• Terug

Denkactiviteit - (Op 'n vraag van Bertha Dudde)

De mens kan niet gedwongen worden met geestelijke krachten contact op te nemen, veeleer is het een daad van de vrije wil. Dus moet hem ook de mogelijkheid gegeven zijn, geestelijk bezig te zijn als hij de verbinding met krachten die kennis bezitten niet tot stand brengt, alleen dat hij dan beperkt is in zijn capaciteit - zodat hij dan alleen zuiver aardse vragen kan oplossen. Dan is alleen zijn lichamelijk organisme in werking, hij gebruikt de hem toestromende levenskracht geheel onafhankelijk van hulp uit het hiernamaals, zolang hij die krachten er niet om verzoekt.

De gedachten die de mens nu heeft, hebben geen enkele geestelijke waarde, dus ook geen waarde voor de eeuwigheid - ze zijn dus niet geestelijk, maar aards, d.w.z. vergankelijk bezit. De werkzaamheid van het denken kan echter ook problemen aanroeren die buiten het aardse liggen, maar dat de mens door zijn wil en zijn houding tegenover GOD de invloed van wetende wezens uit het hiernamaals weerstaat, wat dan als gevolg heeft dat zijn gedachten erover de waarheid volledig tegenspreken. Die geestelijke krachten zullen zich dus altijd uiten waar de wil van de mens zelf om vraagt.

De geestelijke krachten zijn echter altijd werkzaam zodra geestelijke vragen gesteld worden, terwijl aardse vragen alleen maar de levenskracht die de mens wordt toegestuurd nodig hebben, ofschoon de mens gelooft dat het denken d.m.v.het verstand altijd alle problemen oplost.

Wel zullen de onwetende of leugenachtige krachten uit het hiernamaals de mens laten geloven dat hij zuiver verstandelijk het resultaat bereikt heeft, daar het hun streven is, geestelijke activiteit te loochenen om ook het geloof aan goddelijke werkzaamheid te vernietigen. Derhalve beschouwt de mens zichzelf als verwekker van elke gedachte - en de hem ondersteunende krachten versterken deze bedoeling.

Alleen de mens die op GOD afstevent begrijpt het wezen van de gedachte, hij bespeurt de stromingen die uit het rijk van het licht naar hem toekomen - en hij laat zich gewillig door de goede geestelijke krachten beïnvloeden.

En daarom zal ook alleen maar de mens die op GOD aanstuurt in de waarheid wandelen, want wat in gedachten tot hem komt is van GOD. De zuivere waarheid wordt afgaande op Zijn Wil, door lichtdragers aan de mens overgebracht - omdat GOD de WAARHEID Zelf is.

Amen

Gedankentätigkeit....

Es kann der Mensch nicht gezwungen werden, mit geistigen Kräften Fühlung zu nehmen, sondern es ist dies ein Akt freier Willenstätigkeit. Folglich muß ihm auch die Möglichkeit gegeben sein, gedanklich tätig zu sein, wenn er die Verbindung mit wissenden Kräften nicht herstellt, nur daß er dann beschränkt ist in seiner Tätigkeit, daß er nur rein irdische Fragen lösen kann. Dann ist nur sein körperlicher Organismus tätig; er nützt die ihm zugehende Lebenskraft völlig unabhängig von jenseitiger Unterstützung, solange er jene Kräfte nicht darum bittet. Die Gedanken, die nun der Mensch hat, haben keinerlei geistigen Wert, also auch keinen Wert für die Ewigkeit, sie sind also nicht geistiges, sondern irdisches, d.h. vergängliches Gut. Es kann aber die Gedankentätigkeit auch Probleme berühren, die außerhalb des Irdischen liegen, der Mensch aber durch seinen Willen und seine Einstellung zu Gott dem Einfluß jenseitiger wissender Wesen widerstehen, was als Folge hat, daß die Gedanken dessen völlig der Wahrheit widersprechen.... Es werden also immer sich die geistigen Kräfte äußern, die der Wille des Menschen selbst anfordert.... Es sind aber immer geistige Kräfte tätig, sowie geistige Fragen gestellt werden, während irdische Fragen nur die dem Menschen zugehende Lebenskraft benötigen, obgleich der Mensch glaubt, daß immer das Verstandesdenken alle Probleme löst. Wohl werden die jenseitigen unwissenden oder leugnerischen Kräfte den Menschen glauben lassen, daß er rein verstandesmäßig das Ergebnis erzielt hat, da es in ihrem Bestreben liegt, geistiges Wirken zu leugnen, um auch den Glauben an göttliches Wirken zu zerstören. Folglich sieht der Mensch sich selbst als Erzeuger eines jeden Gedankens an, und die ihn unterstützenden Kräfte bestärken diese Ansicht, und nur der zu Gott strebende Mensch begreift das Wesen des Gedankens. Er spürt die Strömungen, die aus dem Reich des Lichtes ihm zugehen. Er läßt sich willig von den guten geistigen Kräften beeinflussen. Und darum wird auch nur der zu Gott strebende Mensch in der Wahrheit stehen, denn was ihm zugeht an Gedanken, ist von Gott.... es wird die reinste Wahrheit auf Seinen Willen durch Lichtträger dem Menschen übermittelt, weil Gott die Wahrheit Selbst ist....

Amen