• Terug

Tegenstander – (Antwoord op de waarschuwing van geestelijken)

Mijn wil zal u bekendmaken, dat de geestvonk in u levend geworden is, dat u het goddelijke in u tot leven gewekt hebt en u daarom van Mij de goddelijke gave ontvangen hebt. En blijf daarom dan in Mijn liefde en sla geen acht op datgene, wat van buiten op u afkomt, maar volg alleen de stem in u, want ze leidt u op de juiste weg. Aan wiens hart moet Ik wel niet denken, als Ik niet aan het gelovige, Mij onderdanig mensenkind denk? Welke macht kan wel in strijd met Mijn wil handelen en welke vruchten werpt een van Mij afgewende macht af? Kijk, als Ik het mensenkind wil helpen en zijn gelovig gebed verhoor, zal de tegenstander nooit bij dit kind kunnen komen, zolang het Mij toegenegen is. En waar zou de tegenstander naar moeten streven? De mensen de goddelijke leer verkondigen?

Blijf hieraan indachtig, dat u een volgeling van Mijn naam bent. U moet voor Mij en Mijn naam strijden en Mij daarom ten dienste staan. Maar de leringen van de duisternis streven naar een ander doel: de uiteindelijke afscheiding van Mij. Jullie, Mijn kinderen, moeten sterk zijn in het geloof en elke beproeving doorstaan, als jullie eens voor Mij en Mijn naam moeten kunnen werken. Want kijk, er zullen nog veel verzoekingen over jullie komen. De wereld zal zich tegen jullie keren en proberen om jullie te overwinnen en dat ook op grond van de woorden, die de tegenstander hen ingeeft. En dan moeten jullie je staande kunnen houden, jullie moeten hen bestrijden met het zwaard van jullie mond. Jullie moeten hun Mijn woord bekendmaken. Jullie moeten Mij jullie mond lenen, opdat Ik hierdoor spreken kan.

En daarom moeten jullie rotsvast in het geloof staan. Jullie mogen niet wankelmoedig worden en de tegenstander door twijfel en een zwak geloof macht over jullie geven. Kom tot Mij, opdat Ik jullie geloof versterk en neem uit Mijn hand in ontvangst, wat jullie in staat maakt tot het bieden van weerstand tegen alle vijandigheden van buiten. Het is Mijn woord, dat jullie kracht en genade geeft. Als jullie in de nauwste verbinding met Mij staan, bevinden jullie je ook in de stroomkring van Mijn liefde en genade en deze laat jullie niet vallen als het jullie streven maar is om Mijn wil te vervullen.

Het denken van de mensen zit nog heel erg op de verkeerde weg en zelfs degenen, die Mij willen dienen, zijn de goddelijke geest in zichzelf nog niet gewaargeworden en daarom tasten ze nog in het duister en nochtans wijzen ze het licht af, dat hun opheldering moet brengen. Ik breng hen allen Mijn woord en leidt hen naar Mijn woord, maar ze gaan een andere weg en zoeken en vorsen in de verte. En Ik ben hen zo nabij en zou Mijn geest graag met hun geest verbinden, opdat Ik hen Zelf zou kunnen onderwijzen. Aan de geestelijke nood van de mensheid leiden ze nog niet de urgentie van Mijn hulp af en dus herkennen ze ook Mij niet, waar Ik deze geestelijke nood zou willen sturen.

Als ze echter in Mij de geest van de liefde willen herkennen, moet het voor hen ook begrijpelijk zijn, dat Ik Mijn mensenkinderen niet kan laten smachten en Ik hen dus buitengewoon moet helpen, opdat ze het geloof in Mij niet verliezen. En degenen, die Ik uitkies, staan onder mijn bescherming. Ze zullen niet aangetast worden tot ze hun missie vervuld hebben. Ze zullen ook niet hoeven te lijden, als ze maar in alle nood gelovig tot Mij komen en Mijn hulp afsmeken, want degenen, die Mijn wil vervullen, zijn Mijn kinderen en hen laat Ik niet in de nood van de ziel.

En jullie allen, die de weg naar Mij nog niet gevonden hebben, laat jullie dit gezegd zijn: Degene, Die in de hemel zetelt en aan Wie alles gehoorzaam moet zijn, laat niet met Zich spotten. En nog veel minder laat Hij degenen, die iets kwaads tegen Hem in het schild voeren, in Zijn naam spreken. En Hij laat geen kind, dat de handen smekend naar de Vader in de hemel omhoogsteekt en naar de zuiverste waarheid verlangt, het slachtoffer worden.

Amen

Widersacher.... (Antwort auf Warnung von Geistlichen)

Dies soll euch kundtun Meinen Willen, daß in euch der Geistesfunke lebendig ward, daß ihr das Göttliche in euch erweckt habt und daher von Mir göttliche Gabe empfangen habt. Und so bleibet denn in Meiner Liebe, und achtet nicht dessen, was von außen an euch herantritt, sondern folget nur der Stimme in euch, denn sie leitet euch auf rechter Bahn. Wessen Herz soll Ich wohl bedenken, wenn nicht das des gläubigen, Mir ergebenen Erdenkindes? Welche Macht kann wohl Meinem Willen zuwiderhandeln, und welche Früchte zeitigt eine Mir abgewendete Macht? Sehet, so Ich dem Erdenkind beistehen will und sein gläubiges Gebet erhöre, wird niemals der Widersacher zu diesem Kind gelangen können, solange es Mir ergeben ist.... Und wonach sollte wohl der Widersacher streben? Den Menschen göttliche Lehren zu verkünden? Bleibet eingedenk dessen, daß ihr Jünger Meines Namens seid.... Ihr sollt für Mich und Meinen Namen streiten und stehet also in Meinem Sold. Die Lehren der Finsternis aber verfolgen einen anderen Zweck.... den der endlichen Trennung von Mir. Ihr Meine Kinder müsset stark sein im Glauben und jegliche Prüfung bestehen, sollt ihr dereinst wirken können für Mich und Meinen Namen. Denn sehet, es werden noch viele Anfechtungen über euch kommen, es wird die Welt sich gegen euch stellen und euch niederzuzwingen suchen, und das auch kraft des Wortes, das ihnen der Widersacher eingibt. Und dann sollt ihr bestehen können, ihr sollt sie bekämpfen durch das Schwert eures Mundes.... Ihr sollt ihnen Meine Worte kundtun.... ihr sollt Mir euren Mund leihen, auf daß Ich durch diesen reden kann. Und darum müsset ihr felsenfest im Glauben stehen. Ihr dürfet nicht wankend werden und dem Widersacher Gewalt einräumen über euch durch Zweifel oder schwachen Glauben. Kommet zu Mir, auf daß Ich euren Glauben stärke, und nehmet aus Meiner Hand entgegen, was euch widerstandsfähig macht gegen alle Anfeindungen von außen. Es ist dies Mein Wort, das euch Kraft und Gnade vermittelt. So ihr in engstem Verband mit Mir steht, steht ihr auch im Stromkreis Meiner Liebe und Gnade, und diese lässet euch nicht fallen, so euer Trachten nur danach steht, Meinen Willen zu erfüllen. Der Menschheit Denken geht noch sehr falsche Wege, und selbst, die Mir dienen wollen, sind des göttlichen Geistes in sich noch nicht innegeworden, und daher tappen sie noch im Dunkeln und lehnen doch das Licht ab, das ihnen Erhellung bringen soll.... Ich führe und lenke alle Meinem Wort entgegen, doch sie gehen einen anderen Weg und suchen und forschen in der Ferne, und Ich stehe ihnen so nahe und möchte Meinen Geist auch mit ihrem Geist verbinden, auf daß Ich Selbst sie belehren könnte.... In der geistigen Not der Menschheit ersehen sie noch nicht die Dringlichkeit Meiner Hilfe, und also erkennen sie auch nicht Mich Selbst, wo Ich dieser geistigen Not steuern möchte. So sie jedoch in Mir den Geist der Liebe erkennen wollen, müßte es ihnen auch begreiflich sein, daß Ich Meine Erdenkinder nicht schmachten lassen kann und Ich ihnen also außergewöhnlich beistehen muß, auf daß sie nicht des Glaubens an Mich verlustig gehen. Und die Ich erwähle, stehen in Meinem Schutz.... Sie sollen nicht angetastet werden, bis sie ihre Mission erfüllt haben, sie sollen auch nicht zu leiden brauchen, so sie nur in aller Not gläubig zu Mir kommen und Meine Hilfe erflehen, denn die Meinen Willen erfüllen, sind Meine Kinder, und diese lasse Ich nicht in der Not der Seele.... Und ihr alle, die ihr noch nicht den Weg zu Mir gefunden habt, lasset euch sagen: Der im Himmel thront und Dem alles gehorchen muß, Der lässet Seiner nicht spotten.... und noch viel weniger lässet Er in Seinem Namen reden, die Böses wider Ihn im Schilde führen.... Und Er lässet nicht ein Kind deren Opfer werden, das zum Vater im Himmel die Hände bittend erhebt und reinste Wahrheit begehrt....

Amen