Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De innerlijke stem - Gedachte - Daad

Waar het meest innerlijke van de mens zich tegen verweert, dat stemt ook niet overeen met de wil van God, zodra de wil om God te dienen hem ertoe brengt te denken en te handelen. Hij is blootgesteld aan de meest veelsoortige pogingen van de kant van de tegenstander. Die gebruikt elke zwakte van wil om hem schade te berokkenen. Maar een mensenkind dat God is toegedaan, voelt ook de fijnste opwellingen die hiertegen gericht zijn. En daarom zal steeds dat juist zijn, waar de mens in het diepst van zijn hart positief tegenover staat, en datgene onjuist, wat hem onbehagen inboezemt.

Zelfs dat, wat dienstig is voor het welbehagen van het lichaam, zal een zachte onrust in hem wakker roepen, voor zover het niet met de goddelijke wil strookt, maar met de wil van de tegenstander. En daarom moet de mens acht slaan op de zachte stem in zijn hart en er steeds gevolg aan geven. Elke handeling heeft haar oorsprong in de gedachte. En de gedachte is de inwerking van een goede of een slechte kracht op de mens. De gedachte is een geestelijke toevloed van de macht aan welke de mens zich overgeeft. En uit de gedachte volgt, met gebruikmaking van de kracht uit God, de daad.

Komt de mens de juiste gedachte toe, dat wil zeggen: neemt hij dat wat door goede wezens wordt overgebracht in ontvangst, dan kan de mens niet anders dan deze gedachten realiseren, doordat hij de in hem aanwezige kracht gebruikt en zijn wil actief laat worden. Hoe minder weerstand goede geestelijke krachten bij de mens ondervinden, des te vlijtiger is de mens in zijn bezigheid, des te meer gedachten benut hij. En dit is onvermoeid werken, het is onophoudelijk bezig zijn. En laat de mens de goede gedachten op zich inwerken, schenkt hij de goede geestelijke wezens gehoor, dan kan hij ook alleen maar goede daden verrichten.

Maar gewetenloze mensen nemen ook datgene aan, wat door slechte krachten wordt overgebracht. En ze laten hun wil dan ook actief worden, doordat ze slechte daden begaan. Maar ze worden er niet in gehinderd. Schenken ze de innerlijke stem geen gehoor, dan is ook elke poging van de goede wezens tevergeefs. Hun invloed is minimaal en bijgevolg trekken ze zich zolang van de mensen terug, tot die uit eigen beweging God weer zoeken en Hij Zich ook door hen laat vinden. Is het streven van de mens naar voltooiing groot, dan herkent hij ook of de innerlijke stem hem juist aanmaant en bespeurt hij ook wat hij moet afwijzen. Want God geeft het juiste inzicht aan de mens die op Hem aanstuurt. En hij hoeft alleen maar acht te slaan op de meest innerlijke stem in zich, want hij zal juist gewezen worden, nu en altijd.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

NOTRANJI GLAS... MISEL... DEJANJE...

Vse, čemur nasprotuje človekov najgloblji občutek, vse to se tudi ne sklada z Božjo voljo, če človekova pripravljenost služiti Bogu določa njegove misli in dejanja. Izpostavljen je najrazličnejšim skušnjavam s strani nasprotnika (satana). Nasprotnik izkoristi vsako šibkost volje, da bi mu povzročil škodo. Vendar pa tudi Bogu predan zemeljski otrok čuti najbolj prefinjene vzgibe, usmerjene proti njemu in zato bo vse, kar človek trdi v najglobljem srcu, pravilno, in kar ga napolnjuje z nelagodjem, bo napačno. Celo tisto, kar koristi udobju njegovega telesa, ga bo rahlo vznemirilo, če ne bo v skladu z božansko voljo, ampak bo ustrezalo nasprotnikovi volji. Zato mora biti človek pozoren na nežen glas v svojem srcu in mu vedno slediti. 

Vsako dejanje izvira iz misli, misel pa je vpliv dobre ali zle sile na človeka. Misel je duhovni tok moči, ki se ji človek izroča. Misli pa sledi dejanje z uporabo Božje moči... Če se človeku porodi pozitivna misel, to se pravi, če je deležen posredovanja dobrih duhovnih bitij, ne more storiti ničesar drugega, kot da te misli uresniči, s tem da uporabi moč, ki prebiva v njem in aktivira svojo voljo. Manj kot se človek upira dobrim duhovnim silam, bolj marljiv je v svoji dejavnosti, več misli uporablja, in to je neutrudno delo, to je nenehna dejavnost. In če človek dovoli, da dobre misli vplivajo nanj, če posluša dobra duhovna bitja, potem lahko dela le dobra dejanja. 

Vendar pa brezvestni ljudje sprejemajo tudi prenose slabih sil in potem doupustijo, da postane njihova volja dejavna, iz tega sledi da delajo zla dejanja.Vendar jim to ni onemogočeno. Če ne prisluhnejo notranjemu glasu, je tudi vsak poskus dobrih bitij zaman, njihov vpliv je minimalen, zato se umaknejo od ljudi, dokler ti sami od sebe ponovno ne poiščejo Boga in jim On dovoli, da ga najdejo. 

Če je človekova težnja po popolnosti velika, bo tudi prepoznal, ali mu notranji glas daje pravi nasvet, in bo tudi začuti, kaj naj zavrne, saj Bog prizadevnemu človeku daje pravo spoznanje, zato naj bo pozoren le na svoj notranji glas, saj ga bo vedno pravilno vodil...

Amen

Vertaler
Vertaald door: Janko Žagar