Een zogenaamde opwekking van de geest zal steeds dan plaatsvinden, wanneer er een zelfveredeling door werkende naastenliefde aan vooraf gegaan is. Elk werk van liefde maakt de ziel vrij van afvalstoffen en verbreekt dus de boeien van de geest, want de geest sluimert net zo lang in de mens, als het omhulsel nog dicht is.
Maar nu kan door innig gebed kracht afgesmeekt worden voor deze daad van het losmaken van de geest. Dit zal wel steeds via de weg van de werkzame liefde geschieden, maar een smekend mens zal ook makkelijker in staat zijn om in liefde werkzaam te zijn. Want een smekend mens draagt een bepaalde deemoed in zich en dus valt ook het dienen hem niet zwaar. Elk gebed geeft kracht en waar de mens grote wilskracht voor nodig heeft, dat kan hij na een innig gebed zonder enige moeite aan.
De kracht van het gebed is enorm en wordt toch maar zo weinig herkend. Daarom moeten de mensen soms heel erg worstelen voordat de geest in hen vrij wordt, terwijl een innig gebed hen bijna moeiteloos naar boven leidt. Het gebed in geest en waarheid verbindt de mens met God. Dat wil zeggen dat hij zelf de aansluiting met Hem zoekt en omdat God Zelf de liefde is, moet het gevoel in de mens zich nu ook in liefde uiten.
Maar een werk van naastenliefde trekt eveneens God als de Liefde Zelf naar zich toe. En liefde maakt de geest in de mens vrij, zodat deze zich met het geestelijke buiten zich verbinden kan, van waaruit hem licht en kracht, dat wil zeggen kennis en macht, gegeven wordt. Pas dan kan het wezen van de mens zo worden, zoals het met de goddelijke wil overeenstemt en de ziel zal rijpen en zich tijdens het aardse leven opwaarts ontwikkelen.
Amen
VertalerEine sogenannte Erweckung des Geistes wird immer dann stattfinden, wenn eine Selbstveredlung vorangegangen ist durch werktätige Nächstenliebe. Jedes Liebeswerk entschlackt die Seele und sprengt also die Fesseln des Geistes, denn der Geist schlummert so lange im Menschen, wie die Umhüllung noch dicht ist. Nun kann jedoch durch inniges Gebet Kraft erfleht werden zu diesem Akt der Loslösung des Geistes; zwar wird das immer geschehen auf dem Wege tätiger Liebe, doch es wird ein bittender Mensch auch leichter fähig sein zum Liebeswirken. Denn ein bittender Mensch trägt eine gewisse Demut in sich, und also fällt ihm auch das Dienen nicht schwer. Jedes Gebet vermittelt Kraft, und wozu der Mensch große Willenskraft erfordert, das bewältigt er spielend nach innigem Gebet. Die Kraft des Gebetes ist ungeheuer und wird doch zu wenig erkannt. Daher müssen die Menschen mitunter sehr ringen, bevor der Geist in ihnen frei wird, während inniges Gebet sie fast mühelos zur Höhe führt. Das Gebet im Geist und in der Wahrheit verbindet den Menschen mit Gott, d.h., er sucht selbst den Anschluß an Ihn, und da Gott Selbst die Liebe ist, muß das Empfinden des Menschen nun in Liebe sich äußern.... Ein Werk der Nächstenliebe zieht aber gleichfalls Gott als die Liebe Selbst heran.... Liebe aber macht den Geist im Menschen frei, so daß dieser sich verbinden kann mit dem Geistigen außer sich, von dem ihm Licht und Kraft, d.h. Wissen und Macht, vermittelt wird. Dann erst kann das Wesen des Menschen so werden, wie es dem göttlichen Willen entspricht, und die Seele wird reifen und sich zur Höhe entwickeln im Erdenleben....
Amen
Vertaler