Als de mens het inzicht heeft, heeft hij geen verzekering nodig voor de geloofwaardigheid van dat, wat hem van boven gegeven wordt, want gelijktijdig met het goddelijke geschenk wordt hem de bekwaamheid toegestuurd om helder te kunnen beoordelen wat waarheid en wat leugen is. Want hij heeft de taak gekregen om dat, wat hij ontvangt, door te geven. En om dat met volle overtuiging te kunnen doen, moet hij zelf diep gelovig zijn. Hij mag niet door twijfel overvallen worden over de waarachtigheid van dat, wat hij ontvangen heeft. Maar de voorwaarde is steeds, dat hij zelf naar de zuivere waarheid verlangt.
Wanneer de mens geven wil, zal hij ook ontvangen. En alleen maar dat, waar met alle overtuigingskracht voor opgekomen wordt, zal ook als waarheid geaccepteerd worden. Omdat het Gods wil is dat de waarheid ingang vindt onder de mensen, heeft Hij toegenegen dienaren nodig, die het goddelijke woord verspreiden. En zodoende voorziet Hij deze dienaren van de kracht van het inzicht, opdat ze nu hetgeen hun geboden wordt, als geestelijke eigendom in zich op kunnen nemen en zich daar ook tegenover de medemens voor in kunnen zetten.
En door deze mensen zal niets meer dan de waarheid verspreid kunnen worden. Ze zullen steeds helder gewaarworden wat niet met de zuivere waarheid overeenstemt en dit afwijzen, zoals ze anderzijds de zuivere waarheid zullen verdedigen tegenover alle vijandigheden van de tegenstander. De aanname nu, dat een mens zich kan vergissen als hij zich bereid verklaart om de medemensen de waarheid door te willen geven, is verkeerd. Daar komt de almacht van God in actie, doordat ze elke verkeerde uitspraak verhindert, zodra de mens voor God wil werken.
De almacht van God komt nu zo tot uiting, dat de mens alleen maar dat spreken en doorgeven kan, wat met de waarheid overeenstemt. Hij wordt zodoende in zekere zin gehinderd om over zulke zaken te spreken, die hem nog onbekend zijn. En als hij van de zijde van de mensen ertoe overgehaald wordt om zich daarover te uiten, dan zal hij vrij toegeven daarover niet onderwezen te zijn en zich zodoende van elk oordeel daarover te onthouden. Dus zal de mens alleen dat maar door willen geven, wat hij zelf als waarheid geaccepteerd heeft en als zodanig erkent. Hij zal kennis hebben, maar niet wetend willen lijken, omdat God hem nog geen volledige blik toegestaan heeft.
Er zijn gebieden, waar de mens niet zo vlug doorheen kan lopen, die voor hem lange tijd onbekende landen zullen blijven en wel zo lang, tot het de geest in de mens lukt om zich zonder belemmering los te maken van het lichaam. Tot de mens nog beter in staat geworden is om volledig nieuwe wijsheden in ontvangst te kunnen nemen, wat een staat van een volledig los zijn van de aarde vereist. En zolang deze staat niet bereikt is, kan de mens moeilijk onderwezen worden over zaken, waar hij geen kennis van heeft.
Maar net zo lang zal de mens zich van een oordeel onthouden, omdat hij in zijn liefde voor de waarheid niets doorgeven wil, wat nog niet duidelijk voor hem is. Want als God voor het bekendmaken van Zijn woord een mens kiest, dan beschermt Hij hem er ook voor om iets onwaars te verspreiden en Hij geeft hem in dezelfde mate de kracht van het inzicht, zoals hij naar de waarheid verlangt.
Amen
VertalerPermanecendo em conhecimento, o ser humano não precisa de qualquer garantia da credibilidade do que lhe é transmitido de cima, pois simultaneamente com o dom divino recebe a capacidade de julgar claramente o que é verdade e o que é mentira. Pois ele é definido uma tarefa.... para passar o que ele recebe. E para poder fazer isso com plena convicção, ele próprio deve estar profundamente convicto, sem dúvida alguma, de que a veracidade do que ele recebeu pode ser-lhe afligida. O pré-requisito, no entanto, é sempre que ele próprio anseie pela verdade pura..... Se uma pessoa quiser dar, também receberá.... E só aquilo que é representado com toda a convicção será também aceite como verdade. Como é da vontade de Deus que a verdade encontre o seu caminho entre as pessoas, Ele requer servos dedicados a Ele que espalhem a Palavra divina. E assim Ele lhes dá o poder da realização, para que possam receber o que lhes é ordenado como propriedade espiritual e depois também usá-lo para com os seus semelhantes. E essas pessoas não serão mais capazes de espalhar nada além da verdade. Sempre sentirão claramente o que não concorda com a verdade pura e a rejeitarão, assim como, por outro lado, defenderão a verdade pura contra todos os ataques opostos. A suposição de que uma pessoa pode errar se ela se declara disposta a passar a verdade ao seu semelhante é errada. A onipotência de Deus entra em ação ali, impedindo toda falsa afirmação, assim que o ser humano quer trabalhar para Deus. A onipotência de Deus agora se expressa de tal maneira que o ser humano só falará e transmitirá o que corresponde à verdade; assim ele está, por assim dizer, impedido de falar tais coisas que ainda estão além do seu conhecimento. E se ele for determinado pelas pessoas a falar sobre isso, então ele admitirá livremente que ainda não está informado sobre isso e assim se absterá de qualquer julgamento sobre o assunto. Assim, o ser humano só vai querer transmitir aquilo que ele próprio aceitou como verdade e reconhece como tal. Ele será conhecedor, mas não quer parecer conhecedor onde Deus ainda não lhe tenha concedido uma visão completa. Há áreas pelas quais o ser humano não pode passar tão rapidamente, que permanecem uma terra desconhecida para ele por muito tempo, e isto até que o espírito no ser humano consiga desligar-se do corpo sem qualquer inibição, até que o ser humano se tenha tornado ainda mais receptivo para poder receber dele uma sabedoria completamente nova, o que requer um estado de completo desapego da Terra. E até este estado ocorrer, o ser humano dificilmente pode ser instruído sobre coisas que estão além do seu conhecimento. Mas o ser humano abster-se-á de julgar por igual tempo, porque no seu amor à verdade não quer transmitir-lhe nada que ainda lhe seja obscuro. Pois se Deus escolhe uma pessoa para proclamar Sua Palavra, Ele também o protegerá de propagar algo falso, e Ele lhe dará o poder do conhecimento na mesma medida em que Ele deseja a verdade....
Amém
Vertaler