Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Overvloed aan kracht in de goddelijke liefde – Verklaring van de schepping

In een onverminderde overvloed aan kracht wordt de schepselen van God de goddelijke liefde toegevoerd en nooit zal deze verminderen of door toegenomen gebruik opgebruikt worden, want het is de Goddelijkheid Zelf, Die Zich uit en God is zonder begin en zonder eind, dus moet ook Zijn uitstraling zonder begin en zonder eind zijn. Dat wil zeggen dat ze niet in een afmeting en vorm gebracht kan worden. Ze kan niet in tijd en ruimte beperkt worden. Ze moet er eeuwig en altijd, dus eindeloos, zijn. Ze moet alle menselijke voorstellingen overtreffen. Ze moet in haar uitwerking niet te overtreffen zijn, zoals ze onvoorstelbaar is in haar almacht.

Zonder de goddelijke liefde zou niets kunnen bestaan. Alles wat voor de mens zichtbaar is, is een product van de goddelijke liefde. Al het leven, alle wezens, de totale schepping zijn voortgekomen uit de eindeloze liefde van God. En zo staat de mens te midden van de liefde. Alles wat met hem in aanraking komt, is eveneens een liefdeswerk van God en wat zichtbaar voor hem is, geeft hem direct en indirect goddelijke liefde. En zodoende is alles uit liefde geboren. God Zelf is de nooit opdrogende bron, waaruit de goddelijke liefde in steeds gelijkblijvende overvloed stroomt. Dit moet eerst begrepen worden om de offerdood van Christus nu in zijn gehele draagwijdte voor de totale schepping te kunnen begrijpen en overzien.

Al het geestelijke ging van God uit. Uit buitengewoon grote liefde door Hem geschapen. Zijn kracht wilde zich verspreiden over dit geestelijke om dit door Hem geschapene gelukkig te maken. Het geestelijke wezen was het product van Zijn liefde. Dit geestelijke kon zich precies zo gewaarworden. Het kon zich eveneens uiten, dat wil zeggen zijn wil om lief te hebben eveneens tot vorm laten worden. En het scheppen was derhalve een onvergelijkelijk gelukkig makende gebeurtenis, die volledig met de wil van God overeenkwam, want het eerst geschapen geestelijke richtte zich steeds weer op de oerkracht en werkte dus bewust met God en uit God.

Maar vervolgens zonderde dit geestelijke zich van God af en bracht al zijn geestelijke producten er eveneens toe om zich af te keren van God. Dit geestelijke eiste de kracht van de liefde, die onophoudelijk vanuit God naar hem toestroomde, voor zichzelf op. Hij eiste liefde van zijn wezens en zodoende probeerde het de kracht uit God naar zichzelf om te leiden, de eigen kracht te vergroten en deze God te onthouden.

Dit was een onderneming die ontoelaatbaar was en een onrechtmatig toe-eigenen betekende van dat, wat van God uitgegaan was, dus geestelijke substantie uit God was. Maar het was tegelijkertijd een onmogelijke onderneming, want de oerkracht van God laat zich niet versplinteren. Ze blijft eeuwig en altijd ondeelbaar en onscheidbaar van God. Maar de wil om zich iets toe te eigenen, wat van God is, was hetzelfde als de volbrachte daad.

Deze afval van God ligt aan de gehele schepping ten grondslag en deze afval bracht de goddelijke wil ertoe om weloverwogen in te grijpen, hetgeen niet overeenstemde met het voornemen van het afgevallen geestelijke. De taak van de schepping is zodoende het terugleiden van al het geestelijke naar zijn oorsprong, want zonder goddelijke liefde kan niets blijven bestaan. De goddelijke liefde is de oorspronkelijke substantie van alles wat bestaat.

Maar het zich willen verwijderen van God, het zich bewust plaatsen tegenover God is tegelijkertijd een afwijzen en een begeren van de goddelijke liefde, doordat het geestelijke een beroep doet op de liefde, omdat het anders niet zou kunnen bestaan. Maar anderzijds wil hij de liefde afwijzen vanwege zijn arrogante veronderstelling, zonder de goddelijke liefde te kunnen bestaan.

God gaf nu het geestelijke verder de kracht uit Zichzelf, Zijn stroom van liefde, maar eiste de terugkeer hiervan naar de plaats waar het vandaan kwam en omdat aan dit verlangen niet vrijwillig voldaan werd, moest het onvermijdelijk door de gang door de hele schepping weer in de nabijheid van God gebracht worden en Gods enorme liefde maakte de weg van de terugkeer makkelijker voor het geestelijke, doordat Hij het alleen maar een korte periode gaf, waarin het de vrije wil weer van zichzelf mocht noemen en het nu in deze korte periode alle denkbare hulp verleend werd om het naderen van God ten uitvoer te brengen.

God Zelf liet het wezen de weg zien, hoe het tot een totale vereniging met God kan komen, omdat Gods liefde Zijn wezens met alle innigheid gegrepen heeft en geen van deze wezens verliezen wil. En zodoende deed Hij Zijn schepselen de laatste levensweg op aarde voor en bewees hun de kracht en macht van de liefde, die het uit God voortgekomen wezen weer innig met God verenigt en het wezen tot lichtdrager vormt, dat geluk ervaart en geluk schenkt, opdat het wezen weer scheppen en vormgeven kan, zoals het zijn eigenlijke bestemming van eeuwigheid af is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

A plenitude do poder do amor divino.... Justificativa da Criação....

O amor divino flui para as criaturas de Deus em abundância não diminuída de forças, e nunca diminuirá nem se esgotará com o uso crescente, pois é a própria Divindade que se expressa, e Deus é sem princípio e sem fim, portanto Sua emanação também deve ser sem princípio e sem fim, ou seja, não pode ser posta em medida e forma, não pode ser limitada no tempo e no espaço, deve ser sempre e eternamente.... infinito, deve superar todas as concepções humanas, deve ser insuperável no seu efeito, tal como é inimaginável na sua omnipotência. Nada poderia existir sem o amor divino, tudo o que é visível ao homem é um produto do amor divino.... all life.... todos os seres.... toda a criação surgiu do infinito amor de Deus. E assim o ser humano está no meio do amor, tudo o que entra em contato com ele é igualmente obra de amor de Deus, e o que lhe é visível lhe transmite o amor divino direta e indiretamente. E assim tudo nasce do amor, o próprio Deus é a fonte inesgotável da qual o amor divino flui em constante abundância.... Isto deve ser entendido primeiro para poder compreender e apreciar a morte sacrificial de Cristo em todo o seu significado para toda a criação.... Tudo (mas) espiritual (ser) emanou de Deus, criado por Ele por imenso amor. Sua força queria se comunicar a esse ser espiritual para fazer isso criado por Ele feliz. O ser espiritual era o produto do Seu amor, portanto podia sentir este ser espiritual exatamente da mesma maneira, podia se expressar exatamente da mesma maneira, ou seja, podia também deixar a sua vontade de amor se tornar forma. E, consequentemente, a criação foi um processo incomparavelmente feliz que correspondeu completamente à vontade de Deus, pois o ser espiritual criado pela primeira vez voltou-se para o poder elementar uma e outra vez e assim trabalhou conscientemente com Deus e fora de Deus.... Mas, posteriormente, esse ser espiritual separou-se de Deus e, do mesmo modo, determinou que todos os seus produtos espirituais se afastassem de Deus. Este ser espiritual reivindicou para si a força do amor que constantemente lhe fluía de Deus; exigiu amor dos seus seres e, assim, o ser espiritual procurou desviar a força de Deus para si mesmo, para aumentar a sua própria força e para a reter de Deus. Este foi um começo inadmissível e significava uma apropriação ilegal daquilo que se originava de Deus, portanto, uma substância espiritual de Deus. Mas ao mesmo tempo foi um começo impossível, pois o poder elementar de Deus não pode ser dividido, permanece sempre e para sempre indivisível e inseparável de Deus. Mas a vontade de tal apropriação do que é de Deus foi igual à escritura realizada..... Esta apostasia de Deus está subjacente a toda a obra da criação, e determinou a vontade divina para uma intervenção planejada que era contrária à intenção do apóstata espiritual.... E a sabedoria, o amor e a onipotência de Deus deixaram surgir obras que se destinavam ao retorno final do apóstata espiritual. A tarefa da criação é, portanto, guiar todo o espiritual de volta à sua origem, pois sem o amor divino nada pode permanecer. O amor divino é a substância original de tudo o que existe.... Mas o querer distanciar-se de Deus, o oposto consciente de Deus, é ao mesmo tempo uma rejeição e um desejo do amor divino, na medida em que o espiritual reclama amor porque de outra forma não o seria, mas, por outro lado, quer rejeitá-lo na sua presunção arrogante de que pode existir sem o amor divino. Deus agora continuou a dar à substância espiritual a força de si mesmo, o Seu fluxo de amor, mas exigiu o seu retorno ao lugar de origem, e como este desejo não foi voluntariamente realizado, inevitavelmente teve que ser trazido de novo para perto de Deus através do caminho através de toda a criação, e o amor maior que grande de Deus tornou o caminho de retorno mais fácil para a substância espiritual, dando-lhe apenas um curto período de tempo, uma vez que lhe foi permitido chamar de novo o seu livre arbítrio.... e durante este curto período de tempo foi-lhe concedida toda a ajuda possível para levar a cabo a sua abordagem a God.... O próprio Deus mostrou o caminho para alcançar a união completa com Deus.... porque o amor de Deus agarrou Seus seres com toda a intimidade e não quer perder nenhum deles.... E assim Ele demonstrou o último caminho terreno para as Suas criações e provou-lhes a força e o poder do amor que une intimamente o ser que emergiu de Deus com Deus novamente e molda o ser em um portador de luz, que é de felicidade e felicidade, para que ele possa criar e moldar novamente como é o seu verdadeiro destino a partir da eternidade....

Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL