De rechtvaardige afscheiding van alle zielen, die God vijandig gezind zijn, staat voor de deur. Want de Heere heeft deze tijd in woord en geschrift verkondigd. Het streven van de mensheid betreft niet meer de eeuwige Godheid, maar de vorst van deze wereld. De mensheid verzet zich bewust tegen het goddelijke en blijft dus onderworpen aan de tegenstander, die alle boze opwellingen in de mensen liet ontstaan en geen tegenstand vond.
En wanneer de mens zich nu zelf naar dat toekeert, wat hem verderf brengen moet, en hij geen geneigdheid tot de eeuwige Godheid in zich bespeurt, dan moet dit ook voor hem vervuld worden. En de scheiding tussen de zuivere en onzuivere geesten, tussen degenen, die God erkennen en de wezens, die Hem afwijzen, is van tevoren, sinds eeuwigheid, bepaald.
Niet de wil van God is er aanleiding toe, maar enkel en alleen de wil van de mensen zelf. En daarom staat de goddelijke Schepper geen onrechtvaardigheid toe en vervult Hij voor elk wezen, wat hij zelf vurig verlangd heeft. Degene, die aan de vorst van de leugen, de materie, ten prooi gevallen is, voelt zich goed in diens nabijheid. En daarom verlangt hij niet naar God. Want het geringste verlangen naar Hem, de liefdevolste Vader van eeuwigheid, zal nog op het laatste moment vervuld worden, want de Vader verlaat degenen niet, die aan Hem denken en Hem in de grootste nood herkennen.
Maar er zijn er velen, die tot aan het einde van het leven de Vaderliefde niet herkennen. Die God afwijzen en dus ook niet, zolang er nog redding mogelijk is, door Hem gegrepen kunnen worden. Hij kan niet tegen de wil van de mensen in bezit van hen nemen. En Hij kan nog veel minder de wil van de mensen onder dwang naar Zich toe leiden. En zo zal degene, die zijn verbondenheid met de eeuwige Godheid niet wil inzien en zich niet bewust naar Hem toe wil keren, aan de eeuwige dood vervallen. Voor de Zijnen daarentegen heeft de Vader alle gelukzaligheden van de hemel voorbereid.
En in het vervolg kan Hij het niet meer toelaten, dat de aarde een enorm aantal wezens herbergt, die niet meer aan Hem denken. En door hen dreigt er voor zijn ware kinderen gevaar. Want Zijn geest verspreidt zich over hen en elke gave uit de hemel zal door hen gehoond worden. En de afvalligen zullen in de meerderheid zijn en daarentegen is het handvol gelovigen klein en machteloos, als er voor hen geen hulp komt door de goddelijke wil. Dus wordt het gericht voorbereid. En ieder uur brengt de mensheid dichter bij dit onafwendbare gebeuren.
Het aardse leven wordt steeds hoger gewaardeerd en zal daarom voor menigeen, die een wrekende of straffende hand van God niet vreest, plotseling beëindigd worden. Zijn geestelijke blindheid laat hem niet het grote gevaar herkennen, waarin zijn ziel verkeert. Maar al de geringste wil tot de waarheid zou voor hem tot hulp zijn om de dwaling te beseffen. In plaats hiervan schudt hij alles van zich af, wat hem opheldering zou kunnen geven, en houdt hij zichzelf voor wetend en verheven boven leringen, die op de eeuwige Godheid wijzen.
Neem er daarom kennis van, dat de wereld voor jullie ogen tot een puinhoop zal vervallen. De wereld, die voor jullie tot nog toe het hoogste was. Neem er kennis van, dat jullie van tevoren nog aanwijzing na aanwijzing toegestuurd zullen worden, opdat jullie je bedenken en de weg terug zullen vinden en jullie God de Heer erkennen als de Heer van de hemel en de aarde en dat jullie je gewillig aan Hem onderwerpen, opdat Hij jullie Zijn genade schenkt en Hij jullie redt uit de banden van de duisternis.
Amen
VertalerDie gerechte Ausscheidung aller Gott-feindlichen Seelen steht nahe bevor, denn es hat der Herr diese Zeit verkündet in Wort und Schrift. Das Streben der Menschheit gilt nicht mehr der ewigen Gottheit, sondern dem Fürsten dieser Welt.... Es hat sich die Menschheit in bewußten Widerstand gestellt zum Göttlichen und bleibt sonach dem Gegner untertan, der alle bösen Regungen im Menschen erstehen ließ und keinen Widerstand in ihm fand. Und so sich nun der Mensch selbst dem zuwendet, was ihm Verderben bringen muß, und keinen Hang zur ewigen Gottheit in sich verspürt, so muß ihm nun auch Erfüllung werden, und die Trennung zwischen reinen und unreinen Geistern.... zwischen Gott-Erkennenden und Ihn ablehnenden Wesen.... ist vorausbestimmt seit Ewigkeit. Es ist nicht der Wille Gottes Anlaß dazu, sondern lediglich der Wille des Menschen selbst, und es läßt daher der göttliche Schöpfer keine Ungerechtigkeit zu, und Er gibt einem jeden Wesen Erfüllung dessen, was es sich selbst ersehnt hat.... Wer dem Fürsten der Lüge, der Materie, verfallen ist, fühlt sich wohl in dessen Nähe, und er verlangt deshalb nicht nach Gott.... denn das geringste Verlangen nach Ihm, dem liebevollsten Vater von Ewigkeit, wird noch in letzter Stunde erfüllt werden, denn es verlässet der Vater nicht, die Seiner gedenken und Ihn erkennen in größter Not.... Doch es sind ihrer viele, die bis zum Lebensende die Vaterliebe nicht erkennen, die Gott abweisen und sonach auch nicht von Ihm erfaßt werden können, solange Rettung noch möglich ist. Er kann nicht wider den Willen des Menschen Besitz ergreifen von ihm, und Er kann noch viel weniger den Willen des Menschen zwangsmäßig zu Sich hinlenken.... Und so wird dem ewigen Tode verfallen, der nicht seine Zugehörigkeit zur ewigen Gottheit erkennen und sich Ihm bewußt zuwenden will. Den Seinen dagegen hat der Vater bereitet alle Wonnen des Himmels. Und Er kann es fortan nicht mehr zulassen, daß die Erde berge Wesen in Unzahl, die Seiner nicht mehr gedenken und durch die Gefahr drohet Seinen wahren Kindern. Denn Sein Geist teilet sich diesen mit, und es wird gespottet werden jeder Gabe vom Himmel von jenen, und es werden die Abtrünnigen sein in Überzahl, hingegen das Häuflein der Gläubigen klein und machtlos, so ihm nicht Hilfe kommt durch göttlichen Willen. So bereitet sich das Gericht vor.... Und jede Stunde bringt die Menschheit diesem unabwendbaren Ereignis näher. Das irdische Leben wird immer höher bewertet und daher plötzlich beendet werden für manchen, der eine rächende oder strafende Gotteshand nicht fürchtet.... Seine geistige Blindheit läßt ihn nicht die große Gefahr erkennen, in der seine Seele schwebt, doch schon der leise Wille zur Wahrheit würde ihm Hilfe sein, den Irrtum zu erkennen. Statt dessen schüttelt er alles von sich, was ihm Aufklärung geben könnte, und hält sich selbst für wissend und erhaben über Lehren, die auf die ewige Gottheit hinweisen. So nehmet daher zur Kenntnis, daß vor euren Augen die Welt in Trümmer zerfallen wird.... die Welt, die euch bisher das Höchste war. Nehmet zur Kenntnis, daß euch zuvor noch Hinweise über Hinweise zugehen werden, auf daß ihr euch besinnet und zurückfindet und Gott den Herrn anerkennt als Herr des Himmels und der Erde und euch Ihm willig unterwerfet, auf daß Er euch Seine Gnade zuwende und euch errette aus den Banden der Finsternis....
Amen
Vertaler