De geestelijke toestand van de mensen is nog zo verward en het denken is ver van het juiste inzicht verwijderd. En daarom is het heel moeilijk om hun opheldering te geven over het werkzaam zijn van de geest in de mens, omdat ze immers niets anders willen erkennen, dan wat zich zichtbaar en voelbaar aan hen openbaart. Ze elimineren, om zo te zeggen, iets helemaal uit hun gedachten, dat echter wel als eerste de juiste oplossing oplevert. En daarom is voor hen het werkzaam zijn van de geest, wat volgens hun begrip helemaal niet bestaat, niet te verklaren. En het is net zo onmogelijk om die mensen van het bestaan van de geest te overtuigen, omdat weer niets uiterlijks daarop wijst, maar al het geestelijke slechts geestelijk voelbaar of waarneembaar is.
De realistische mens verlangt bewijzen en wil alles zuiver objectief gestaafd hebben. Een objectieve verklaring, een bewijs van het bestaan van de goddelijke geest in de mens, zou echter alleen maar op deze manier mogelijk zijn, dat er een proef op de som genomen zou worden. Dat de mens zich bereid zou verklaren om alle voorwaarden tot opwekking van de goddelijke geest te vervullen. Dan zou hij aan zichzelf de geloofwaardigheid hiervan ervaren.
In plaats daarvan verwerpt de mens, die gelooft heel zorgvuldig te zijn, de ervaring van de ander en blijft geestelijk blind. Een innerlijk zielenleven is hem vreemd. Het uiterlijke leven neemt hem en zijn denken volledig in beslag en zijn geest sluimert in het dikste omhulsel en kan zich daar niet uit bevrijden. En er is bijna niets meer, dat een ommekeer van een dergelijk denken tot stand brengt.
Degene, die geestelijk denkt, wordt uitgelachen. En men is zo dwaas om het eigen verkeerde denken voor de enig juiste te houden en men bespot degene, die de wereld bekritiseert. Zelfs daar, waar het het streven is om de mens naar God te leiden, is dezelfde blinde toestand van de geest aan te treffen, want ook hun denken is te werelds, ofschoon de wil goed is. Maar het diepe van het geloof ontbreekt hen, want deze moet in elk mens zelf tot ontplooiing gebracht worden en kan niet op een schoolse manier van mens op mens overgedragen worden. (Onderbreking)
VertalerNoch ist der Geisteszustand der Menschen so verworren und das Denken weit von der rechten Erkenntnis entfernt. Und es ist daher sehr schwierig, ihnen über des Geistes Wirken im Menschen Aufschluß zu geben, da sie ja nichts anderes anerkennen wollen, als was ihnen sichtbar und fühlbar in Erscheinung tritt. Sie schalten sozusagen etwas ganz aus ihren Gedanken aus, das aber erst die rechte Lösung ergibt, und so ist ihnen daher nicht das Wirken dessen zu erklären, was ihrem Begriff nach gar nicht besteht. Und ebenso unmöglich ist es, die Menschen von dem Vorhandensein des Geistes zu überzeugen, da wieder nichts Äußerliches darauf hinweist, sondern alles Geistige nur geistig spürbar oder wahrnehmbar ist. Der realistische Mensch verlangt Beweise und will alles rein sachlich begründet haben. Eine sachliche Begründung.... ein Beweis des Vorhandenseins göttlichen Geistes im Menschen wäre aber nur in der Weise möglich, daß eine Probe aufs Exempel gemacht würde.... daß sich der Mensch bereit erklären würde, alle Vorbedingungen zur Erweckung des göttlichen Geistes zu erfüllen.... dann würde er an sich selbst die Glaubhaftigkeit dessen erfahren.... Statt dessen verwirft der Mensch, der allzugründlich zu sein glaubt, die Erfahrung des anderen und bleibt geistig blind. Ein inneres Seelenleben ist ihm fremd, das Außenleben nimmt ihn und sein Denken völlig in Anspruch, und sein Geist schlummert in tiefster Umhüllung und kann sich nicht lösen daraus. Und es bringt fast nichts mehr einen Umschwung solchen Denkens zustande. Es wird verlacht, der geistiges Denken pflegt, und man ist so töricht, das eigene falsche Denken für allein richtig zu halten und jene bespöttelt und bekrittelt die Welt. Selbst dort, wo es das Bestreben ist, die Menschen Gott zuzuführen, ist der gleiche blinde Zustand des Geistes anzutreffen, denn auch deren Denken ist zu irdisch, wenngleich der Wille gut ist.... doch die Tiefe des Glaubens fehlt ihnen, denn dieser muß in jedem Menschen selbst zur Entfaltung gebracht werden und kann nicht von Mensch zu Mensch schulmäßig vermittelt werden.... (Unterbrechung)
Vertaler