De mensen beseffen steeds minder wat hun oorsprong is en daar ze zich hier niet van bewust zijn, begrijpen ze hun opdracht op aarde ook niet. En al gaan er ook tijden overheen, ze moeten beslist eerst tot dit inzicht komen voordat ze trede voor trede hun ontwikkeling omhoog kunnen vervolgen. De lange tijdsduur ontheft de mens niet van de voor hem onaangename opdracht eerst de aansluiting te zoeken bij zijn Schepper. Hij moet eerst de Schepper erkennen en in contact met Hem treden, en het kan voor hem alleen maar tot voordeel zijn als hij al vroeg deze verbinding zoekt, want pas vanaf deze tijd kan zijn leven doelmatig geleefd worden. Maar voor die tijd is het leven alleen maar een speels verspillen van kostbare tijd, want het heeft niet het geringste nut voor de ziel tot gevolg. En het zal alleen maar tot nadeel zijn als de mens er onnadenkend op los leeft en zich nooit met de vraag over zijn oorsprong bezighoudt. God heeft hem waarlijk het verstand en de bekwaamheid om te denken tevergeefs gegeven als hij die niet benut om geestelijk tot welslagen te komen.
Zelden valt de mensen de genade ten deel om duidelijk gewezen te worden op de toestand voor zijn belichaming. Wie niet vanwege het verlangen naar de waarheid via de weg van het hart onderzoekt, zal ook nauwelijks ingewijd kunnen worden en daarom zal zijn oorspronkelijke natuur voor hem ook een eeuwige raadsel blijven, hij doet immers niet de geringste moeite om daarover een voor hem bevredigende opheldering te krijgen. En zo kan hij alleen maar aannemen wat hem van geestelijk rijpere zijde als waarheid aangeboden wordt, of hij moet in een duistere, onduidelijke toestand verblijven, tot hij eindelijk na een lange, nutteloos verstreken tijd op aarde zijn eigenlijke oorsprong ontdekt. En dat allemaal des te eerder, hoe meer deze vraag hem zelf bezighoudt. Want God geeft aan ieder mens die naar licht verlangt opheldering, en Hij legt ook ieder mens dezelfde verplichting op van zijn denken en weten gebruik te maken, en zo is de volledige onwetendheid altijd een zekere geestelijke traagheid. Aan wie zichzelf nooit zulke vragen stelt, kan ook geen antwoord gegeven worden en wie gedachteloos van de ene dag in de andere leeft, heeft eigenlijk geen recht om de aarde te bewonen, omdat hij het eigenlijke doel van het leven niet vervult.
Slechts de grote genade en barmhartigheid van God zal soms door smartelijk ingrijpen ook zulke mensen tot nadenken brengen, opdat de mens tenminste de rest van zijn leven in het licht kan staan, wanneer hij zich niet volledig afwijzend opstelt en geen acht slaat op alle waarschuwingen en aanwijzingen. Dan helpt alleen nog een machtig ingrijpen van de zijde van de eeuwige Godheid, wil zo’n wezen niet in de volste onwetendheid het leven op aarde verlaten en dan in het hiernamaals een eindeloos langere weg moeten gaan om tot hetzelfde doel, het besef van zijn uitgaan uit God, te komen. Dit is onvermijdelijk de eerste noodzaak. Dit is de eerste mogelijkheid om op te klimmen, pas dan kan van een verdere ontwikkeling sprake zijn en pas dan is het mogelijk om de juiste verhouding tot de Schepper en eeuwige Vader tot stand te brengen, zonder welke het stadium van volmaaktheid nooit bereikt kan worden.
Amen
VertalerEs erkennen die Menschen immer weniger ihren Ursprung, und da sie sich dessen nicht bewußt sind, begreifen sie auch nicht ihre Aufgabe auf Erden. Und ob auch Zeiten darüber vergehen, sie müssen unweigerlich erst zu dieser Erkenntnis kommen, bevor Stufe für Stufe ihrer Höherentwicklung erfolgen kann. Die Länge der Zeit entbindet den Menschen nicht von der für ihn unbequemen Aufgabe, erst den Anschluß zu suchen an seinen Schöpfer.... Er muß erstmalig den Schöpfer anerkennen und in Fühlungnahme zu Ihm treten, und es kann für ihn nur von Vorteil sein, so er in frühester Zeit diese Verbindung sucht, denn erst von dieser Zeit an ist sein Leben zweckentsprechend zu leben.... Zuvor aber ist das Leben nur ein spielerisches Verzetteln der kostbaren Zeit, denn es zieht nicht den geringsten Nutzen für die Seele nach sich. Und von Nachteil wird es nur sein, wenn der Mensch gedankenlos dahinlebt und sich niemals mit der Frage seines Ursprungs befaßt. Ihm hat Gott wahrlich den Verstand und die Denkfähigkeit umsonst gegeben, so er sie nicht nützet, um geistig zum Erfolg zu kommen. Selten wird dem Menschen die Gnade zuteil, offensichtlich hingewiesen zu werden auf den Zustand vor seiner Verkörperung. Wer nicht im Verlangen nach Wahrheit forscht auf dem Wege des Herzens, wird auch kaum eingeweiht werden können, und daher wird ihm auch seine Urnatur ein ewiges Rätsel bleiben.... gibt er sich doch nicht die geringste Mühe, eine ihn befriedigende Aufklärung darüber zu erhalten. Und so kann er entweder nur annehmen, was ihm von geistig reiferer Seite als Wahrheit geboten wird, oder er muß gleichfort in dunklem, ungeklärten Zustand verbleiben, bis er endlich nach langer, ungenützt verstrichener Erdenzeit seinen eigentlichen Ursprung erkennt. Und das allemal desto eher, je mehr ihn selbst diese Frage bewegt. Denn Gott gibt jedem Menschen die Erleuchtung, der nach Licht verlangt, und er legt auch jedem Menschen die gleiche Verpflichtung auf, von seinem Denken und Wissen Gebrauch zu machen, und so ist die völlige Unwissenheit immer eine gewisse geistige Trägheit.... Wer niemals sich solche Fragen stellt, dem wird auch keine Antwort werden können, und wer ohne alles Denken in den Tag hineinlebt, hat eigentlich kein Recht, die Erde zu beleben, da er den eigentlichen Zweck des Lebens nicht erfüllt. Nur die große Gnade und Barmherzigkeit Gottes wird durch mitunter schmerzvolles Eingreifen auch solche Menschen zum Nachdenken bringen, auf daß der Mensch wenigstens den Rest seines Lebens im Licht stehen kann, wenn er nicht völlig abweisend sich verhält und alle Warnungen oder Hinweise außer acht läßt. Dann hilft nur noch ein machtvolles Eingreifen von seiten der ewigen Gottheit, soll ein solches Wesen nicht in vollster Unkenntnis das Erdenleben verlassen und im Jenseits dann einen unendlich längeren Weg gehen müssen, um zum gleichen Ziel, der Erkenntnis seines Ausgangs aus Gott, zu gelangen. Es ist dies unweigerlich die erste Notwendigkeit.... es ist dies die erste Aufstiegsmöglichkeit, dann erst kann von einer Fortentwicklung die Rede sein, und dann erst ist es möglich, das rechte Verhältnis zum Schöpfer und ewigen Vater herzustellen, ohne welches das Vollkommenheitsstadium nimmer erreicht werden kann....
Amen
Vertaler