Het onvermogen om geestelijke resultaten te beoordelen, is weer een gevolg van het innerlijke verzet tegen God. Een mens hoeft absoluut geen openbare loochenaar van God te zijn en toch kan zijn innerlijk gevoel ingaan tegen alles, wat hem tot geloven in Hem maant.
Dan is zijn ziel nog ver van God verwijderd, dus ze draagt nog de heimelijke weerstand in zich, ofschoon ze de belichaming op aarde aanging met de wil zich van elke vorm vrij te maken. Deze ziel wordt nog te zeer door de duivel overheerst. Door haar grootste vijand, die het wezen weer terug zou willen winnen voor zijn rijk. Hij laat de ziel als het ware in opstand komen tegen al het goddelijke. Hij brengt er de begoochelingen van het aardse leven tegenin en hij probeert de gang over de aarde als het laatste stadium van het bestaan voor te stellen.
En nu wil de ziel alles ten volle benutten voor het aardse genot. Maar het godsbesef kan alleen maar verkregen worden door de aardse genietingen op de achtergrond te zetten. De mens moet dat laatste verachten en hij mag geen slaaf worden van dat, wat deel is van de tegenstander van God. Hij moet zich los kunnen maken van alles wat hij liefheeft en dit bereidwillig aan zijn medemensen bekendmaken, als het dezen aan deze kennis ontbreekt. Pas dan wordt de invloed van het kwaad minder en dus ook de afkeer van het goddelijke.
Een openlijke loochenaar van God kan gemakkelijker bestreden worden, doordat er openlijk gesproken kan worden over iets, dat hij afwijst. Maar degenen die de afwijzing niet openlijk laten zien, maar deze des te hardnekkiger in het hart dragen, zijn moeilijk te onderrichten, want ze zullen er maar weinig op in gaan. Ze zullen zich daar noch beamend, noch afwijzend over uiten. Ze zullen er ook, omdat ze onder slechte invloed staan, weinig over nadenken.
En ter wille van zulke mensen uit God Zich hoorbaar, zij het ook op een manier, die hen weinig bevalt. Een natuurgebeuren geeft vaak ook wereldsgezinde mensen aanleiding tot nadenken. Ze beginnen zich dan soms het eindresultaat van hun levenswandel voor ogen te houden en de volgende vraag stijgt dan in hen op: Waarvoor bestaat alles? Er bestaat niets zonder doel. Wat is het doel van het aardse leven?
En dan kan er een verandering van het denken beginnen, omdat tegelijkertijd de geneigdheid naar aardse goederen zwakker geworden is door het besef van de vergankelijkheid hiervan. Het vernietigingswerk heeft hen dit besef opgeleverd. Want Gods liefde probeert al Zijn schepselen voor Zich en Zijn rijk te winnen en wie de liefde van God niet aan een zorgeloos aards bestaan herkent, die moet nood en zorgen ervaren, om juist hierdoor te gaan beseffen, wat hij verzuimd heeft. Hij moet zichzelf en zijn denken veranderen. Hij moet liefde worden om de hoogste liefde te kunnen herkennen.
Amen
VertalerL'incapacité de juger des résultats spirituels est de nouveau une conséquence de la rébellion intérieure contre Dieu. L'homme ne doit pas être nécessairement un dénégateur manifeste de Dieu, il peut tourner son sentiment intérieur contre tout ce qui exhorte à la foi en Lui. Parce que si son âme est encore très loin de Dieu, alors il porte en lui encore une résistance secrète, même s’il a accepté l'incarnation sur la Terre avec la volonté de se libérer de toute forme. Cette âme est encore trop dominée par le démon en tant que son plus grand ennemi qui voudrait de nouveau reconquérir l'être pour son royaume. L’âme cherche pour ainsi dire à se rebeller contre tout le Divin, elle va à la rencontre de l'Œuvre d’éblouissement de la vie terrestre, et cherche à présenter la vie terrestre comme le dernier stade de l'existence. Et maintenant l'âme veut exploiter tout pour la jouissance terrestre. Or la connaissance de Dieu ne peut être conquise que seulement dans la rétrogradation de cela. L'homme doit mépriser cette dernière, il ne doit pas devenir esclave de ce qui est une partie du pouvoir opposé à Dieu. Il doit pouvoir se détacher de tout ce qui lui plaît, et le donner à son prochain sans arrière pensée, si cela lui manque ; seulement alors il diminue l'influence du malin et avec cela aussi la négation contre le Divin. À un dénégateur ouvert de Dieu on peut aller à la rencontre plus facilement en lui parlant ouvertement de quelque chose qu'il refuse. Mais à ceux qui ne montrent pas ouvertement leur refus, mais qui le portent plus obstinément dans le cœur, il est difficile de donner un enseignement, parce qu'ils acceptent seulement très rarement de s'exprimer sur cela d’une manière affirmative et négative, ils réfléchiront peu au fait qu’ils sont sous une mauvaise influence. Et pour de tels hommes Dieu Se manifeste de façon audible, même si c’est d’une manière qu’ils n’aiment pas. Un événement de la nature est souvent un motif de réflexion même à ceux qui sont de mentalité mondaine. Alors quelque fois ils commencent à tenir devant leurs yeux le résultat final de leur chemin de vie et ensuite des questions montent en eux : Pourquoi tout ceci ? Rien n’est sans but. Quel est le but de la vie terrestre ? Et alors un changement de la façon de penser peut commencer, parce qu'en même temps la tendance au bien terrestre est devenue plus faible au travers de la connaissance de la caducité que l'Œuvre de destruction a procurée. Parce que l'Amour de Dieu cherche à conquérir toutes Ses créatures pour Lui et pour Son Royaume, et celui qui ne reconnaît pas l'Amour de Dieu dans son existence terrestre insouciante doit expérimenter de la misère et des préoccupations pour arriver par là à la connaissance de ce qu’il a omis de faire. Il doit se transformer lui-même ainsi que ses pensées, il doit devenir amour, pour pouvoir reconnaître l'Amour le plus sublime.
Amen
Vertaler