'Amour et de toute façon il aspire continuellement à Dieu, désirer et donner est un état toujours continu de bonheur des êtres qui sont entrés dans le Royaume de la Lumière, parce qu'eux-mêmes sont bienheureux et veulent conduire à la Béatitude.

Amen