• Terug

Geestelijke duisternis is de aanleiding voor zwaar aards leed – Licht

De zending, die God voor het welzijn van de zielen verspreidt, is een genade voor de mensheid, die enkel dan in haar grootte begrepen zou kunnen worden, wanneer de mens een blik zou kunnen werpen in de volheid van licht in het geestelijke rijk en daaraan zou de duistere toestand op aarde in zijn volle omvang begrepen kunnen worden. De geestelijke duisternis is onvoorstelbaar en het overdragen van licht is bijna onmogelijk geworden. Aan de lichtdragers wordt geen aandacht geschonken, als ze al niet vervolgd of gehoond worden en ze zouden toch met het licht van de eeuwige wijsheid de duisternis kunnen verlichten en de menselijke zielen kunnen verlossen uit een kwellende toestand.

De zielen zijn het verst van God verwijderd en God nadert hen weer, omdat Zijn liefde de mensheid niet in deze toestand wil laten. Hij laat een gebeurtenis over de aarde komen, die wel in staat kan zijn om de duisternis te verdrijven, waar slechts de bereidwilligheid van een mens te vinden is. Voor hem zal het inzicht, dat hij een verkeerde weg genomen heeft, als een lichtflits komen. Hij zal zich naar God toekeren en Hem in de grootste nood om hulp vragen en dus naar Zijn nabijheid verlangen. De nabijheid van God betekent licht.

Er zal een korte tijd komen, waarin de lichtdragers, de dragers van het goddelijke woord, bereidwillig aangehoord worden en nu de mogelijkheid hebben om het goddelijke woord te verspreiden. De mensen zullen luisteren en degenen die het woord met het hart opnemen, zullen er ook naar handelen. Maar van hen zullen er maar weinig zijn, want zodra de nood opgeven is, vlucht het grootste deel van de mensheid weer in de duisternis terug. Hij zit verstrikt in de liefde voor de materie en zoekt daar zijn vervulling en zodoende schenkt hij geen aandacht aan het goddelijke woord en de duisternis rondom hem is net zo groot als voorheen.

Maar ter wille van degenen, die ziende worden, laat God het zware over de aarde komen, want deze zijn het, die door Zijn genade gegrepen worden, omdat Hij hun wil herkent, die niet slecht, maar enkel zwak is. Om deze mensen tot het inzicht te leiden, om hun wil zich hier van bewust te maken, is een heel moeilijke tijd nodig, zoals de aarde nu te wachten staat. Het betreft de redding van deze zielen. Het betreft de verspreiding van het licht in de donkerste streken. Het betreft het overwinnen van de macht, die God vijandig gezind is en om het verlossen van de zielen, die te zwak zijn om tegen hem te strijden, uit de macht van de vijand. Een lichtstraal zal de duisternis doorbreken en degenen, die hun ogen en hart openen, ziende maken.

Nu verblijft de mensheid in de diepste duisternis en ze herkent Hem niet. Het stralende licht van de wereld, aardse glans en rijkdom is voldoende voor haar en ze schenkt geen aandacht aan het milde licht uit het geestelijke rijk. Maar de dag zal komen, dat alles verwoest wordt, wat de mensen hindert om het goddelijke licht te herkennen. En er zal dan een licht voor hen schijnen, waarvan ze het schijnsel alleen maar hoeven te volgen. Maar de ziel van degene, die geen aandacht schenkt aan dit licht, blijft in nood en de diepste duisternis omhult hem, want voor hem kan de genade van God niet werkzaam worden, omdat de wil zich tegen God verzet.

Amen

L'obscurité spirituelle est le motif de la grave souffrance terrestre - la Lumière

Les Envois que Dieu répand pour le bien des âmes sont une Grâce pour l'humanité, qui dans sa grandeur pourrait être saisie seulement si l'homme pouvait donner un regard dans la Plénitude de Lumière dans le Royaume spirituel et si à partir de celui-ci il mesurait l'état d'obscurité sur la Terre. L'obscurité spirituelle est inimaginable et la transmission de la Lumière est presque devenue impossible. Les porteurs de Lumière sont laissés inaperçus, voire même persécutés et méprisés, bien qu’ils puissent éclairer le noir avec la Lumière de l'éternelle Vérité et libérer les âmes humaines de leur état atroce. Ces âmes sont dans le plus grand éloignement de Dieu et Dieu s'approche de nouveau d’elles, parce que Son Amour ne veut pas laisser l'humanité dans cet état. Il fait arriver un événement sur la Terre, qui pourrait bien être capable de bannir l'obscurité là où se trouve seulement la moindre bonne volonté d'une personne. À celle-ci la connaissance qu’il parcourt une voie fausse viendra comme un Rayon de Lumière ; il se tournera vers Dieu et demandera Son Assistance dans la plus grande misère et donc il désirera Sa Proximité. Cela signifie la Lumière. Il viendra une brève période où les porteurs de Lumière, les porteurs de la Parole divine, seront écoutés volontairement et alors ils auront la possibilité de répandre la Parole divine. Les hommes la sentiront et ils accueilleront la Parole avec le cœur, ils agiront aussi en conséquence. Mais ils seront seulement peu nombreux, parce que dès que la misère sera suspendue, la plupart de l'humanité fuira de nouveau dans l'obscurité. Elle est empêtrée dans l'amour pour la matière et celui qui cherche sa satisfaction laisse inaperçue la Parole divine, et l'obscurité autour de lui est aussi grande qu’auparavant. Mais pour ceux qui deviennent voyants, Dieu laisse venir sur la Terre une chose grave, parce que ce seront ceux-ci qui seront saisis par Sa Grâce, vu qu’il reconnaît leur volonté qui n'est pas mauvaise, mais seulement faible. Pour guider leur connaissance, pour tourner consciemment leur volonté vers Lui, il est nécessaire d’un tel très grave temps, comme celui qui arrive maintenant sur la Terre. Il s'agit du salut de ces âmes, il s'agit de la diffusion de la Lumière dans les régions les plus obscures, il s’agit de vaincre le pouvoir ennemi de Dieu et de libérer ces âmes du pouvoir de l'ennemi, qui sont trop faibles pour lutter contre lui. Un Rayon de Lumière entrera dans l'obscurité et rendra voyant ceux qui ouvrent leurs yeux et leur cœur. Maintenant l'humanité demeure dans la plus profonde obscurité et ne le reconnaît pas. La Lumière rayonnante du monde, la splendeur et la richesse terrestres lui suffisent, et elle ne s'occupe pas de la suave Lumière du Royaume spirituel. Mais viendra le jour où sera détruit tout ce qui empêche à l'humanité de reconnaître la Lumière divine. Et alors une Lumière brillera si fort qu’il leur suffira d’en suivre la lueur. Mais celui qui laissera inaperçue cette lueur, son âme restera dans la misère, et elle sera enveloppée de la plus profonde obscurité, parce que la Grâce de Dieu ne peut pas devenir efficace sur eux, parce que leur volonté s'oppose à Dieu.

Amen