De demonen loeren op elk zwak moment en overmeesteren de wilszwakke ziel om die ten val te brengen. Het worstelen van de mens is net zo lang tevergeefs, totdat hij zich aan de Vader in de hemel toevertrouwt. En zalig is degene, die in zo’n nood tot Hem vlucht, want hij heeft werkelijke goddelijke hulp nodig. De vijandelijke kracht heeft een ongelofelijke macht over een zwak mensenhart en het bedient zich vaak van zulke middelen, die hevige tegenstand vereisen, die de mens in zijn zwakte niet alleen op kan brengen. Maar de goddelijke liefde staat altijd voor het mensenkind klaar, als maar aan haar gedacht wordt.
De ziel probeert zichzelf onophoudelijk te overwinnen, maar het aardse bezit lonkt als vanouds. En de tegenstander verzoekt het mensenkind op elke denkbare manier. En de hang naar materie moet volledig overwonnen worden. Al het verlangen ernaar moet afgelegd worden en in plaats hiervan moet alleen geestelijk bezit nagestreefd worden. En toch valt de mens steeds weer in de hand van de vijand, als nog de geringste liefde voor bezit hem daarnaar laat streven, want diens macht is des te groter, naarmate de mens zich tot slaaf van zijn aardse goederen laat worden. En als hij eenmaal herkend heeft, welke zwakte de mens ten val laat komen, dan zal hij niet nalaten om met verleidingen van dergelijke aard te komen.
En opnieuw willen we je toeroepen: Waak en bid, opdat jullie niet in verzoeking geraken. Want de vijand probeert met sluwheid de afval van God te bewerkstelligen. En hij bedient zich daartoe steeds van de zwakste momenten in het leven van de mens en heeft dan ook de grootste invloed op de ziel, die de verleiding op zich wel als zodanig herkent, en toch drijft een zekere aarzeling haar ertoe om aan het verlangen van de vijand tegemoet te komen, en hij dus toch weer de materie aanhangt, in plaats van haar de strijd aan te zeggen.
En zo kan de geringste aanleiding tot een geestelijke achteruitgang leiden en kan een zuiver hart bezoedeld worden, als de hulp van God niet gebruikt wordt. Maar daarentegen zal door een mensenkind, dat naar de hulp van God verlangt en dat dus in het licht en in de genade staat, aan elke verleiding met succes weerstand geboden worden. Want aan zijn verzoek om verlossing uit de macht van de tegenstander zal spoedig gehoor gegeven worden en de materie zal hem steeds verder weg lijken. En de hang hiernaar zal volledig overwonnen zijn.
Amen
VertalerI demoni sono in agguato per ogni momento debole e s’impossessano dell’anima debole nella volontà per farla cadere. La lotta dell’uomo è inutile finché non si raccomanda al Padre nel Cielo, e beato colui, che si rifugia in Lui in tale miseria, perché ha veramente bisogno dell’Aiuto divino. La potenza nemica ha un potere incredibile su un debole cuore d’uomo e si serve sovente di tali mezzi che richiedono veemente resistenza che l’uomo nella sua debolezza non riesce a contrapporre da solo. Ma l’Amore divino è sempre pronto per il figlio terreno, se soltanto Lo pensate. L’anima cerca ininterrottamente di vincere sé stessa, ma il possesso terreno seduce in modo ipocrita, e l’avversario tenta il figlio terreno in ogni modo immaginabile, ma la tendenza per la materia deve essere comunque superata definitivamente, ogni desiderio per ciò deve essere sfilato ed invece deve essere sempre solo teso al possesso spirituale, ma l’uomo cade comunque sempre di nuovo nelle mani del nemico, se soltanto lo fa ancora tendere il pur minimo amore per il possesso, perché allora il potere dell’avversario è ancora maggiore, più l’uomo lascia che diventi schiavo dei suoi beni terreni. E quando una volta ha riconosciuto quale debolezza fa cadere l’uomo, allora non cesserà con delle tentazioni di tale genere. E nuovamente ti vogliamo esclamare: Vegliate e pregate, affinché non cadiate nella tentazione, perché il nemico cerca con astuzia di procurare la caduta da Dio e per questo si serve sempre dei momenti più deboli nella vita dell’uomo ed allora ha più forte influenza sull’anima, che riconosce bensì su di sé la tentazione come tale e ciononostante la spinge una certa titubanza di seguire i desideri del potere nemico, e poi si attacca comunque di nuovo alla materia invece di dichiararle la lotta. E così il minimo motivo può condurre alla retrocessione spirituale, ed un cuore puro può essere macchiato se non si approfitta dell’Aiuto di Dio, invece un figlio terreno affronterà con successo ogni assalto con l’Aiuto di Dio, che così si trova nella Luce e nella Grazia, perché la sua richiesta di liberazione dal potere dell’avversario verrà presto esaudita e la materia gli apparirà sempre più distante, e la tendenza per questa sarà totalmente scomparsa.
Amen
Vertaler