U leeft in een wereld van ergernissen en u moet geweldig oppassen, dat ze u niet ten gronde richt. U slaat geen acht op het valse geestelijke rondom u, dat het masker draagt van degenen die rechtschapen zijn en dat uw verderf kan zijn, als God u geen bescherming biedt.
De begeerlijkheid onder de mensheid neemt de overhand. Er is een onnoemelijke ontucht in alle klassen en de zuivere geest wordt verdrongen. Hij vindt geen plaats, waar hij zich kan vestigen om door de mensen te werken. En er is geen hulp voor de mensheid, als ze zichzelf niet helpt en haar lusten definitief probeert te bestrijden. Want de mens moet eveneens aan zichzelf werken en hij mag zich niet aan achteloosheid overgeven, als hij zijn ziel geen onvoorstelbare schade toe wil brengen.
Hoe meer het ongeloof de overhand neemt, des te minder slaat de mens acht op de goddelijke wet. Voor hem is het leven iets vanzelfsprekends geworden, zodat hij het niet voor mogelijk houdt, dat het hem afgenomen zou kunnen worden en hij probeert ten volle van dit leven te genieten en verwijdert zich steeds verder van God. Het aardse leven, dat hem gegeven werd voor de vereniging met Hem, voor het volkomen vrij worden en voor de bewuste arbeid aan zijn ziel is pas dan waard om te leven als het benut wordt.
Maar zolang de aardse prikkel nog werkzaam is, kan het werk aan de ziel moeilijk aangepakt worden, want een strevend kind heeft niets meer aan aardse successen op deze wereld. Maar aardse successen zijn voor een niet-geestelijk mens wel nastrevenswaardig, maar niet voor een door de goddelijke geest doordrongen mens.
Amen
VertalerVous vivez dans un monde de chagrins, vous devez prendre garde énormément pour qu'il ne vous ruine pas. Vous ne vous occupez pas du faux esprit qui rôde autour de vous, qui porte la masque de faire le bien et qui peut être votre ruine si Dieu ne vous concède pas Sa Protection. L’ardente convoitise de l'humanité prend le dessus, il règne une fornication inimaginable dans tous les états, et l’esprit pur est repoussé, il ne trouve aucun lieu où il puisse s'établir pour agir parmi les hommes. Et il n'y a aucune aide pour l'humanité si elle ne s'aide pas elle-même et cherche à combattre définitivement son envie. Parce que l'homme doit aussi travailler sur lui et il ne doit s’adonner à aucune paresse s'il ne veut pas causer à son âme un inimaginable dommage. Plus l'absence de foi prend le dessus, moins l'homme s’occupe des Lois divines. La vie est devenue pour lui quelque chose de trop naturel de sorte qu’il ne juge pas possible qu'elle puisse lui être enlevée, et maintenant il cherche à goûter cette vie et à s'éloigner toujours davantage de Dieu. La vie terrestre qui a été donnée pour l'unification avec Lui, pour la libération définitive et pour un travail conscient sur son âme vaut d'être vécue seulement lorsqu’elle est utilisée dans ce but. Mais tant que le charme terrestre est encore efficace, difficilement le travail sur l'âme peut être commencé, parce que pour un fils terrestre qui tend spirituellement, ce monde n’offre plus de succès terrestres, mais ceux-ci sont très désirables pour un homme qui manque de spiritualité, mais pas pour un homme compénétré de l’esprit divin.
Amen
Vertaler