Het heelal is in zijn ontstaan net zo min te verklaren als dat de mensen het WEZEN van de eeuwige GODHEID begrijpelijk kan worden gemaakt, zolang ze zelf nog niet het rijk van het Licht zijn binnengegaan. Want wat u gewaarwordt in de schepping is uiterlijk, naar buiten toe, wel materie, maar in z'n diepste grond geestelijk, d.w.z. Kracht uit GOD, die zich heeft verdicht tot vorm. Het verdichten van kracht tot vorm is echter een proces waarvan in het aardse leven geen vergelijkbaar iets te vinden is en zal daarom voor de mensen onverklaarbaar blijven, want kracht is iets geestelijks, vorm daarentegen iets vergankelijks. Dat iets geestelijks veranderen kan in iets aards zichtbaars gaat het menselijk bevattingsvermogen te boven en is daarom aan de mensen ook niet begrijpelijk te maken.
GOD's Liefde is Kracht - Zijn Wil is Kracht - en deze Liefdewil nam vorm aan. Dus is elk scheppingswerk goddelijke Wil die tot vorm is geworden. Het is verder 'n tot vorm geworden goddelijke Gedachte. Wat GOD denkt en wil, gebeurt, en bijgevolg plaatst HIJ al Zijn Gedachten als daad in het heelal. Zijn schepping is Kracht die van Hem uitging, die gestalte heeft aangenomen volgens Zijn Wil. En er gaat geen seconde voorbij waarin de goddelijke Wil om te vormen niet aktief is, er gaat geen seconde voorbij waarin geen nieuwe scheppingen in het heelal gezet worden, want de Kracht van Zijn Liefde is onophoudelijk bezig. En al het geschapene wordt ononderbroken met Zijn Liefdekracht gevoed. Bijgevolg is ook dat wat door GOD geschapen is onvergankelijk, ofschoon het van uiterlijke vorm verandert en schijnbaar vergaat. Niets kan er in het heelal verloren gaan of vergaan tot niets, want alles is goddelijke Kracht, dus onvergankelijk. Elke schepping is ontstaan juist door deze Kracht en kan nooit meer vernietigd worden. Als dus de mens schijnbaar een werk van vernietiging ten uitvoer brengt, keert zijn vrije wil zich tegen de Wil van GOD. GOD trekt zijn Wil van de uiterlijke vorm van Zijn scheppingswerk terug, en deze vorm houdt schijnbaar op te bestaan, maar is alleen voor het oog van de mens onzichtbaar, tot GOD Zijn Liefdewil opnieuw tot vorm laat worden. Daarbij is het motief van de verwoesting door menselijke wil doorslaggevend in hoeverre zoiets tegenover GOD onrecht is.
Wat GOD echter geschapen heeft buiten de aarde is onaantastbaar voor 'n GOD vijandig gezinde macht. Alleen maar datgene is aan een tijdelijke verandering onderworpen - deels door goddelijk willen, deels door menselijk willen - wat met de aarde in contact staat. Maar het zijn juist deze werken van de schepping die de mens niet begrijpen kan en wier ontstaan hem laten piekeren.
Alleen de aarde bevat wezens waarin de vernietigingsdrang aanwezig is, terwijl alle scheppingen buiten de aarde niet onderworpen zijn aan de wil van onrijpe wezens om te vernietigen. Het schijnbare vernietigingswerk heeft echter tot gevolg dat goddelijke Kracht niet altijd wordt erkend als oersubstantie van de schepping. Het heeft tot gevolg dat aan de Almacht van GOD getwijfeld wordt, het heeft tot gevolg dat men het ontstaan van deze scheppingswerken zuiver aards tracht te verklaren, dat men de scheppende Kracht van een wezenlijke GODHEID probeert te loochenen en deze Kracht graag zou willen vervangen door de aan de mens geloofwaardig schijnende oernatuurkracht, die onafhankelijk is van een bestaand WEZEN en in zichzelf bepalend is. Elke bouw volgens plan van het gehele scheppingswerk zou dan echter op losse schroeven komen te staan indien een WEZEN, DAT onovertrefbaar is en het alomvattend begrip van Almacht, Liefde en Wijsheid, bestreden wordt.
Amen
VertalerA origem do universo é tão inexplicável quanto a essência da Deidade eterna pode ser tornada compreensível para as pessoas, desde que elas próprias ainda não tenham entrado no Reino da luz. Pois o que você vê na criação é de fato matéria exterior, mas no fundo é espiritual, ou seja, força de Deus que se condensou em forma. Mas a condensação da força em forma é um processo que não tem paralelo na vida terrena e por isso permanecerá inexplicável para as pessoas, pois a força é algo espiritual, enquanto que a forma é algo terreno. O fato de que o espiritual pode mudar para o visível terreno está além da compreensão humana e, portanto, não pode ser tornado compreensível para as pessoas. O amor de Deus é poder.... A sua vontade é power.... e esta vontade de amor tomou a forma.... Portanto, toda obra de criação é vontade divina que se tornou forma. É ainda mais o pensamento divino que se tornou forma.... O que Deus pensa e quer que aconteça, e assim Ele coloca todos os Seus pensamentos no universo como uma obra.... Sua criação é o poder que saiu d'Ele, que tomou forma de acordo com Sua vontade. Nem uma segunda passagem onde a vontade divina de moldar não está ativa, nem uma segunda passagem onde novas criações não são colocadas no universo, pois Sua força de amor é constantemente ativa. E tudo o que é criado é continuamente alimentado com a Sua força de amor. Consequentemente, o que é criado por Deus também é imperecível, mesmo que mude a sua forma exterior e pareça passar. Nada no universo pode ser perdido ou dissolvido em nada, pois tudo é poder divino, portanto imperecível. Toda a criação surgiu através deste mesmo poder e nunca poderá ser destruída. Assim, quando o homem aparentemente realiza uma obra de destruição, seu livre arbítrio se volta contra a vontade de Deus..... Deus retira Sua vontade da forma externa de Sua obra de criação, e esta forma aparentemente deixa de ser, mas só é invisível ao olho humano até que Deus deixe Sua vontade de amor se tornar forma novamente. O motivo da destruição através da vontade humana é o factor decisivo para a extensão de tal injustiça perante Deus..... Contudo, o que Deus criou fora da Terra é inviolável ao poder que se opõe a Deus. É apenas o que está sujeito a alterações temporárias.... em parte pela vontade divina, em parte pela vontade humana.... que está em contato com a terra. Mas são precisamente essas obras de criação que o homem não pode compreender e cuja origem o faz refletir. Apenas a Terra abriga seres que têm uma vontade inerente de destruir, enquanto todas as criações fora da Terra não estão expostas à vontade de destruir entidades imaturas.... Mas o aparente trabalho de destruição tem como consequência que a força divina nem sempre é reconhecida como a substância original da criação. Como resultado, a onipotência de Deus é duvidada; como resultado, as pessoas tentam explicar a emergência dessas obras de criação em termos puramente terrenos, elas tentam negar o poder criativo de uma Deidade essencial e gostariam de substituí-la por um poder elementar que parece mais credível para as pessoas, que é independente de uma entidade e é condicionado em si mesmo. No entanto, qualquer construção planejada de toda a obra de criação seria então posta em questão na medida em que uma entidade, que é insuperável e o epítome da onipotência, do amor e da sabedoria, é negada.
Amém
Vertaler