Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Kennis van de leer van Christus verplicht tot aannemen hiervan – Genade

Het is het werkzaam zijn van de tegenstander, dat hij in de mens de wil om alle leringen, die Jezus Christus en het verlossingswerk betreffen, af te wijzen, opwekt of versterkt. En als hij dit bereikt heeft, dan is het ook makkelijk voor hem om het geloof in God als Schepper en Instandhouder van alle dingen geheel te verwoesten, want degenen die Jezus Christus als Verlosser afwijzen, begeven zich bereidwillig in zijn macht en zijn derhalve eveneens tegenstanders van God, omdat de tegenstander zijn wil op de mensen over kan dragen, zonder weerstand te ontmoeten.

Waar ooit het geloof in Jezus Christus onderwezen werd, waar de mensen in kennis gesteld werden van Hem en Zijn verlossingswerk, daar kan de mens zich niet meer van Hem losmaken, zonder zijn ziel in het uiterste gevaar te brengen. Een ontbrekende kennis ontheft hem van de verantwoordelijkheid, maar kennis te hebben verplicht ook tot de aanvaarding van het geloof in Jezus Christus, want het overdragen van de leer van Christus is een genade van God, die hem aangeboden werd, gebaseerd op een bepaalde staat van rijpheid van de ziel bij de belichaming als mens.

Talloze mensen ontberen om deze reden kennis, omdat hun zielen nog niet in staat zijn deze grootste van alle genaden op te nemen. Niet alle zielen hebben dezelfde ontwikkeling doorgemaakt, omdat de voorafgaande gang van de opwaartse ontwikkeling met een gebonden wil niet voor alle wezens dezelfde was en daarom moet het wezen tijdens het stadium als mens eerst een bepaalde rijpheid van de ziel bereikt hebben, voordat hem de kennis van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk dichterbij gebracht kan worden.

Het moet wel alle mensen aangeboden worden, zolang ze op aarde verblijven, maar degenen, die nog wat achterlopen in de geestelijke ontwikkeling, worden vaak nog te zeer door lage instincten belast, dan dat ze in staat zouden zijn om een leer te aanvaarden, die de goddelijke drijfveren in de mens tot ontwikkeling brengt.

De driften in het leven van zulke mensen moeten soms nog dierlijk genoemd worden en in zo’n lage geestelijke toestand is voor hen een leer, die alleen maar liefde eist, onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Hun ontwikkelingsgang is met het aardse leven nog niet afgesloten, omdat ze uit de voorstadia nog te sterke driften naar het aardse leven hebben meegenomen en voor de overwinning hiervan een aanzienlijk langere tijd nodig hebben. Het begrip onbaatzuchtige naastenliefde kan hun in dit leven soms niet begrijpelijk gemaakt worden, wat echter niet uitsluit, dat ze eveneens enkel door de liefde verlost kunnen worden en het verlossingswerk dan pas in het hiernamaals begint. Maar ook voor deze mensen is Jezus Christus gestorven en ook hun wordt de kennis van het verlossingswerk in het hiernamaals overgedragen, als het hun op aarde niet dichterbij gebracht kon worden.

De geestelijke staat van rijpheid van voor de belichaming als mens is bepalend, voor waar en onder welke levensomstandigheden de mens op aarde mag verblijven. God kent de vroegere weerstand en de wil van elk individueel wezen en past het dienovereenkomstig daar in, waar het de meeste mogelijkheden voor het uitrijpen van zijn ziel biedt. Begrijpelijkerwijs is de weg omhoog aanzienlijk makkelijker af te leggen, waar de leer van Christus de mens aangeboden wordt. Anderzijds schept deze genade ook een verplichting.

Wanneer God de mens waardig acht om zich te kunnen bedienen van de genaden van het verlossingswerk, dan zal deze ter verantwoording geroepen worden, wanneer hij geen aandacht schenkt aan deze genade. Wanneer hij, als hij in kennis gesteld wordt van het liefdeswerk van Jezus Christus, deze niet erkent en Hem zelfs ontkent, dat wil zeggen Hem de goddelijkheid ontzegt. Dan staat hij zichtbaar onder de invloed van de tegenstander, wiens streven het is om het wezenlijke weer in zijn ban te krijgen. En het lukt hem ook, als de mens bereid is om Christus als Gods zoon en Verlosser van de wereld af te wijzen. Hij verliest daardoor de eeuwige gelukzaligheid, want zonder Jezus Christus kan de ziel nooit verlost worden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

La connaissance de la Doctrine de Christ oblige à son adoption - la Grâce

C’est l’action de l'adversaire qui réveille ou renforce la volonté de refus contre tous les Enseignements qui concernent Jésus Christ et l'Œuvre de Libération. Et lorsqu’il a atteint ce but, il a alors jeu facile pour détruire totalement la foi en Dieu comme Créateur et Conservateur de toutes choses, parce que ceux qui repoussent Jésus Christ comme Rédempteur, se donnent volontairement à son pouvoir et sont par conséquent aussi des adversaires de Dieu, vu que l'adversaire peut transmettre sa volonté sur les hommes sans trouver aucune résistance. Là où il était autrefois enseigné la foi en Jésus Christ, là où aux hommes il a été donné la connaissance de Lui et de Son Œuvre de Libération, là l'homme ne peut pas plus se détacher de Lui sans mettre son âme dans le danger le plus extrême. Le manque de savoir le soulage de sa responsabilité, mais être dans le savoir oblige aussi à accepter la foi en Jésus Christ, parce que la transmission de la Doctrine de Christ est une Grâce de Dieu qui lui a été offerte, motivée par un certain état de maturité dans l'incarnation comme homme. À d’innombrables hommes il manque ce savoir, parce que leurs âmes ne sont pas encore réceptives pour cette Grâce, la plus grande de toutes. Toutes les âmes ne sont pas formées de la même manière, parce que leur parcours de développement vers le Haut qui était auparavant dans la volonté liée n'est pas le même pour tous les êtres et donc l'être arrivé au stade d’homme doit d'abord avoir atteint une certaine maturité animique, avant qu'il puisse lui être apporté le savoir sur Jésus Christ et sur Son Œuvre de Libération. Il doit de toute façon être offert à tous les hommes tant qu’ils demeurent sur la Terre, mais les hommes qui sont encore très en arrière dans le développement spirituel sont encore trop souvent chargés de bas instincts pour être réceptifs pour une Doctrine qui doit conduire au développement des instincts divins dans l'homme. La vie instinctive de tels hommes doit parfois être considérée encore comme bestiale et dans un état spirituel si bas qu’une telle Doctrine qui exige seulement l’amour est incompréhensible et donc inacceptable. Le parcours de développement n'est pas encore terminé avec la vie terrestre, parce que les stades antécédents ont apporté dans la vie terrestre des instincts trop forts et il est nécessaire d'un temps considérablement plus long pour les dépasser. Le concept de l'amour désintéressé pour le prochain ne peut parfois pas être rendu compréhensible dans cette vie, chose qui cependant n'exclut pas qu'ils puissent aussi être libéré seulement à travers l'amour et que l'Œuvre de Libération commence seulement dans l'au-delà. Mais Jésus Christ est mort aussi pour ces hommes et à eux aussi il est transmis le savoir sur l'Œuvre de Libération dans l'au-delà, si elle n'a pas pu leur être enseignée sur la Terre. L’état de maturité spirituelle avant l'incarnation en tant qu’homme est déterminant en ce qui concerne où et dans quelles conditions de vie l'homme peut prendre sa demeure sur la Terre. Dieu connait sa résistance d'autrefois et la volonté de chaque être individuel et il l'insère respectivement là où il a les plus grandes possibilités pour le mûrissement de son âme. Il est compréhensible que la voie vers le Haut soit beaucoup plus facile là où est offerte la Doctrine du Christ aux hommes, mais d'autre part cette Grâce les contraint aussi. Lorsque Dieu estime l'homme digne de pouvoir se servir des Grâces de l'Œuvre de Libération, alors celui-ci est aussi appelé à en répondre lorsqu’il ne les considère pas, étant donné qu’il a la connaissance de l'Œuvre d'Amour de Jésus Christ, et qu’il ne la reconnaît pas ou même la nie, c'est-à-dire qu’il nie la Divinité. Alors il est sous l'influence de l'adversaire dont le but est d'avoir de nouveau la substance animique originelle en son pouvoir. Et il y réussit si l'homme est de bonne volonté pour refuser le Christ comme Fils de Dieu et Rédempteur du monde. Avec cela il perd l'éternelle Béatitude, parce que sans Jésus Christ l'âme ne peut jamais et encore jamais être rachetée.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet