Degene, die naar het leven streeft, naar het leven, dat God beloofd heeft aan degenen, die hem liefhebben, het leven in alle heerlijkheid in de eeuwigheid, zal een overwinnaar zijn van de dood. Want hij heeft de dood door waarheid overwonnen, want zijn leven is nu licht. Maar dood is duisternis, dood is passiviteit van de geest. Dood is volledige machteloosheid en in gevangenschap van de boze macht.
En als God het eeuwige leven belooft aan degenen, die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden, dan zou het wel gemakkelijk moeten zijn om Zijn wil te vervullen, want Hij geeft het heerlijkste als beloning. Hij biedt alles, wat uit Hem komt. Hij biedt Zichzelf, Zijn licht en Zijn kracht, Zijn liefde, wijsheid en almacht aan degenen, die volmaakt zijn, zoals de Vader in de hemel volmaakt is. En dit is het heerlijkste genadegeschenk van God. Het wezen mag onverdiend iets in ontvangst nemen, wat zo buitengewoon heerlijk is. Wat leven is en leven geeft. En God eist als tegenprestatie niets meer, dan de wil van degene, die naar de eeuwige heerlijkheid verlangt.
De misbruikte wil heeft de scheiding van God veroorzaakt, dus moet de juiste wil weer herenigen, wat gedurende eindeloze tijden gescheiden was van God. Maar de wereld met haar bekoringen is het grootste gevaar voor de nog besluiteloze wil. Hij ziet enerzijds wel de eeuwige heerlijkheden, maar nog ver weg en hij wendt zich daarom liever naar de bereikbare aardse heerlijkheden, die voor hem begerenswaardig lijken te zijn en de sterkste prikkeling op zijn zinnen uitoefenen.
En bijgevolg gebruikt hij zijn wil verkeerd en sluit voor zichzelf de deur naar deze heerlijkheden, die het eeuwige leven betekenen, af. En hij vervult de goddelijke geboden niet, want zijn hart hangt nog aan de materie. Het probeert deze te vermeerderen en zal begrijpelijkerwijs niet in staat zijn om zich daarvan te scheiden, doordat hij opoffert, de naasten onzelfzuchtige liefde geeft en dus de goddelijke geboden vervult. Hij heeft de eigen wil niet opgegeven en kan dus ook niet deelachtig worden aan de genade. Hij kan niet deelachtig worden aan dat, wat God belooft aan degenen, die Hem meer liefhebben dan al het aardse, die alleen Zijn wil proberen te vervullen en geen acht slaan op de wereld en haar bekoringen.
Voor hen zal zich een wereld van ongekende heerlijkheid ontsluiten. Ze zullen onvoorstelbare gelukzaligheden ontvangen. Ze zullen met volle teugen genieten van verrukkingen, die voor de mens onbegrijpelijk zijn, zolang hij nog op aarde is. Ze zullen in waarheid kinderen van God genoemd kunnen worden, want ze zijn net als Hij werkzaam. Dat wil zeggen dat de goddelijke wil hen doorstroomt en dat alles, wat ze doen, uit zichzelf doen, in overeenstemming met de goddelijke wil uit Zijn wijsheid en kracht doen. Hun loon zal weergaloos zijn, want niets op aarde kan bij benadering de gelukzaligheden beschrijven, waarvan een volmaakt wezen genieten mag. Want de Heer heeft Zelf op aarde gezegd: “Geen menselijk oog heeft ooit gezien en geen menselijk oor heeft ooit gehoord, wat Ik bereid heb voor degenen, die Mij liefhebben”.
Amen
VertalerAn overcomer of death will be the one who strives for life.... for the life that God has promised to those who love Him.... life in all its glory for eternity. For in truth he has conquered death, because his life is now light. But death is darkness, death is inactivity of spirit, death is complete powerlessness and captivity to the forces of evil. And if God promises eternal life to those who love Him and keep His commandments then it should certainly be easy to fulfil His will, for He offers the most glorious reward, He offers everything that is of Him.... He offers Himself, His light and His strength, His love, wisdom and omnipotence to all those who are perfect, just as the Father in heaven is perfect. And this is God's most marvellous gift of grace, the being may undeservedly receive something which is so exceedingly glorious.... which is life and gives life. And God demands nothing in return but the will of the one who desires eternal glory. The misused will brought about the separation from God, thus the right will has to reunite that which had been separated from God for infinite times. But the world with its attractions is the greatest danger for the still undecided will. On the one hand it certainly sees the eternal glories, but they are still far away and therefore it prefers to turn to the attainable earthly glories, which seem more desirable to it and exert the strongest attraction on its senses. And thus he applies his will wrongly and closes the door for himself to those glories which signify eternal life, and he does not fulfil the divine commandments, for his heart is still attached to matter, it seeks to increase it and will understandably not be able to separate itself from it by sacrificing, by giving unselfish love to his neighbour and thus fulfilling the divine commandments. He has not surrendered his own will and therefore cannot partake of the grace.... he cannot partake of what God promises to those who love Him more than all earthly things, who only strive to fulfil His will and no longer pay attention to the world and its charms. A world of unimaginable splendour will open up to them, they will receive unimaginable bliss, they will indulge in delights which are inconceivable to the human being as long as he still dwells on earth. They will in truth be able to be called children of God, for they are active like Him, i.e. the divine will flows through them, and everything they now do of themselves they do according to the divine will out of His wisdom and His power. Their reward will be incomparable, for nothing on earth can even approximate the bliss in which a perfect being may revel. For the Lord Himself said on earth: ‘No human eye has ever seen and no human ear has ever heard what I have prepared for those who love Me....’
Amen
Vertaler