God was er vóór de schepping van de wereld, want Hij is van eeuwigheid af en Hij zal er tot in alle eeuwigheid zijn. Dit mysterie zal voor de mens een mysterie blijven, want wezens, wier bestaan zich te midden van het materiële afspeelt, kunnen niet begrijpen wat er zich buiten het materiële afspeelt, dus volledig onafhankelijk hiervan. Maar de materiële schepping is slechts een klein rijk van wezens, die vorm geworden dingen nodig hebben om zich weer aan het geestelijke rijk aan te kunnen passen. Het geestelijke rijk wordt echter niet begrensd door ruimte en tijd. Het is er altijd en overal, want hierin zit God en God is er altijd en overal.
De enige verklaring die jullie mensen te geven zou zijn, is de gedachte als iets dergelijks voor te stellen. De gedachte, die niet zichtbaar en niet tastbaar is en toch het grootste in het menselijke bestaan is. Wat zou de mens zonder denken zijn? Een machine-achtig wezen, dat ondanks uiterlijke activiteiten dood genoemd zou moeten worden. De gedachte is pas het levende in de mens en toch is het iets, waar de mens zich ook geen verklaring voor kan geven.
De mens is als het ware door de activiteiten van zijn gedachten pas een vrij wezen geworden, want noch dwang, noch invloed van buiten kunnen de gedachten van de mens bepalen. De gedachte is van hem alleen. Het kan hem nooit afgenomen worden, want de gedachte is iets geestelijks. Iets wat niets van doen heeft met de materie op zich, wat daarom ook blijft, wanneer het wezen vrijgekomen is uit deze materie.
De mens kan dus te midden van de materie zijn en toch alles om zich heen uitschakelen en in het geestelijke vertoeven, zodra hij zijn gedachten de vrije loop laat. Zelfs wanneer de gedachte zich op aardse dingen richt, blijft het toch iets geestelijks, want de gedachte op zich is niet iets materieels. Het is geestelijke kracht, die alleen verkeerd gebruikt wordt.
Zodra de mens, niet onder de indruk van zijn aards materiële omgeving, de gedachten laat zweven, om het even waarheen, beweegt het wezenlijke in de mens zich in het geestelijke rijk. En zo zal het nu begrijpelijk zijn, dat al het materiële, al het zichtbare kan verdwijnen en het eigenlijke toch blijft bestaan. Dat het denkende wezenlijke geen materiële omgeving nodig heeft. Dat alleen maar van belang is op welk doel het denken van het wezen zich richt.
Amen
Vertaler세상이 창조되기 전에 하나님은 계셨다. 왜냐면 하나님은 영원으로부터 존재하고, 모든 영원에 영원까지 존재할 것이기 때문이다. 이런 신비는 사람들에게 신비로 머물게 될 것이다. 왜냐하면 물질의 한가운데 거하는 존재는 물질 밖에서 일어나는 일을, 그러므로 물질과 전혀 상관이 없는 일을 파악할 수 없기 때문이다. 그러나 물질적 창조는 단지 다시 영의 나라에 들어가기 위해, 형체가 필요한 존재들의 작은 나라이다. 그러나 영의 나라에는 공간과 시간 제한이 없다. 영의 나라는 항상 어디에나 있다. 왜냐면 그 안에 하나님이 계시고, 하나님은 항상 어디에나 있기 때문이다.
너희에게 사람들에게 줄 수 있는 유일한 설명은 이를 생각을 비유로 해서 설명해주는 일이다. 생각은 눈에 보이지도 않고, 붙잡을 수도 없지만, 인간의 존재를 구성하는 가장 큰 요소이다. 생각이 없는 사람이 무슨 의미가 있느냐? 그러면 그는 기계와 같은 존재로써, 외적으로 일을 함에도 불구하고 죽은 사람이라고 불려야만 하게 될 것이다. 생각은 비로소 사람이 생명력이 있게 하지만, 그러나 사람이 설명할 수 없는 어떤 것이다. 사람은 동시에 자신의 생각을 통해 비로소 자유로운 존재가 된다. 왜냐하면 강요나 또는 외부 영향으로 사람의 생각을 정할 수 없기 때문이다.
생각은 그의 유일한 재산이고, 절대로 그에게서 빼앗을 수 없다. 왜냐면 생각은 영적인 것이고, 물질 자체와는 무관한 어떤 것이기 때문이다. 그러므로 생각은 존재가 모든 물질로부터 자유로워진 경우에도 남아 있는다. 따라서 사람은 물질의 한가운데에 있을 수 있지만, 주변의 모든 것을 벗어나서, 생각을 자유롭게 하면, 영적으로 머물 수 있다. 비록 생각이 세상으로 향할지라도, 생각은 여전히 어떤 영적인 것으로 남아 있게 된다. 왜냐면 그런 생각 자체가 물질이 아니고, 잘못 사용한 영적인 힘이기 때문이다.
인간이 이 땅의 물질 환경에 영향을 받지 않고, 어디를 향하든 생각을 떠돌게 하자마자, 인간 안의 본질적인 존재는 영의 나라에서 움직이게 된다. 그러므로 이제 물질적인 모든 것이, 보이는 모든 것이 사라질 수 있지만, 본질적인 것은 유지될 수 있다는 것을 이해할 수 있게 될 것이고, 생각하는 존재에게 물질적 환경이 필요하지 않는다는 것을, 그리고 존재의 생각이 어떤 목표를 향하는 지가 단지 중요하다는 것을 이해할 수 있게 될 것이다._>아멘
Vertaler