Een onoverwinnelijke hindernis voor geestelijke rijpheid is de arrogante mening van een mens, dat hij kennis heeft en dus geen onderricht meer nodig heeft, want deze mens richt een muur op en hij richt als het ware een versperring op voor zijn geest, die niet te verwijderen is, totdat het denken van zo’n mens volledig verandert en hij klein en deemoedig zijn huidige verkeerde denken beseft.
Een beker kan geen helder, zuiver water opnemen, zolang het één of andere vloeistof bevat. En als het menselijke verstand in beslag genomen wordt door kennis van welke aard dan ook en men gelooft met zulke kennis ook geestelijke vragen op te kunnen lossen, zal men zich nauwelijks met geestelijke zaken bezighouden. En zo het is heel moeilijk om een mens, die zich volop aards bezighoudt, voor de oplossing van geestelijke vragen te bereiken, want voor hem lijkt iedere minuut kostbaar voor aardse doelen en daarom verzet hij zich tegen een naar zijn opvatting nutteloos denken.
Hij ziet alleen de wereld en probeert verstandsmatig achter onopgeloste vragen te komen. En zijn resultaten zijn altijd onaantastbaar, voor zover hij ze puur verstandsmatig bewijzen kan. Een onderzoeken via de geestelijk weg wijst hij af en zo is hem pas in de laatste plaats het werken en heersen van God begrijpelijk te maken. En evenmin zal zijn geest contact kunnen krijgen met de oorspronkelijke goddelijke geest. Want ondanks de grootste wereldse kennis is hij niet ontwaakt en dus is een mens, die voor de wereld op het grootste succes kan bogen, klein en arm aan geestelijke kennis.
Nuchter oordelend, ziet hij alleen maar alle uiterlijke leven. Hij ziet slechts het omhulsel, maar niet de kern. Hij ziet, wat rondom hem is, maar niet het doel en zin daarvan. Hij heeft geen zichtbaar bewijs voor geestelijke beweringen en dus stelt hij zich in zijn verwaandheid afwerend op ten opzichte van alles, wat geestelijk onderzoeken tot stand bracht. En het is dus uiterst betreurenswaardig, dat geestelijke waarheden daar geen ingang vinden, waar de mens eigenlijk hoog ontwikkeld wil zijn. En dat alleen, omdat hij het geloof uit zijn leven verbannen heeft.
Hoe buitengewoon ver zou een mens, die de hem door God gegeven geestelijke gaven in verband zou willen brengen met het diepste geloof, het met zijn kennis kunnen brengen. Voor hem zouden alle gebieden ontsloten zijn en alle kennis zou hem gegeven worden, als hij waarachtig zou kunnen geloven, dat God zijn geest kan verlichten en hem in alle waarheid binnen kan leiden. Maar de geestelijke verwaandheid trekt een grens tussen wereldse en geestelijke kennis. De geestelijke verwaandheid bouwt een niet te passeren versperring. Ze is een hindernis, die niet op een andere manier overwonnen kan worden, dan door het besef van de eigen onvolmaaktheid en de daaruit volgende diepste innerlijke deemoed. Pas dan kan de juiste weg, de weg naar de waarheid, betreden worden.
Amen
VertalerUn obstacle infranchissable pour la maturité spirituelle est l'opinion arrogante d'un homme qui croit avoir la connaissance et donc pense ne plus avoir besoin d'aucun enseignement, parce que cet homme érige un tel mur et met pour ainsi dire de telles barrières à son esprit, qu’avant que les pensées d'un tel homme se soient totalement transformées et qu’il reconnaisse humblement les pensées fausses qu’il a eu jusqu'à présent, celles-ci ne peuvent être éloignées. Un verre ne peut pas accueillir de l'eau claire et pure tant qu’il contient un quelconque autre liquide. Et si l'esprit humain est occupé par un savoir de toutes sortes et croit pouvoir résoudre avec un tel savoir même les questions spirituelles, il ne s'occupera presque pas des choses spirituelles. Et ainsi il est très difficile de conquérir un homme pleinement occupé par les choses terrestres pour le faire réfléchir aux questions spirituelles, parce que chaque minute lui semble précieuse pour des buts terrestres, et donc il se rebelle contre les pensées inutiles selon son opinion. Il voit seulement le monde et cherche à résoudre intellectuellement des questions irrésolues, et ses résultats sont toujours intouchables, pour autant qu’il puisse les démontrer dans le sens purement intellectuel. Il refuse une recherche sur les choses spirituelles, et ainsi l’Action et le Règne de Dieu ne peuvent lui être rendus compréhensibles qu’en tout dernier. Ainsi son esprit pourra difficilement prendre contact avec l'Esprit primordial divin parce qu'il reste non éveillé malgré son grand savoir mondain, et donc l'homme qui a fait preuve devant le monde des plus grands succès, est petit et pauvre dans le savoir spirituel. Lorsqu’il juge sobrement, il voit seulement toute sa vie extérieure, il voit seulement l'enveloppe, mais pas le noyau. Il voit ce qui est autour de lui, mais pas son but et son sens. Il n'a aucune preuve visible des affirmations spirituelles, et donc avec arrogance il se met sur la défensive envers tout ce qui touche la recherche spirituelle. Il est extrêmement déplorable que les Vérités spirituelles ne trouvent aucun accès là où l'homme veut être vraiment hautement développé, et cela seulement parce qu'il a exclu la foi de sa vie. Combien immensément loin pourrait arriver l'homme dans son savoir spirituel avec les Dons qui lui ont été donnés par Dieu au travers de ses pensées spirituelles, s'il voulait les mettre en liaison avec la foi la plus profonde. Tous les champs lui seraient ouverts et tout le savoir lui serait transmis, s'il voulait croire vraiment que Dieu peut éclairer son esprit et le guider dans toute la Vérité. Mais l'arrogance spirituelle met une frontière entre le savoir mondain et spirituel. L'arrogance spirituelle édifie des barrières infranchissables, et cela est un obstacle qui ne peut pas être vaincu autrement sinon à travers la connaissance de son imperfection et cela avec une très profonde humilité intérieure. Seulement alors la voie vers la Vérité peut être parcourue.
Amen
Vertaler