Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Werkzaamheid als onderwijzer in het hiernamaals – Studie-ijver van de onvolmaakte wezens

De studie-ijver van de nog onvolmaakte wezens in het hiernamaals is, als ze het eenmaal beseft hebben, onvermoeibaar. Ze proberen overal geestelijke schatten te verwerven en nemen alles wat hun wordt aangeboden met vlijt en dankbaarheid aan. En zo is ook het onderwijzen in het hiernamaals een taak, dat met alle zorgvuldigheid en overgave uitgeoefend wordt, want van de onderwijzers hangt het af, welk nut de ontvangers ervan hebben.

De mensen op aarde nemen pas na lang aarzelen aan, wat hun aangeboden wordt, terwijl die wezens in het hiernamaals aanvankelijk stil observerend alles volgen en onderzoeken. De wezens komen echter heel spoedig tot inzicht en zullen dan met de grootste ijver zich het geestelijke goed eigen maken om het dan van hun kant weer te kunnen benutten. Want omdat ze hun eigen nood doorleefd hebben, waar het gebrek aan geestelijke goederen de oorzaak van was, spannen ze zich nu in om de andere geestelijke wezens voor hetzelfde lot te behoeden en doen ze hun alles toekomen wat voor hen de kwellingen zouden kunnen verminderen en verkorten. En elk geschenk wordt dankbaar in ontvangst genomen, want hiermee komt de wezens tevens kracht toe, en daarom streeft elk wezen naar de hoogte, als het maar eenmaal geestelijk voedsel te proeven krijgt en nu verlangt het alleen nog maar naar goddelijke spijziging.

Voor de onderwijzer is het eveneens buitengewoon zaligmakend om de geestelijk armen het evangelie te prediken, want de liefde drijft hem ertoe. Want om te kunnen onderwijzen, moet hij in de liefde en in het licht staan. Dat wil zeggen, hij moet een zekere rijpheidsgraad of volmaaktheidsgraad bereikt hebben, die ook in grote mate liefde vereist. Alle leerkrachten worden daarom door de in hen wonende liefde gedreven om weg te geven, dat wil zeggen hun kennis over te dragen aan een ieder, die eveneens naar goddelijke wijsheid verlangt.

En zo kan elk wezen in het hiernamaals voortdurend putten uit de genadebron van goddelijke liefde. En in toenemende mate neemt hij ook deel aan de verbindingen van het hiernamaals naar de aarde. De bereikte toenadering laat het wezen in het hiernamaals eveneens een kijkje nemen en de mensenkinderen wordt onbegrensde kennis aangeboden en die kan tegelijkertijd ook in het hiernamaals ontvangen worden. Het verlangen van deze wezens is onbeschrijfelijk, en de liefde van God is oneindig. En zo geeft Hij voortdurend Zijn genade aan de wezens, die naar de waarheid verlangen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

L'activité d'enseignant dans l'au-delà - la ferveur d'apprendre des êtres imparfaits

La ferveur d'apprendre des êtres encore imparfaits dans l'au-delà est infatigable lorsqu’ils l’ont une fois reconnu. Ils cherchent à se conquérir partout des trésors spirituels et acceptent avec attention et gratitude tout ce qui leur est offert, et ainsi même dans l'au-delà enseigner est une fonction qui est exercée avec un grand soin et dévouement, parce que l’utilité qu’en tire le recevant dépend des enseignants. Les hommes terrestres acceptent seulement après de longs atermoiements ce qui leur est offert, tandis que dans l'au-delà les êtres bien réceptifs observent tout en silence et l’examinent, et s’ils arrivent très vite à la connaissance ils s’approprient avec la plus grande ferveur le patrimoine spirituel pour pouvoir retourner en acquérir d’autres. Vu qu’eux-mêmes ont vécu jusqu'au bout leur misère, qui avait été causée par le manque de patrimoine spirituel, maintenant ils s’efforcent de sauver les autres êtres spirituels qui ont connu le même destin, et ils leur enseignent tout ce qui pourrait diminuer et abréger leurs tourments. Et chaque don est accueilli avec gratitude, parce qu'avec eux il arrive aux êtres en même temps la Force et donc chacun aspire vers le Haut, si seulement il a pu goûter une fois la Nourriture spirituelle, et maintenant il désire seulement encore la Nourriture divine. Pour l'enseignant il est aussi immensément béatifiant de prêcher l'Évangile aux pauvres en esprit, parce que cela le pousse à l'amour, parce que pour pouvoir enseigner, il faut qu'il soit dans l'amour et dans la Lumière, c'est-à-dire qu’il ait atteint un certain état de maturité ou de perfection, qui requiert l'amour dans une grande mesure. Toutes les forces enseignantes sont donc poussées à l'amour qui demeure en elles et elles se manifestent en voulant donner leur savoir à tous ceux qui désirent aussi la Sagesse divine. Et ainsi chaque être dans l'au-delà peut continuellement puiser à la Source de la Grâce de l'Amour divin, et l’obtenir dans une large mesure s'il prend lui-même part aux liaisons de l'au-delà avec la Terre. Les intentions sollicitées font donner un regard précis vers l'être de l'au-delà, et aux fils des terrestres il est offert un savoir illimité qui peut être en même temps reçu aussi dans l'au-delà. Le désir de ces êtres est indescriptible, et l'Amour de Dieu infini, et ainsi Il donne continuellement Sa Grâce aux êtres qui désirent la Vérité.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet