Het is de zaligste gebeurtenis op aarde om deel te kunnen nemen aan de uitstroming van goddelijke liefde en het woord van de Heer te ontvangen. De Heer denkt onophoudelijk aan Zijn kinderen op aarde en Hij ziet hun nood en giet de overvloed van Zijn genade over de mensen uit. En Hij wil de duisternis van de geest van hen wegnemen en hun het licht brengen, opdat ze de weg naar de hoogte, naar Hem, vinden. En dit licht is Zijn woord en de geest van diegene, die het woord hoort en daarnaar handelt, is licht en helder en hij herkent de juiste weg naar de Vader. Daarom geeft Hij de mensen Zijn woord.
En als de Vader nu tot Zijn kind spreekt, dan probeert Zijn eindeloze liefde binnen te dringen in zijn hart. Hij wil dat het hart zich opent om die kostbaarste gave op te nemen, opdat Hij met volle kracht in het nu bereidwillige mensenkind kan werken, opdat Zijn geest in hem werkzaam kan zijn en het onderwijst over de zin en het doel van het bestaan op aarde. Wie dit woord ontvangt, put eindeloze kracht uit de bron van de goddelijke liefde. En hij zal nu de krachtstroom verder kunnen leiden naar allen, die behoefte hebben aan een slok. De bron droogt echter niet op, tenzij ze met geweld wordt gedempt. Dat wil zeggen, dat het ontvangende mensenkind zich verzet tegen elke verdere geestelijke activiteit.
Maar de Heer houdt Zijn beschermende hand boven dit mensenkind. Hij wakkert het verlangen aan en lest steeds weer de dorst. En de genadegave vindt ingang bij de mensen. Ze wordt verlangd en geeft weer troost en kracht aan allen, die met een gelovig hart kennisnemen van het goddelijke woord. Want de Heer is immers Zelf in Zijn woord. Hij komt naar iedereen en Hij zegent degene, die Hem opneemt en blijft voor altijd bij hem. En dit woord sterkt diegene, wiens ziel in nood verkeert. Het laat hen niet twijfelen, het maakt het duidelijker voor de mensen en onderwijst hen, het laat hen niet in de duisternis van de nacht, maar plaatst hen in het licht van de dag en leert de mensen het juiste te denken. De zegen van het goddelijke woord is onschatbaar. Het lichaam beseft hier de waarde voor de ziel niet van, maar de ziel bedankt haar Schepper innig, dat ze bevrijd werd door het goddelijke woord.
De ontwikkelingsgang van alle andere schepselen gaat volgens Gods wil. Maar de ontwikkelingsgang van de mens, of eigenlijk de menselijke ziel, hang alleen af van haar eigen wil. En die is overeenkomstig haar instelling ten opzichte van het woord van God. En als de ziel de waarde van dit woord beseft heeft, is ze voor eeuwig gered. De zendingen van boven maken voor de ziel het ontwikkelingsproces buitengewoon veel makkelijker. Een zich bereidwillig openen voor de onuitputtelijke genadebron en alle kracht en genade doorstroomt haar en geeft haar volop de bekwaamheid om zich volgens de wil van de Heer te vormen._>Amen
VertalerDies ist der seligste Vorgang auf Erden, teilnehmen zu können am Ausfluß göttlicher Liebe und das Wort des Herrn zu empfangen. Es gedenket der Herr unablässig Seiner Kinder auf Erden, und Er sieht ihre Not und schüttet die Fülle Seiner Gnade über die Menschen aus, und Er will die Dunkelheit des Geistes von ihnen nehmen und ihnen das Licht bringen, auf daß sie den Weg finden zur Höhe, zu Ihm. Und dieses Licht ist Sein Wort, und wer das Wort höret und danach handelt, dessen Geist ist licht und klar, und er erkennet den rechten Weg zum Vater. Darum gibt Er den Menschen Sein Wort.... Und so der Vater nun zu Seinen Kindern spricht, so suchet Seine unendliche Liebe einzudringen in deren Herzen, Er will, daß es sich öffne, um die kostbarste Gabe aufzunehmen, auf daß Er wirken kann mit ganzer Kraft in dem nun willigen Erdenkind, auf daß Sein Geist nun tätig sein kann in ihm und es belehre über Sinn und Zweck des Erdendaseins. Wer Empfänger dieses Wortes ist, schöpfet unendliche Kraft aus dem Quell göttlicher Liebe, und er wird nun den Kraftstrom weiterleiten können auf alle, die des Trunkes bedürftig sind. Doch die Quelle versieget nicht, es sei denn, sie wird gewaltsam verschüttet.... d.h., es sträubt sich das empfangende Erdenkind gegen jede weitere geistige Betätigung.... Doch der Herr hält Seine schützende Hand über dieses.... Er schüret das Verlangen und löschet immer wieder den Durst.... Und es findet die Gnadengabe Eingang bei den Menschen, sie wird begehret und gibt wieder Trost und Kraft allen denen, die gläubigen Herzens Kenntnis nehmen vom göttlichen Wort.... Denn der Herr ist ja Selbst in Seinem Wort.... Er kommt zu einem jeden, und wer Ihn aufnimmt, den segnet Er und bleibet bei ihm allezeit. Und wer da ist in Not der Seele, den stärket dieses Wort. Es läßt ihn nicht im Zweifel, es kläret den Menschen auf und unterweiset ihn, es läßt ihn nicht im Dunkel der Nacht, sondern versetzt ihn in die Helle des Tages und lehret den Menschen das rechte Denken. Der Segen des göttlichen Wortes ist unschätzbar.... es erkennet der Körper nicht den Wert dessen für die Seele, doch diese danket es innig ihrem Schöpfer, daß ihr Befreiung wurde durch das göttliche Wort. Der Werdegang aller anderen Geschöpfe ist der nach Gottes Willen.... Der Werdegang des Menschen jedoch bezw. der menschlichen Seele ist allein ihr eigener Wille.... und richtet sich danach, wie ihre Einstellung ist zum Wort Gottes.... Und so die Seele den Wert dieses Wortes erkannt hat, ist sie gerettet für ewige Zeiten.... Die Sendungen von oben erleichtern der Seele ungemein ihren Entwicklungsgang.... ein bereitwilliges Sich-öffnen dem unversiegbaren Gnadenquell, und alle Kraft und Gnade durchströmet sie und gibt ihr vollauf die Fähigkeit, sich zu gestalten nach dem Willen des Herrn....
Amen
Vertaler