Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Bewijsvoering van dat, wat de mens gelooft

Het wereldse verstand voldoet niet voor de sluitende bewijsvoering van dat, wat jullie hart je voorschrijft te geloven. De stem van het hart maakt de mens, die acht slaat op die stem, de volste waarheid bekend. Maar waar het verstand, dat alle voor en tegens tegen elkaar afweegt, geraadpleegd wordt, slaat men geen acht op de stem van het hart. En nu wordt er door scherp, verstandsmatig denken geen oplossing gevonden en dit zal veel tegenstrijdigheden tot gevolg hebben en het menselijke denken verwarren, wat onvermijdelijk het gevolg moet zijn, omdat het de mens aan geloof ontbreekt.

Want degene die gelooft, piekert niet. Het hart van degene, die het goddelijke woord vertrouwt, dat door de stem van het hart tot uitdrukking komt, kent geen twijfel, vraagt niet naar zaken en onderzoekt geen zaken, die zijn verstand nooit doorgronden kan, maar hij neemt, wat hem in de vorm van geestelijke gaven aangeboden wordt, voelbaar in het hart, zonder twijfel, aan.

Want wie op aarde zou wel een tegenbewijs kunnen leveren op grond van al het verstandelijke denken? Zelfs de wijste onderzoekers kunnen hun onderzoeken niet staven, zodra het om gebeurtenissen buiten het aardse leven gaat. Net zomin zal het hen lukken het bewijs te leveren dat, wat de mens gelooft over God, Zijn schepping en een direct en indirect inwerken van God op de mensheid, verkeerd is. Hoe ernstiger de gelovige zich bezighoudt met zulke vraagstukken, hoe meer hij hierin binnendringt.

Daarentegen wordt het denken van de mens steeds verwarder, naarmate alleen zijn verstand werkzaam is om zo’n vraagstuk op te lossen. Dientengevolge ontstaan velerlei meningen, terwijl degenen, die bereid zijn om te geloven, zich steeds binnen dezelfde waarheid bevinden, omdat door de stem van het hart alleen deze ene waarheid gegeven wordt.

Degenen, die God zoeken door het geloof, zullen Hem ook vinden, maar degenen, die Hem via de weg van het verstand zoeken, zijn nog ver van Hem verwijderd, want het zijn deze puur wereldse mensen, die geen acht slaan op hun geest en voor hen schijnt het licht van de waarheid niet, maar de duisternis, de nacht van de geest, omgeeft hen. En zodoende kan degene, die in de duisternis vertoeft, niet van licht spreken. Hij kan de lichtvolle weg ook niet beschrijven als hij hem niet zelf gegaan is.

En daarom kan de wereldse onderzoeker ook geen opheldering geven over een gebied, dat hij niet kent en nog veel minder kan hij iets ontkennen, waarvoor volledige kennis daarover voorwaarde is. En daarom heeft de aardse onderzoeker niet het recht om ook de resultaten op geestelijk gebied over te brengen en hiermee het kinderlijke geloof te verwoesten. Want de Heer bewaart de goddelijke wijsheid voor degenen, die Hem daar in een deemoedig kinderlijk geloof om vragen._>Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

La preuve de ce que l'homme croit

L'incendie du monde ne suffirait pas pour faire la preuve sans faille de ce que le cœur vous prescrit de croire. Ce que la voix du cœur annonce à l'homme est la très pleine Vérité. Mais lorsque l’homme demande conseil à l'intelligence qui soupèse chaque pour et contre sans s'occuper de la voix du cœur, et que celle-ci ne trouve pas forcément une solution claire au travers de ses pensées intellectuelles subtiles, il en résultera beaucoup de contradictions et de confusions dans les pensées humaines, chose qui doit avoir des conséquences inévitables, parce qu'à l'homme il manque la foi. Mais celui qui croit, qui ne se creuse pas la cervelle, qui se fie à la Parole divine qui se manifeste à travers la voix du cœur, son cœur ne connaît pas de doutes, il ne se pose pas de questions et n'enquête pas sur les choses que son intelligence ne pourra jamais et encore jamais sonder, mais il accepte sans douter ce qui lui est offert sous la forme de Dons spirituels perceptibles dans le cœur. Pourquoi, sur la Terre, serait-il nécessaire de pouvoir y apporter une contre-démonstration grâce aux pensées issues de son intelligence? Même les sages chercheurs ne peuvent pas documenter leurs recherches dès qu’il s'agit de processus en dehors de la vie terrestre. Beaucoup chercheront à apporter la preuve sans y parvenir que c’est la faute de l'homme qui croit en Dieu, en Sa Création et à l’Action directe et indirecte de Dieu sur l'humanité. Plus sérieusement celui qui croit s'occupe de tels problèmes, plus il pénètre dans ceux-ci. Par contre les pensées de l'homme se troublent toujours davantage, plus est active seulement l'intelligence pour résoudre de tels problèmes. Suite à cela ils se lèvent des opinions très diverses, alors que la bonne volonté de croire produira toujours la même Vérité, vu qu’à travers la voix du cœur est transmise seulement cette unique Vérité. Celui qui cherchent Dieu dans la foi Le trouvera, mais à celui qui Le cherche avec l'intelligence Il restera encore loin, parce qu'il fait partie des vrais hommes du monde qui ne s'occupent pas de leur esprit, et à ceux-ci il ne brille pas la Lumière de la Vérité, mais c’est l’obscurité, la nuit de l'esprit, qui les tient captifs, et donc on ne peut pas parler de la Lumière à ceux qui restent dans l'obscurité, on ne peut pas leur décrire le chemin lumineux si on ne l’a pas parcouru soi-même. Donc un chercheur mondain ne peut pas donner d'éclaircissement dans un domaine qu’il ne connaît pas, il peut encore moins nier quelque chose pour laquelle un plein savoir est nécessaire. Et donc il ne revient pas au chercheur terrestre de faire porter ses résultats au domaine spirituel et donc de détruire avec ceux-ci la foi enfantine. C‘est pourquoi le Seigneur réserve la Sagesse divine à ceux qui la Lui demandent avec une foi humble et enfantine.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet