Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Die rein van harte zijn - Waarheid

Mt. 5,8 "Zalig zijn de zuiveren van hart, want ze zullen GOD zien"

In de reinheid des harten ligt de zekerheid dat de mens zich in de waarheid bevindt. Wie kwaad doet, denkt ook slecht, wie echter zijn best doet, helder en rein te blijven voor GOD, diens denken moet ook dienovereenkomstig zijn. De mens die zuiver van harte is, zal steeds alles verafschuwen wat tegen het goddelijke gericht is, hij zal in de diepte van het hart kunnen vorsen, omdat geen onzuiverheid hem het naar binnen zien belet, en evenzo zal de wijsheid in hem opstijgen, omdat ze geen hindernis ondervindt.

En zuiver van hart zal ieder zijn die in en met GOD leeft, die met HEM verbonden blijft, die zijn leven bewust leeft, d.w.z. die zijn taak op aarde inziet, zich aan God geeft en steeds zijn best doet Zijn Wil te vervullen. Hij zal zonder GOD niet meer willen en kunnen leven en elke onzuivere gedachte zal ver van hem blijven, hij zal, als hij zwak zou worden, GOD innig om vergeving vragen, omdat zijn hart het onrecht inziet en het dus niet bewust zal willen doen. Hij zal zich inspannen de juiste weg te gaan en GOD vragen om kracht en genade.

De zuiverheid des harten moet dus ook tot gevolg hebben, dat de mens juist denkt, want daar het hart het vat is de waarheid uit GOD op te nemen, zodra de mens zijn best doet het rein en waardig om te ontvangen te vormen en te behouden, zal daarin de onwaarheid niet meer geduld worden, ze zal worden verafschuwd zoals al het onzuivere en daarom afgewezen, omdat de mens die zuiver van hart is altijd naar de waarheid verlangt.

En verlangen naar waarheid is ook verwezenlijking. Verlangen naar waarheid is ook verlangen naar GOD, DIE de Waarheid Zelf is. Verlangen naar GOD schakelt echter het werkzaam zijn van de vijandige macht uit.

Die rein van harte zijn, herkennen de leugen, dientengevolge kunnen ze ook niet meer op een dwaalspoor worden gebracht, d.w.z. uit onwetendheid iets als waarheid aannemen dat daarmee in strijd is. Ze zullen het afwijzen, zelfs wanneer ze dit met hun verstand niet kunnen beredeneren. Doch hun hart verweert zich ertegen, omdat het door de zuiverheid een uiterst ontvankelijk gevoel en vermogen heeft, het geestelijk goed te beoordelen dat tracht binnen te komen.

Onzuivere gedachten en handelingen stompen het vermogen van het hart om aan te voelen af en daarom zal diegene de waarheid ook niet bezitten die de wereld en haar vreugden voorstaat, want het verlangen ernaar heeft ook gedachten en begeerten tengevolge die niet uitsluitend GOD gelden, maar hem wiens rijk de wereld is.

En deze gedachten zullen niet zuiver en rein zijn, ze zullen die driften wekken en bevorderen die de mens moet overwinnen en dus alleen maar een gevaar zijn en blijven voor de reinheid des harten en een hindernis de zuivere waarheid uit GOD te ontvangen. Maar diegenen aan wie het aan waarheid ontbreekt, hun ontbreekt ook het licht en ze vinden de weg niet die naar GOD leidt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Coloro che sono di cuore puro - La Verità

Nella purezza del cuore è data la garanzia che l’uomo si trovi nella Verità. Chi fa del male, pensa anche male; ma chi si sforza di rimanere chiaro e puro per Dio, il suo pensare deve anche essere rispettivamente. L’uomo che è di cuore puro, aborrirà sempre tutto ciò che va contro il Divino, potrà esplorare nella profondità del cuore, perché nessuna impudicizia gli impedisce lo sguardo e proprio così salirà a lui la Sapienza, perché non trova nessun ostacolo. E sarà di cuore puro ognuno che vive in e con Dio, che rimane unito con Lui, che vive coscientemente la sua vita, cioè che riconosce il suo compito terreno, di darsi a Dio e si sforza sempre di adempiere la Sua Volontà. Non vorrà e non potrà più vivere senza Dio, e gli rimarrà lontano ogni pensiero impuro; quando diventa debole, chiede intimamente perdono a Dio, perché il suo cuore riconosce l’ingiusto e non lo vuole commettere coscientemente. Si sforzerà di percorrere la retta via e chiederà a Dio la Forza e la Grazia. La purezza del cuore deve aver perciò per conseguenza, che l’uomo stia nel giusto pensare, perché il cuore è il vaso d’accoglienza per la Verità da Dio, ed appena l’uomo si sforza di formarlo in modo puro e degno per ricevere e di conservarlo, la non-verità non vi verrà più tollerata, verrà aborrita come tutto l’impuro e perciò rifiutata, perché l’uomo, che è di cuore puro, ha il desiderio per la Verità. E questo desiderio è anche l’esaudimento. Desiderare la Verità è anche desiderare Dio, il Quale E’ la Verità Stessa. Desiderare Dio però esclude l’agire del potere avverso. Coloro che sono di cuore puro riconoscono la menzogna, di conseguenza non possono nemmeno più essere guidati nell’errore, cioè di accettare per ignoranza come Verità qualcosa che la contraddice. Lo rifiuteranno, persino quando non lo possono motivare secondo l’intelletto. Ma il loro cuore se ne oppone, perché attraverso la purezza ha una percezione mimosica ed una capacità di giudizio per il patrimonio spirituale che cerca di entrare. Pensieri ed azioni impuri ottundono la capacità di percezione del cuore, e perciò non starà nemmeno nella Verità colui che si dichiara per il mondo e le sue gioie, perché questo desiderio procura anche pensieri e bramosie che non sono rivolti esclusivamente a Dio, ma a colui il cui regno è il mondo. E questi pensieri non saranno puri e limpidi, risveglieranno e favoriranno quegli istinti che l’uomo deve vincere e quindi saranno e rimarranno solo un pericolo per la purezza del cuore ed un ostacolo per ricevere la pura Verità da Dio. Ma a coloro ai quali manca la Verità, manca anche la Luce, e non trovano la via che conduce a Dio.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich