Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Hemelse gelukzaligheid - Eeuwige heerlijkheid

In een omgeving vol van licht te vertoeven is onbeschrijfelijk gelukkig makend voor het wezen. Al het drukkende, belastende is van hem afgenomen. Het is niet aan kwellingen van onrijpe geestelijke wezens blootgesteld, er zijn geen schaduwen of donkere toestanden die het zouden kunnen beangstigen. Overal is vreugde, harmonie en het stralendste licht. En innige liefde en dankbaarheid vervullen het wezen, dat zich in Gods nabijheid voelt, ook wanneer het nog niet geheel met God is samengesmolten. Het mag echter licht en kracht van Hem in ontvangst nemen, en dus neemt het al deel aan de eeuwige heerlijkheid. Het mag een gelukkig makende bezigheid uitvoeren, het mag in overeenstemming met de goddelijke wil actief zijn, doordat het andere wezens dat overbrengt wat het zelf ontvangt.

De wezens hebben voor hun positieve ontwikkeling voortdurend toevoer van goddelijke kracht nodig en de lichtwezens zijn zulke krachtstations die van God ontvangen kracht voortdurend verder leiden en daardoor zich zelf een onvoorstelbare staat van geluk verschaffen. De mens op aarde begrijpt noch de bezigheid van de lichtwezens, noch het gebeuren van het verder leiden van kracht naar de wezens die kracht nodig hebben en hij is daarom zonder enige voorstelling. En daarom is hem de gedachte aan een eeuwigheid in gelukzaligheid een denkbeeld dat hij zou willen verwerpen, dat hij niet als werkelijkheid aan wil nemen.

Hij meet alles met de maatstaf die aardse gebeurtenissen kan worden aangelegd. Hij denkt er niet aan dat buiten de aarde andere wetten gelden, dat zich daar gebeurtenissen afspelen die aards niet te begrijpen zijn. Want de aarde is een van de nietigste scheppingswerken en dus kunnen haar bewoners zich niets anders voorstellen dan wat ze op aarde aantreffen, want daar bovenuit gaat het voorstellingsvermogen van de mensen niet. En om zich bij benadering het lichtrijk te kunnen voorstellen, moeten de mensen al heel ver zijn voortgeschreden, maar ook dan kunnen ze de waarheidsgetrouwe beschrijving moeilijk begrijpen, want er zou hun een volledig nieuw weten moeten worden ontsloten, tot opname waarvan de mens zelden in staat is.

En daarom kunnen die gebieden steeds alleen als eeuwige heerlijkheden worden bestempeld, want ze zijn bovenmate heerlijk en lieflijk om aan te zien en ze verplaatsen het wezen in een staat die hoogste gelukzaligheid kan worden genoemd. En toch kan de mens zich geen voorstelling maken van wat het in werkelijkheid is. En daarom zullen de mensen bij de woorden "hemelse gelukzaligheid" en "eeuwige heerlijkheid" steeds sterk gaan twijfelen over de waarachtigheid van zulke woorden, omdat ze iets wat hun niet begrijpelijk en verklaarbaar is niet als waarheid willen aannemen.

Wederom echter is het onmogelijk hen nauwkeuriger in te wijden en hun een kijkje in het lichtrijk toe te staan, voordat ze hun bijdrage leveren om zelf drager van licht en kracht te worden. Ze kunnen dit wel nog op aarde bereiken, maar er is een sterke wil voor nodig en diepste liefde voor God. Dan echter zal het hun veel gemakkelijker zijn die sferen te begrijpen, die eens hun verblijfplaats moeten zijn. Want dan is het in hen zelf licht en helder geworden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Heavenly bliss .... Eternal glory ....

Staying in bright surroundings makes the being indescribably happy; everything of a depressing and burdensome nature has been removed, it is no longer subject to any aggravation by immature spiritual beings, no shadows or dark states exist which could frighten it. Joy, harmony and brightly shining light abound everywhere. And heartfelt love and gratitude permeate the being which feels close to God, even if it has not yet entirely merged with God. Nevertheless, it may receive light and strength from Him, and thus it is already partaking in the eternal glory. It may accomplish a pleasing occupation; it may be active according to divine will by passing on to other beings what it receives itself. The beings constantly require the divine gift of strength for their higher development, and the beings of light are such stations of strength by constantly passing the strength from God on and thereby creating an inconceivable state of bliss for themselves. No human being on earth can either understand the light beings’ activity nor the process of re-directing the strength to the beings in need of strength and has therefore no idea about it; consequently, the thought of an eternity in blissful happiness is a fantasy to him that he would like to dismiss and thus he refuses to accept it as real. He measures everything with the yardstick that can be applied to earthly processes, but does not bear in mind that other laws apply outside of earth, that processes take place which cannot be grasped in a worldly way. After all, Earth is one of the most insignificant works of Creation and thus its inhabitants cannot imagine anything else but what they find on earth, for people’s imagination cannot go beyond this. And in order to even roughly imagine the kingdom of light, people must be very far advanced already, yet even then they will barely be able to grasp the truthful description since completely new knowledge must be revealed to them, and the human being is rarely receptive for this. This is why these realms can only ever be described as eternal glory, for they are glorious and lovely to look at beyond all measure and place the being in a state which can be called highest bliss and, yet, the human being cannot imagine what it really is. The words ‘heavenly bliss’ and ‘eternal glory’ will therefore always cause serious doubt in people as to the truthfulness of such words, because they don’t want to accept something as truth which is not understandable and explainable to them. On the other hand, however, it is impossible to initiate them and to allow them to gain an insight into the kingdom of light until they do their best in order to become bearers of light and strength themselves. They can certainly still achieve this on earth, yet it requires strong will and profound love for God, but then it will be much easier for them to understand these spheres which shall be their abode one day, for then they will have become brightly enlightened themselves.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Heidi Hanna