Alleen dat, wat het stempel van de liefde draagt, is onvergankelijk. Want alleen wat in liefde geboren is, zal door tijd en eeuwigheid blijven bestaan. En daarom is het nutteloos iets op te willen bouwen, wat niet met het gebod van de liefde overeenstemt, want dit zal onvermijdelijk tot een einde komen en de kracht die God aan elk mens geeft, wordt misbruikt, als ze alleen maar gebruikt wordt voor handelingen, die elke liefde ontberen. Welk aards succes daar ook uit voortvloeit, het heeft geen blijvende waarde. Het gaat de weg van al het aardse: het vergaat.
En alleen een in liefde ontstaan werk is onverwoestbaar, want ofschoon ook het uiterlijk van zo’n werk schijnbaar vergankelijk is, alles wat in liefde gedaan wordt, heeft eeuwigheidswaarde. Het zijn de goede daden, die jullie in de eeuwigheid navolgen. Alleen die worden maar gewaardeerd, als al het aardse van de mens afgevallen is.
En pas nu kan de ziel van rijkdom of armoede spreken, want liefde en licht zijn één en degene, die op aarde in de liefde gewerkt heeft, wordt omgeven door een stralend licht. Hij herkent. Hij weet. Voor hem is plotseling de grote betekenis van het aardse leven en de gevolgen van een liefdevolle of liefdeloze gang over de aarde duidelijk en hij beseft dat alleen de liefde het enig verlossende in het aardse bestaan is.
Wat de mens zich aan aardse rijkdom verschaft, is een doen toenemen van dat, wat op aarde overwonnen moet worden. Hij heeft voor zijn stadium als mens al alle materie overwonnen. Dat wil zeggen zich bevrijdt uit elke vorm, weliswaar in een gedwongen toestand. En op aarde moet hij in een vrije toestand hetzelfde doen. Maar de hang naar het aardse is een verlangen naar dat, wat hij eerder al overwonnen had en dus een achteruitgang.
Maar tegelijkertijd is een verlangen naar bezit een gebrek aan liefde, want een liefhebbend mens wil geven aan degene, die hij liefheeft. Maar dit mens houdt alleen maar van zichzelf en van dat, wat hem tot voordeel strekt. Daarom is het een verkeerde liefde, die nooit een verlossende uitwerking heeft, die de mens als met ketenen aan de materie bindt. En dus betreffen alle zorgen alleen maar zijn lichaam, maar niet die van zijn ziel en aardse rijkdom moet zich in het hiernamaals in grote armoede veranderen, omdat alle liefde op aarde deze rijkdom betrof.
Maar aan de andere kant hoeft aardse rijkdom geen hindernis te zijn om liefhebbend werkzaam te zijn, voor zover hij het bereidwillig weg zal geven om de nood en de zorgen van de medemensen uit te bannen. Als het hart er niet verlangend aan hangt, maar hij dat, wat God hem gegeven heeft in liefde voor de medemensen gebruikt.
Al het denken en doen moet in de liefde geboren zijn. Dan heeft het op aarde de rijkste zegen tot gevolg en in het hiernamaals een leven in licht en gelukzaligheid.
Amen
VertalerSó aquilo que tem o selo do amor é imperecível. Pois só o que nasce no amor sobreviverá ao tempo e à eternidade. E, portanto, é inútil querer construir algo que não corresponde ao mandamento do amor, pois isso inevitavelmente chegará ao fim, e a força que Deus dá a cada pessoa será mal utilizada se for usada apenas para ações que carecem de todo amor. Seja qual for o sucesso terreno que surja dele, não tem valor duradouro, ele segue o caminho de todas as coisas terrenas, ele passa.... E apenas uma obra criada no amor é indestrutível, pois mesmo que a aparência exterior de tal atividade seja aparentemente transitória, tudo feito no amor tem valor eterno.... São as boas acções que vos seguem para a eternidade, que só serão valorizadas quando todas as coisas terrenas tiverem caído para longe do ser humano. E só agora a alma pode falar de riqueza ou pobreza, pois amor e luz são um só, e qualquer um que tenha trabalhado no amor na terra está cercado por uma luz radiante; ele reconhece, ele está no conhecimento. De repente o grande significado da vida terrena é claro para ele e as conseqüências de um modo de vida amoroso ou sem amor, e ele reconhece que só o amor é o único fator redentor da existência terrena. O que o ser humano cria para si mesmo na riqueza terrena é um aumento do que deve ser superado na terra. Antes do seu estágio como ser humano, ele já superou toda a matéria, ou seja, libertou-se de todas as formas, embora em estado de compulsão.... E na Terra ele deve fazer o mesmo num estado livre. Mas a inclinação para o terreno é o desejo daquilo que ele já superou antes, e, portanto, um retrocesso. Mas o desejo de posses é ao mesmo tempo uma falta de amor, porque uma pessoa amorosa quer dar à pessoa que ama. Mas essa pessoa só ama o seu ego e o que é vantajoso para o seu ego. Portanto, é um amor errado que nunca tem um efeito redentor, que liga o ser humano à matéria como se estivesse acorrentado. E assim todo cuidado só se aplica ao seu corpo, mas não à sua alma, e a riqueza terrena, que foi objeto de todo amor na Terra, deve se transformar em extrema pobreza no além. Por outro lado, porém, a riqueza terrena não precisa ser um obstáculo à atividade amorosa, desde que seja dada de boa vontade para banir as dificuldades e preocupações dos outros seres humanos.... se o coração não se agarra a ele em desejo, mas vira o que Deus lhe deu para o semelhante em amor. Todas as ações e pensamentos devem nascer no amor, então eles resultarão nas bênçãos mais ricas da terra e uma vida de luz e felicidade no além.....
Amém
Vertaler