• Terug

Onvergankelijkheid van het goddelijke woord

Luister naar wat de geest uit God u bekend wil maken: werelden zullen vergaan, maar het woord van God zal in alle eeuwigheid niet vergaan. Want het woord is goddelijke waarheid en de waarheid blijft bestaan. En als God weer tot de mensen spreekt, is de noodzaak gegeven om Zijn schepselen de wil van de Schepper bekend te maken. Maar God wil de mensen de laatste mogelijkheid geven om zich te bezinnen. Hij wil de mensen, voor wie het moeilijk is om te geloven, een zachte impuls geven om zich met gedachten over Hem bezig te houden. Hij wil Zich op een andere manier kenbaar maken en de mensen helpen om ook buiten het traditionele de weg naar God te vinden en zich dieper en inniger met Hem te verbinden. Dit doorgeven van het goddelijke woord is een buitengewoon genadegeschenk, veroorzaakt door de grote nood van de tijd, door de grote verwijdering van God.

Het gescheiden zijn van God betekent een onvoorstelbaar lijden, als de mens het aardse leven beëindigd heeft en in het hiernamaals binnengaat. En om dit lijden van de ziel af te wenden, verbindt God Zich op die manier duidelijk met de mensen en laat hun Zijn woord toekomen, hetgeen een bewijs is van Zijn eindeloze liefde voor de in de diepste duisternis verblijvende mens.

En toch wordt ook deze liefde niet goed herkend. Slechts weinig mensen nemen het goddelijke woord in ontvangst als dat wat het is. Maar weinigen bespeuren in dit woord de grote liefde van God en laten deze liefde nu inwerken op hun zielen. Maar de meesten herkennen het niet en worden bijgevolg ook niet getroffen door de kracht, die uit deze woorden stroomt. En ze zullen voortdurend ontkennen, omdat de tegenstander de wil om af te wijzen ontsteekt en via de gedachten eveneens op zulke mensen inwerkt en alles weerleggend en ontkennend belicht.

En dus wordt er aan de mensen, die het goddelijke woord ontvangen, een ontzettende tegenstand geboden en het vereist een onverzettelijke wil om deze tegenstand te breken. Maar de wil tot God helpt om alles te overwinnen. De wil tot God is kracht, want God Zelf geeft deze kracht aan degene, die naar Hem verlangt. En dus zal het goddelijke woord nooit in gevaar komen, zolang de wil van de mens naar God toegekeerd is en daarom is het onmogelijk om een zo wonderbaarlijk ontvangen woord te willen vernietigen, voor zover dit nagestreefd wordt. Want dit zou een onderneming tegen de sterkste kracht zijn, die toch door haar wil zo’n werk liet ontstaan.

Het goddelijke woord moet weer door een bereidwillig mensenkind in ontvangst genomen worden om hen, die deze kracht nodig hebben, kracht uit God te geven. Want de komende tijd brengt zware beproevingen over de mensen, waarin alleen het goddelijke woord troost en kracht is. De Heer wil al het goede op aarde helpen, opdat het het zware niet zo smartelijk ervaart en ook in het geloof in God niet aan het wankelen gebracht wordt.

Als tegelijkertijd met de goddelijke bedreiging met straf ook de toevoer van kracht uit God verzekerd is en het elk mens vrij staat om zich van deze kracht te bedienen, ligt het weer aan de wil van de mens om het komende lijden draaglijk voor zichzelf te maken, als hij let op het bewijs van de goddelijke liefde en zich overgevend naar de bescherming van de goddelijke Heiland vlucht. Diens leven bevindt zich in Gods hand en zal net zo onvergankelijk zijn als het goddelijk woord, dat de mensen, die van goede wil zijn, toegestuurd wordt.

Amen

Unvergänglichkeit des göttlichen Wortes....

Höret, was der Geist aus Gott euch künden will: Welten werden vergehen, aber das Wort Gottes wird nicht vergehen bis in alle Ewigkeit. Denn es ist das Wort göttliche Wahrheit, und die Wahrheit bleibt bestehen. Und so Gott wiederum zu den Menschen spricht, ist die Notwendigkeit gegeben, Seinen Geschöpfen den Willen des Schöpfers kundzutun. Gott will aber den Menschen die letzte Möglichkeit geben, sich zu besinnen; Er will den Menschen, denen es schwerfällt, zu glauben, eine leise Anregung geben, sich mit dem Gedanken an Ihn zu befassen, Er will in anderer Weise Sich ihnen bemerkbar machen und den Menschen helfen, auch außerhalb der Tradition zu Gott zu finden und sich tiefer und inniger mit Ihm zu verbinden. Es ist dieses Übermitteln des göttlichen Wortes eine außergewöhnliche Gnadenzuwendung, bedingt durch die große Not der Zeit, durch die große Entfernung von Gott. Unvorstellbare Leiden bedeutet das Getrennt-Sein von Gott, so der Mensch das Erdenleben beschlossen hat und in das Jenseits eingeht; und um diese Leiden von der Seele abzuwenden, tritt Gott in so offensichtliche Verbindung zu den Menschen und läßt ihnen Sein Wort zugehen, das ein Beweis ist Seiner unendlichen Liebe zu den in tiefster Finsternis weilenden Menschen. Und doch wird auch diese Liebe nicht recht erkannt. Nur wenige Menschen nehmen das göttliche Wort in Empfang als das, was es ist; nur wenige spüren in diesem Wort die große Liebe Gottes und lassen diese Liebe nun einwirken auf ihre Seelen. Doch die meisten erkennen es nicht und sind folglich auch nicht berührt von der Kraft, die diesem Wort entströmt. Und sie werden stets und ständig verneinen, weil der Widersacher den Ablehnungswillen entfacht und gedanklich gleichfalls auf solche Menschen einwirkt und alles widerlegend und verneinend beleuchtet. Und also stellet sich dem das göttliche Wort empfangenden Menschen ein ungeheurer Widerstand entgegen, den zu brechen einen unbeugsamen Willen erfordert. Der Wille zu Gott jedoch hilft alles überwinden, der Wille zu Gott ist Kraft, denn Gott Selbst teilt solche mit dem, der Ihn Selbst begehrt. Und so wird das göttliche Wort niemals gefährdet sein, solange der Wille des Menschen Gott zugewandt ist, und unmöglich ist es daher, ein so wunderbar empfangenes Wort vernichten zu wollen, sofern dies angestrebt wird. Denn es wäre dies ein Beginnen gegen die stärkste Kraft, Die doch durch Ihren Willen ein solches Werk entstehen ließ. Es muß das göttliche Wort wiederum von einem willigen Erdenkind in Empfang genommen werden, um denen Kraft zu geben, die solcher Kraft aus Gott bedürfen. Denn es bringt die kommende Zeit schwere Prüfungen über die Menschen, in denen nur das göttliche Wort Trost und Kraft ist. Allem Guten auf Erden will der Herr helfen, auf daß es das Schwere nicht so schmerzlich empfindet und auch im Glauben an Gott nicht wankend werde. So gleichzeitig mit der göttlichen Strafandrohung auch die Kraftzufuhr aus Gott den Menschen zugesichert ist und es jedem Menschen freisteht, sich dieser Kraft zu bedienen, liegt es wieder am Willen des Menschen, das kommende Leid für sich ertragbar zu machen, so er den Beweis der göttlichen Liebe beachtet und sich hingebend in den Schutz des göttlichen Heilands flüchtet. Dessen Leben steht in Gottes Hand, und es wird genauso unvergänglich sein wie das göttliche Wort, das den Menschen zugeht, die eines guten Willens sind....

Amen