Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Noodzaak voor een ingrijpen van boven – Ramp

De huidige geestelijke toestand vereist een ingrijpen van boven en alleen dit is er de verklaring voor, wanneer een onvoorziene gebeurtenis de wereld in ontsteltenis en beroering zal brengen. In een tijd, waarin de mensheid alleen nog maar aandacht schenkt aan het aardse leven, heeft de tegenstander haar volledig in zijn macht en dit doet zich gevoelen in erge liefdeloosheid, in misdrijven tegen de goddelijke ordening en in een vijandelijke instelling ten opzichte van de eeuwige Godheid alsook het geestelijke streven. En deze geestelijke toestand van de mensheid heeft God voorzien en Hij heeft te allen tijde erop gewezen, dat Hij zich zal openbaren in een buitengewoon natuurgebeuren, dat weliswaar puur uiterlijk gezien, een rampzalig vernietigingswerk is, maar toch ook redding kan brengen aan talloze zielen, die in het gevaar verkeren om zich te verliezen aan de machten van de onderwereld.

Op dit moment misbruikt de mens zijn vrije wil op zo’n duidelijke manier, dat God hem ervoor wil waarschuwen om niet op de ingeslagen weg voort te gaan. Hij houdt hem de broosheid voor ogen van dat, wat hem het enige nastrevenswaardige lijkt. En Hij probeert zijn denken naar andere, duurzame zaken te leiden. Het leven zal op de mensen afkomen in een vorm, die hen nauwelijks draaglijk lijkt. Maar dit is de enige mogelijkheid tot een hulpverlening, die tegelijkertijd aan het nog in de vaste vorm vastgehouden geestelijke de mogelijkheid geeft vrij te komen en zijn ontwikkelingsproces op aarde in een andere vorm aan te vangen. De mens, als hoogst ontwikkeld schepsel, zal dit vernietigingswerk als wreedheid ervaren, maar het nog onvrije geestelijke begroet het als een daad van het vrij laten komen uit het kwellende omhulsel.

De kennis hebbende mens heeft weet van het verband van de dingen. Hij kent de noodzaak van zo’n ingrijpen van de kant van de Godheid en zodoende is het ook begrijpelijk voor hem, dat enkel de goddelijke liefde tot uiting komt, ofschoon daardoor onnoemelijke ellende over de mensheid komt. Want anders is ze niet meer te redden van de ondergang. De lichamelijke dood kan toch een ontwaken tot het eeuwige leven zijn, maar het lichamelijke leven op aarde in rust en tevredenheid kan de geestelijke dood tot gevolg hebben.

En wat dat betekent, kunnen de mensen op aarde niet begrijpen en als ze het zouden weten, dan zou elk middel goed voor hen zijn voor de redding van de eeuwige ondergang. Maar de onwetendheid kan alleen maar uitgebannen worden, wanneer de mensen bereidwillig de ogen en oren openen, als God hun door de mond van een mens de waarheid bekendmaakt. Maar in hun blindheid verhinderen ze elk geestelijke werkzaam zijn en versperren ze voor zichzelf daardoor de weg naar waarheid en kennis.

En er is geestelijke duisternis op de aarde, die weer vereist, dat een bliksemschicht de mensen verlicht. Dat er licht ontstoken wordt, opdat degenen, die bereidwillig zijn, de juiste weg vinden. Voor hen laat God van tevoren het woord, dat hen attendeert op de wil van God en op de komende tijd, naar de aarde komen. Want God maakt het van tevoren aan de mensen bekend, opdat ze niet onvoorbereid de dag meemaken, die sinds eeuwigheid voorbestemd is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Notwendigkeit eines Eingriffs von oben.... Katastrophe....

Der gegenwärtige Geisteszustand bedingt einen Eingriff von oben, und nur damit ist es zu erklären, wenn ein unvorhergesehenes Ereignis die Welt in Schrecken und Aufruhr versetzen wird. Zu einer Zeit, wo die Menschheit nur noch des irdischen Lebens achtet, hat der Widersacher diese völlig in seiner Gewalt, und es wirket sich dies aus in krasser Lieblosigkeit, in Vergehen wider die göttliche Ordnung und in gegnerischer Einstellung zur ewigen Gottheit sowie geistigem Streben. Und diesen Geisteszustand der Menschheit sah Gott voraus, und Er hat zu allen Zeiten darauf hingewiesen, daß Er Sich offenbaren wird in einem außergewöhnlichen Naturereignis, das zwar, rein äußerlich gesehen, ein katastrophales Zerstörungswerk ist, aber doch auch Rettung bringen kann zahllosen Seelen, die in Gefahr sind, sich an die Mächte der Unterwelt zu verlieren. Der Mensch mißbraucht zur Zeit seinen freien Willen in so offensichtlicher Weise, daß Gott ihn warnen will, den eingeschlagenen Weg weiterzuwandeln. Er stellt ihm die Hinfälligkeit dessen vor Augen, was ihm allein erstrebenswert scheint. Und Er sucht sein Denken auf andere, beständige Dinge zu lenken. Es wird das Leben an die Menschen herantreten in einer Form, die ihnen fast untragbar erscheint. Doch es ist dies die einzige Möglichkeit einer Hilfeleistung, die gleichzeitig auch dem noch in der festen Form gebannten Wesenhaften die Möglichkeit gibt, frei zu werden und seinen Entwicklungsgang auf Erden in anderer Form anzutreten. Der Mensch, als höchstentwickelte Kreatur, wird dieses Zerstörungswerk als Grausamkeit empfinden, doch das noch unreife Wesenhafte begrüßt es als einen Akt der Freiwerdung aus qualvoller Umhüllung. Der in der Erkenntnis stehende Mensch weiß um den Zusammenhang der Dinge, er weiß um die Notwendigkeit eines solchen Eingreifens von seiten der Gottheit, und also ist es ihm auch verständlich, daß nur die göttliche Liebe Sich äußert, wenngleich namenloses Elend über die Menschheit dadurch kommt. Denn anders ist sie nicht mehr zu retten vor dem Untergang. Der körperliche Leibestod kann doch ein Erwachen zum ewigen Leben sein, doch leibliches Leben auf Erden in Ruhe und Zufriedenheit geistigen Tod nach sich ziehen. Und was das bedeutet, können die Menschen auf Erden nicht fassen, und wüßten sie es, dann wäre ihnen jedes Mittel recht zur Errettung vom ewigen Untergang. Die Unwissenheit kann aber nur gebannt werden, wenn die Menschen Augen und Ohren willig öffnen, so Gott ihnen durch Menschenmund die Wahrheit kundgibt.... doch in ihrer Verblendung unterbinden sie jegliches geistige Wirken und versperren sich selbst dadurch den Weg zur Wahrheit und zum Wissen. Und es ist geistige Dunkelheit auf der Erde, die wiederum erfordert, daß ein Blitzstrahl die Menschen erleuchtet, daß Licht entzündet werde, auf daß den rechten Weg finden, die willig sind.... Für diese läßt Gott zuvor das Wort zur Erde kommen, das sie aufmerksam macht auf den Willen Gottes und auf die kommende Zeit. Denn Gott verkündet es zuvor den Menschen, auf daß sie nicht unvorbereitet den Tag erleben, der bestimmt ist seit Ewigkeit....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde