Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Zielen van overledenen in de nabijheid van de aarde

De zielen van de overledenen houden zich zolang in de nabijheid van de aarde op als hun gedachten en verlangen nog de aardse goederen en aards genot betreffen. Ze zijn met alles wat ze begeren verbonden door het verlangen en zullen zich steeds in de nabijheid ervan ophouden. Waar ze van hielden op aarde daar kunnen ze zich ook in het hiernamaals niet zo gemakkelijk van scheiden en het gevolg daarvan is, dat het voor hen moeilijk is in het hiernamaals opwaarts te streven. Neemt aards begeren de ziel nog gevangen, dan valt het geestelijk rijp worden te betwijfelen, want een begeren schakelt meestal een geven uit, zolang tot de ziel geestelijke spijzen begeert. Het doen toekomen hiervan zal ook de drang om te geven in haar opwekken of vergroten. Is ze echter nog niet in staat geestelijke kost op te nemen, dan wordt deze haar ook niet aangeboden, want dan heeft ze zich nog niet geheel losgemaakt van de aarde en zou nooit de waarde van datgene inzien wat in het geestelijke rijk als het meest kostbare wordt begeerd. Maar het verlangen naar aards goed is een gebrek aan zielenrijpheid en zo is de aarde omgeven door talrijke zielen in een staat van gebrekkige rijpheid, die zich niet kunnen losmaken van dat wat hun in het leven op aarde aangenaam en begerenswaard toescheen. Zulke zielen kan alleen door gebed hulp worden geboden, want een gebed in liefde laat hun iets voelen wat ze tot nu toe niet kenden.

Er stroomt hun geestelijke kracht toe, die iets heel anders in hen losmaakt dan de vervulling van aardse begeerte. Ze ervaren dit toestromen van kracht als uitermate gelukkig makend en keren zich nu langzaam van hun tot nu toe nagestreefde doelen af. En zo kan de mens op aarde de overledenen de grootste hulp en de grootste liefdedienst bewijzen, als hij hun vaak een gebed nazendt dat aanleiding geeft zich los te maken van de aarde en de omgeving die hun lief is geweest. Al het aardse houdt de ziel van de positieve ontwikkeling af, pas wanneer het verlangen daarnaar wordt bestreden, treedt het geestelijke op de voorgrond en dan pas begint de klim omhoog in het hiernamaals. En hoe eerder het geestelijke streven in het hiernamaals begint, des te minder strijd heeft de ziel uit te vechten, want het aardse verlangen zal steeds zwakker worden. De ziel zal zich steeds meer van de aarde verwijderen, dan pas heeft ze de materie overwonnen, wanneer ze verlangen naar geestelijk goed bespeurt. Dan zal ze niet alleen begeren, maar ook willen geven. En dit is het begin van de klim omhoog.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Le anime dei defunti vicine alla Terra

Le anime dei defunti si soffermano vicino alla Terra, finché i loro pensieri e desideri sono ancora rivolti a beni e godimenti terreni. Con tutto ciò che desiderano sono uniti attraverso il desiderio e si soffermano sempre nella vicinanza. Nell’aldilà non si possono facilmente separare da quello che hanno amato sulla Terra, e la conseguenza è che per loro è difficile tendere verso l’Alto nell’aldilà. Se il desiderare terreno tiene ancora catturata l’anima, allora è messa in discussione la maturazione spirituale, perché un desiderare esclude quasi sempre un dare, finché l’anima non desidera il Cibo spirituale. L’apporto di questo risveglierà in loro anche la spinta di dare oppure di aumentare. Ma se non è ancora ricettiva per il Cibo spirituale, allora questo non le viene nemmeno offerto, perché allora non si è ancora definitivamente staccata dalla Terra e non riconoscerebbe mai il valore di ciò che nel Regno spirituale è desiderato come la cosa più deliziosa. Ma il desiderio per il bene terreno è una mancanza della maturità dell’anima e così la Terra è circondata da innumerevoli anime nello stato imperfetto di maturità, che non si possono staccare da ciò che a loro sembrava caro e desiderabile nella vita terrena. A tali anime può essere portato l’Aiuto solo attraverso la preghiera, perché una preghiera nell’amore fa loro percepire qualcosa, che finora non hanno conosciuto. A loro fluisce la Forza spirituale, che fa scaturire in loro qualcosa del tutto diverso che l’esaudimento di brame terrene. Quest’afflusso di Forza rende loro immensamente felici ed ora si distolgono lentamente dalle mete a cui hanno teso finora. E così l’uomo sulla Terra può dimostrare ai defunti il più grande aiuto ed il più grande servizio d’amore, se manda loro sovente una preghiera che è motivo per staccarsi dalla Terra e dall’ambiente che a loro era stato caro. Tutto il terreno trattiene l’anima dallo sviluppo verso l’Alto, solo quando il desiderio viene combattuto, lo spirituale entra nel proscenio e soltanto allora inizia la risalita verso l’Alto nell’aldilà e prima inizia il tendere spirituale nell’aldilà, meno lotta ha da eseguire l’anima, perché il desiderare terreno diminuirà sempre di più, l’anima si allontanerà sempre di più dalla Terra solo quando sente il desiderio per il bene spirituale, ha superato la materia. Allora non soltanto non desidererà, ma vorrà anche dare, e questo è l’inizio della risalita verso l’Alto.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich