Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Eeuwige waarheid – Het woord van God

Degenen, die zichzelf voor de eeuwige waarheid afsluiten, zijn onuitsprekelijk arm te noemen, want voor hen gaat alles verloren, wat het leven pas echt zin geeft. Alleen door het ontvangen van deze waarheid uit God wordt het leven goed benut en alleen het goddelijke woord heeft eeuwigheidswaarde, want dit woord verbindt immers de Schepper met het schepsel en heft zo de scheiding tussen beiden op, die er weer de enige oorzaak van is dat God Zich in het woord uit.

Wie het woord van God met het hart opneemt, is reeds op aarde al rijk te noemen. Hij is met de Vader verbonden en ontvangt onafgebroken goddelijke genade. Hij wordt in tijden van aardse nood niet verlaten, maar ontvangt doorlopend troost en hulp. Hij hoeft ook niet te vrezen, dat deze genade van hem afgenomen zou kunnen worden, zolang hij hier zelf naar verlangt. Want de liefde van God kent geen grenzen.

Het kind, dat ontvangen wil, wordt voortdurend gevoed met het brood uit de hemel, welke de eeuwige waarheid is. Niets in de oneindigheid is kostbaarder dan dit. Alleen de goddelijke waarheid is nastrevenswaardig, want wie dit heeft, heeft alles. Wie in de waarheid staat, is in zekere zin ingewijd in het werkzaam zijn van God. Alles, wat wetenswaardig en nuttig voor de mens is, wordt aan hem geopenbaard.

Tevens wordt bij hem ook het begrip voor al het geestelijke werkzaam zijn opgewekt. Hem wordt de kennis gegeven met het doel om geestelijk te rijpen. Hij heeft de taak gekregen om werkzaam te zijn als opvoeder van de menselijke ziel. Hij wordt met de meest ondenkbare gebieden vertrouwd gemaakt en ontvangt daar onbeperkt onderrichtingen over, want zijn kennis moet ertoe dienen om de medemensen eveneens te onderwijzen. En het staat elk mens vrij om deel te hebben aan hetgeen geestelijk geboden wordt. Het staat elk mens vrij om eveneens goddelijke wijsheid te ontvangen en zijn kennis te verrijken, als het zijn wil maar is.

En wie de goddelijke genade herkent en haar dankbaar in ontvangst neemt, heeft dus onnoemelijk veel gewonnen, want hij komt tot inzicht en gaat in het vervolg de juiste weg voor de opwaartse ontwikkeling van zijn ziel. Hij legt de levensweg nu niet meer vergeefs af, maar hij is er ijverig op bedacht om alles, wat hem door het woord van God gegeven wordt, in acht te nemen. Hij neemt het goddelijke gebod van de liefde in acht en streeft er dus naar om zich te bevrijden. Hij heeft slechts één doel voor ogen, namelijk om de zon van de geest op te zien komen.

Hij streeft ernaar om binnen de stralen van de goddelijke genadezon te komen om steeds alleen diens werking aan zich te voelen. Hij vervult de goddelijke wil met alle ijver en zijn zorg betreft niet alleen maar zijn zielenheil, maar ook het zielenheil van de medemensen, want hij herkent in hen, dat ze hetzelfde product van zijn goddelijke Vaderliefde zijn. Hij beseft dat alle mensen van dezelfde geest moeten zijn en daarom moet er onafgebroken rekening mee gehouden worden, dat elk mens in liefde voor de medemensen zorgt, dat de liefde iedereen met elkaar verbindt en dat iedereen voor elkaar werkzaam moet zijn.

De goddelijke wijsheid, het ontvangen goddelijke woord, moet tot stand brengen, dat de mens geestelijke rijkdom op aarde verzamelt en dus rijk bedacht in de eeuwigheid ingaat, waar alleen de geestelijke gaven gewaardeerd worden en dus de goddelijke waarheid tot in alle eeuwigheid blijft bestaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Ewige Wahrheit.... Wort Gottes....

Die sich der ewigen Wahrheit verschließen, sind unsagbar armselig zu nennen, denn ihnen geht alles verloren, was dem Leben erst den wahren Sinn gibt. Nur im Empfangen dieser Wahrheit aus Gott wird das Leben recht genützt, und nur das göttliche Wort hat Ewigkeitswert, denn es verbindet dies ja den Schöpfer mit dem Geschöpf und hebet so die Trennung zwischen beiden auf, die wieder die alleinige Ursache ist, daß Gott Sich im Wort äußert. Wer das Wort Gottes aufnimmt mit dem Herzen, ist reich zu nennen schon auf Erden. Er ist mit dem Vater verbunden und empfängt unausgesetzt göttliche Gnade.... Er ist in Zeiten irdischer Not nicht verlassen, sondern empfängt ständig Trost und Beistand.... Er hat auch nicht zu fürchten, daß ihm diese Gnade genommen werden könnte, solange er selbst diese begehrt.... Denn Gott kennt keine Grenzen Seiner Liebe. Das Kind, das empfangen will, wird ständig gespeist mit dem Brot des Himmels, welches ist die ewige Wahrheit. Nichts in der Unendlichkeit ist kostbarer denn diese, es ist die göttliche Wahrheit das allein Erstrebenswerte, denn wer diese hat, hat alles.... Wer in der Wahrheit steht, ist gleichsam eingeweiht in das Wirken Gottes, ihm wird alles offenbart, was wissenswert und dem Menschen von Nutzen ist. Ihm wird auch gleichzeitig das Verständnis geweckt für alles geistige Wirken, es wird ihm das Wissen vermittelt zum Zwecke des geistigen Ausreifens; es wird ihm die Aufgabe gestellt, sich als Bildner der menschlichen Seele zu betätigen, er wird in die undenklichsten Gebiete eingeführt und empfängt darüber Belehrungen unbegrenzt, denn sein Wissen soll dazu dienen, den Mitmenschen gleichfalls zu belehren. Und jedem Menschen steht es frei, sich zu beteiligen an dem geistig Gebotenen, jedem Menschen steht es frei, gleichfalls göttliche Weisheit zu empfangen und sein Wissen zu bereichern, so wie es nur sein Wille ist. Und wer die göttliche Gnadengabe erkennt und sie dankend in Empfang nimmt, hat so unsagbar viel gewonnen, denn er gelangt zur Erkenntnis und geht fortan den rechten Weg zur Höherentwicklung seiner Seele, er legt den Lebensweg nun nicht mehr vergeblich zurück, sondern ist eifrig bedacht, alles, was ihm durch das Wort Gottes vermittelt wird, zu befolgen.... Er beachtet das göttliche Gebot der Liebe und trachtet also danach, sich zu erlösen.... Er hat nur ein Ziel vor Augen, die Sonne des Geistes aufgehen zu sehen. Er trachtet danach, in die Strahlen der göttlichen Gnadensonne zu kommen, um nur immer deren Wirkung an sich zu verspüren.... er kommt dem göttlichen Willen nach mit allem Eifer, und seine Sorge ist nicht nur sein Seelenheil, sondern auch das Seelenheil der Mitmenschen, denn er erkennt in diesen das gleiche Erzeugnis göttlicher Vaterliebe, er erkennet, daß alle Menschen des gleichen Geistes sein sollen und daher unausgesetzt den göttlichen Geboten Rechnung getragen werden muß, daß ein jeder Mensch sorge in Liebe für den Mitmenschen, daß die Liebe alle untereinander verbinden und füreinander tätig sein soll.... Es soll die göttliche Weisheit.... das empfangene göttliche Wort.... dies zuwege bringen, daß sich der Mensch geistigen Reichtum sammle auf Erden und also reich bedacht eingehe in die Ewigkeit, allwo die geistigen Gaben allein gewertet werden und somit die göttliche Wahrheit bestehenbleibt bis in alle Ewigkeit....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde