• Terug

De komende heerser naar Gods wil

En het is mijn wil dat er zich op aarde een macht vormt die elke gewelddadigheid vermijdt en alleen in liefde haar heerschappij uitoefent. En deze macht zal Ik in het leven roepen. Ik zal haar mijn zegen geven. Ik zal ze groot laten worden en de wereld zal inzien dat ze door Mij is ingesteld.

In afzienbare tijd zal iemand de troon bestijgen, dat wil zeggen: Ik zal hem macht geven over vele landen. Ik zal de mensen ertoe brengen hem te kiezen tot hun vorst, tot hun bestuurder en hij zal de liefde en het aanzien van alle volkeren verwerven. Hij zal oprecht zijn en Mij alleen de eer geven en daarom wil Ik zijn werkzaam zijn op aarde zegenen.

Maar voordat deze komt gaat er een onuitsprekelijke rampspoed over de aarde, want nog heerst de tegenstander en diens invloed tracht verwoesting teweeg te brengen. Hij zet alle slechte krachten aan tot reusachtige activiteiten en dus zal de aarde in beroering worden gebracht. Al het slechte geestelijke zal de overhand krijgen en er zullen aardse maatregelen worden getroffen die eveneens terug te voeren zijn op satanische invloed. En de wereldlijk heersende macht zal leven zonder God en zo zal ook de uitoefening van het gezag zijn: rechteloos, meedogenloos en het licht van de waarheid vermijdend. En de mensheid zal steeds duidelijker de slechte invloed herkennen en de heimelijke wens koesteren dat deze heerschappij zal worden opgevolgd door een macht die beantwoordt aan de goddelijke wil.

God heeft deze verandering voorzien, maar de tijd is nog niet gekomen. Want eerst moet het werkzaam zijn van de satan duidelijk zichtbaar worden, ook bij diegenen die hier totaal voor opkwamen. Want pas wanneer het slechte wordt ingezien zal het ook verafschuwd worden. En dan pas wordt het goede streven van de heersende macht erkend en daarmee in overeenstemming gewaardeerd. Want God wil dat de mensen wijs worden geregeerd, ook door de wereldlijke macht. Hij wil dat ook op aarde dezelfde verhouding tussen het volk en zijn heerser zal bestaan, zoals God het voor zichzelf van de mensen verlangt. De mens moet zich gewillig onderwerpen aan de macht die hem als overheid door God werd gegeven.

Waar het volk wijs wordt geregeerd, daar zal het de overheid ook genegen zijn. En het zal alles doen om de beste verstandhouding tot stand te brengen. De overheid, dat wil zeggen de heerser zal steeds als de goddelijke vertegenwoordiger worden gezien en geëerd. En deze verhouding tussen het volk en zijn heerser is in overeenstemming met de goddelijke wil, dus zal Hij zowel de heerser als ook het volk zegenen, omdat beide zich de goddelijke wil tot richtsnoer voor het leven maken en voor elkaar leven.

Amen

Der kommende Herrscher nach dem Willen Gottes....

Und das ist Mein Wille, daß sich eine Macht bildet auf Erden, die jede Gewalttätigkeit scheut und nur in Liebe ihre Herrschaft ausübt. Und diese Macht werde Ich ins Leben rufen, Ich werde ihr Meinen Segen geben, Ich werde sie groß werden lassen, und die Welt soll erkennen, daß sie von Mir eingesetzt ist. In absehbarer Zeit schon wird einer den Thron besteigen, d.h., Ich werde ihm Gewalt geben über viele Länder, Ich werde die Menschen bestimmen, ihn zu wählen zu ihrem Fürsten, zu ihrem Regenten, und er wird sich die Liebe und das Ansehen aller Völker erringen, er wird ohne Falsch sein und Mir allein die Ehre geben, und darum will ich sein Wirken auf Erden segnen.... Doch ehe dieser kommt, geht eine unsagbare Trübsal über die Erde, denn noch herrschet der Widersacher, und dessen Einfluß sucht zu zerstören. Er bestimmt alle schlechten Kräfte zu ungeheurer Tätigkeit, und also wird die Erde aufgewühlt werden, es wird alles schlechte Geistige die Oberhand gewinnen, und es werden irdische Maßnahmen getroffen werden, die gleichfalls auf satanischen Einfluß schließen lassen, und es wird die weltlich herrschende Macht leben ohne Gott, und so wird auch die Ausübung der Gewalt sein.... rechtlos, brutal und das Licht der Wahrheit scheuend, und es wird die Menschheit immer deutlicher den schlechten Einfluß erkennen und den heimlichen Wunsch in sich spüren, daß diese Herrschaft abgelöst werden möge von einer dem göttlichen Willen entsprechenden Gewalt. Gott hat diese Änderung vorgesehen, es ist aber die Zeit noch nicht gekommen, denn erst muß das Wirken des Satans offenbar werden, auch denen, die sich restlos dazu bekannten.... Denn erst, wenn das Schlechte erkannt wird, wird es auch verabscheut werden, und dann erst wird das gute Streben der herrschenden Macht anerkannt und entsprechend gewürdigt. Denn Gott will, daß die Menschen weise regiert werden auch von weltlicher Macht; Er will, daß das gleiche Verhältnis auch auf Erden bestehen soll zwischen dem Volk und seinem Herrscher, wie es Gott für Sich von den Menschen fordert.... Es soll sich der Mensch willig unterstellen der Macht, die als Obrigkeit von Gott ihm gegeben wurde. Wo das Volk weise regiert wird, dort wird es auch der Obrigkeit zugetan sein, und es wird alles tun, um das beste Einvernehmen herzustellen.... es wird die Obrigkeit, d.h. der Herrscher, stets als der göttliche Vertreter angesehen und geehrt werden, und es ist dieses Verhältnis zwischen dem Volk und seinem Herrscher dem göttlichen Willen entsprechend, also wird Er sowohl den Herrscher als auch das Volk segnen, weil beide den göttlichen Willen sich zur Richtschnur machen und füreinander leben....

Amen